zondag 22 april 2012

Etappe 45 : Col des Supèyres

Vrijdag, 20 april 2012 

Een etappe om nooit te vergeten ...

SMS om 10:10
Moet ploeteren. Overal mist. Sneeuw 30 cm. Weet niet wat volgt. We zien wel. Moet dicht bij Pas de Croi zijn.

Om 7:45 vertrekt Hugo om te proberen vanuit Col de la Loge in Col des Supèyres (24 km) te geraken, in de gedachte 'als het niet lukt, kan ik nog altijd terugkeren'. Hij krijgt 2 lunchpakketten mee, want vanavond kan hij in de gîte op de Col des Supèyres uitzonderlijk geen eten krijgen.
'Van in het begin was het enorm moeilijk. Gelukkig had ik heel goed onthouden wat ik moest doen, zo heb ik nog de GR gevonden. Maar op een bepaald moment, kom je uit het bos en sta je plots voor een immense sneeuwvlakte, de flank die naar de Col du Béal leidt. Ik ben dan maar beginnen stappen, maar het was verschrikkelijk. Bij elke stap, zakte ik tot mijn knieën in de sneeuw en dat met die rugzak van bijna 13 kg.' Hugo beseft dat hij dit geen uren kan uithouden en daarom besluit hij te bellen naar de Col de la Loge om hem te komen halen, maar er is helaas geen GSM-bereik. 'Dat was een schok. En ik besefte plots : nu moet ik oppassen en wakker worden, maar er zat niets anders op dan verder te doen'.
Na ongeveer 1 uur werd het plots heel donker en begon het flink te sneeuwen. 'Ik stond daar midden in die vlakte en ik zag een donkere wolk recht op mij afkomen. En 10 minuten later zat ik volop in de mist en zag ik bijna niets meer. Net voor die wolk afkwam, had ik in de verte nog een stokje met de 2 streepjes van de GR gezien. Ik ben daar dan naar toe gesjokt. Als ik bij het paaltje was, heb ik het uit puur contentement een zoen gegeven omdat ik wist dat ik dan niet ver meer van Col du Béal was. En terwijl ik daar stond, hoorde ik precies mensen praten, maar ik zag niets. Ik hoorde het alleen maar als ik mijn hoofd in een bepaalde hoek draaide. Ik ben op die stemmen afgegaan en uiteindelijk heb ik Col du Béal bereikt.'  Tot dan heeft hij in 3,5 uren slechts 7km afgelegd.

Op die Col waren inderdaad twee mensen uit de streek aan het snowkiten (op ski's en zich laten voorttrekken door soort parachute). Eén van hen had Hugo opgemerkt en stond hem op te wachten als hij aankwam. 'Hij zag natuurlijk direct dat dit niet te doen was'. De man - van een jaar of 45, uit de streek en een uitgesproken sporttype - vertelt Hugo dat die mist levensgevaarlijk is. In de streek kan die plots opkomen en je weet niet meer waar je zit. Het is niet uitzonderlijk dat er sneeuw valt in deze tijd van het jaar, maar wat dit jaar wel uitzonderlijk is, is het feit dat er zoveel sneeuw is én dat ze zo lang blijft liggen. Normaal is het maar 10 cm en is ze 's anderendaags al weer gesmolten. Als de man verneemt dat Hugo op weg is naar Col des Supèyres, verbiedt hij hem om via Pierre-sur-Haute te gaan, want daar is nu geen doorkomen aan en het is levensgevaarlijk. De man neemt Hugo mee in zijn auto - waar het toch net iets warmer is dan buiten- en overloopt met hem de verschillende opties : ofwel voert hij Hugo met de auto een stuk verder zodat hij Pierre-sur-Haute en de Col kan omzeilen ofwel moet Hugo via een andere weg en de binnenwegen naar de Col geraken (5 à 6 km langer dan de voorziene etappe).  Hij wijst Hugo ook op het gevaar van onderkoeling (dat gebeurt blijkbaar zeer snel en zonder dat je het beseft) en vertelt dat er al mensen gestorven zijn in dit gebied, door de plotse mist en desoriëntatie lopen ze verloren, komen ze vast te zitten en vriezen ze dood. 'Ik stond voor een dilemma want ge moet toch zien dat ge u leven niet riskeert. Maar ja, een pelgrim gaat te voet ...'.  De man, die Alain heet en intussen doorhad dat Hugo nog niet klaar was om dit idee los te laten, zoekt via zijn GPS - 'dat hebben ze hier allemaal bij zich' - naar een kortere alternatieve wandelroute.  Omdat dit helaas niet meer op de kaart staat die Hugo bij zich heeft, noteert hij één en ander op een blaadje papier. Deze keer is de wegbeschrijving als volgt : 500m voorbij Col du Béal aardewegel naar links en naar beneden, die blijven volgen tot die op grotere weg uitkomt, wat naar boven gaan tot haarspeldbocht en daar baantje nemen die in de bossen leidt, dat altijd maar blijven volgen en dan kom je uit aan de Col des Supèyres. Ze wisselen telefoonnummers uit en Hugo gaat weer op stap. 'Intussen besefte ik dat het een kwestie was van er levend uit te geraken.'

Hugo vindt vrij snel de bewuste aardewegel, die helaas volledig ondergesneeuwd is (30 à 40 cm sneeuw). Hij bereikt ook de grote baan, maar neemt te snel een bocht voor dé haarspeldbocht waardoor hij enige tijd later beseft dat hij gewoon een hoek heeft gemaakt. Hij besluit terug te keren richting Col du Béal om te herbeginnen. Als hij ook dan vaststelt dat er geen GSM-bereik is, raakt hij lichtjes in paniek. 'Op den duur wordt doorzettingsvermogen ijdelheid. En die grens was nu bereikt. Eigenlijk had ik ze al overschreden en dat voelde ik nu goed ...'
Plots komt er een auto voorzichtig aangereden en stopt. Het blijken Alain en zijn kompaan te zijn. Omdat Alain wist dat Hugo geen kaartmateriaal  had, vertrouwde hij het zaakje niet en is hij hem komen opzoeken. 'Gelukkig dat ik nog langs de grote baan liep en nog niet in het bos zat of ze hadden mij niet gevonden. Hij had op voorhand verschillende gezegd dat het zonder kaart niet te doen is, maar ik was hardhorig'. Hugo moest nu niet lang meer nadenken en stapt in de auto want 'verder doen zou ongepaste pretentie zijn.' Tijdens de rit vragen ze aan Hugo hoe de Fransen hem behandelen. Hugo heeft deze vraag al meerdere keren gekregen (en altijd van gewone mensen). Oprecht en gemeend antwoordt Hugo : 'Très bien. Mais évidemment on reçoit toujours ce q'on donne. De twee mannen waren onmiddellijk mee en konden dit alleen maar bevestigen.  Na een heel eind rijden, zet Alain Hugo af in het gehucht Roche, vanwaar hij verder te voet langs de gewone wegen  naar Saint-Anthème (15 km en normaal de eindbestemming van de etappe van morgen) kan ofwel naar de Col des Supèyres. Ze nemen afscheid en al wandelend bedenkt Hugo 'nu was het toch wel gevaarlijk. Ik heb mijn ijdelheid aan de kant moeten zettten. Vooral de confrontatie met het uitvallen van het GSM-bereik, zodat eventuele hulp niet meer mogelijk is, is confronterend. Die man heeft misschien wel zonder dat hij het weet mijn leven gered. Ik heb een foto genomen van hem en beloofd dat ik een kaars ga branden in  Santiago. En als ik in België een Fransman tegenkom in nood, ga ik zeker helpen.'  Hugo besluit principieel toch maar naar Col des Supèyres te stappen, 'zonder er echt helemaal achter te staan. Want het doel blijft toch Santiago en niet de plaatsen onderweg. Ik heb het gedaan om er achteraf niet te moeten over piekeren.'
Rond 16:30 komt Hugo aan in op zijn bestemming : Col des Supèyres. 'Ik was do-content dat ik die vent van de gîte zag !'  Om te beginnen neemt hij een heerlijke warme douche en 's avonds eet hij in zijn eentje en bij gebrek aan iets anders zijn boterhammen op die hij meekreeg uit Col de la Loge. Door het venster van zijn slaapvertrek heeft hij een prachtig uitzicht op het sneeuwlandschap van het Centraal Massief en beseft hij dat hij alweer een levensles rijker is. 'Als ik het achteraf bekijk, heb ik het gevoel dat die man gezonden was om mij te helpen. 't Klinkt misschien raar, maar nu begrijp de zinsnede uit  het pelgrimslied 'Deus adjuva nos' . Nu vat ik de dimensie die er achter zit volledig. Op je camino komt er altijd vanuit één of andere hoek een oplossing. Daar zit volgens mij een energetische wetmatigheid in. En het voorval van vandaag is daar een modelvoorbeeld van'.  En net voor hij gaat slapen, belt Alain hem op om te informeren waar hij zit en of alles OK is. Na dit mooie contact en deze intense dag, is slapen deze keer geen probleem.





Kaart verloop etappe 45 van Col de la Loge naar Col des Supèyres

2 opmerkingen:

  1. Hugo

    Iedereen komt onderweg engelen tegen die hem of haar verder helpen. Alain was jouw levensreddende engel vandaag. Maar tart toch het lot niet te veel. Overschat jezelf niet. Zo'n weer als jij had vandaag, maakt je super kwetsbaar!
    Hier past alleen nederige dankbaarheid..., ik denk dat vele middeleeuwse pelgrims hetzelfde gevoel ervaarden. Heel ontroerend! Heel wijs!
    Ook mooi wat jij zelf aan die religieuze gemeenschappen kan geven! We leren allemaal van elkaar! Bon courage! Bon chemin!

    Anne

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Hugo, je bent echt wel door het oog van de naald gekropen daar. Saint Jacques heeft je leven gered. Ik heb die etappe gedaan in de dichte mist met 5 à 10cm sneeuw en ijskoude wind, en Saint Jacques had bij mij ook voor 2 engelbewaarders gezorgd, ene met een kompas (Denis) en ene met stafkaarten (Jean-Louis). Zo heb ik het overleefd, maar jou klimatologische omstandigheden waren nog veel zwaarder dan de mijne. Wij spraken toen van een "jour de pénitence" en "l' enfer blanc" en 's avonds hebben we mijn "duizendste km" gevierd met een verveine du velay als pousse café in de herberg op col des Supeyres.
    Voor jou omstandigheden vind ik geen woorden !

    je voorganger
    Mark

    BeantwoordenVerwijderen