Als Hugo aan de ontbijttafel aanschuift, zijn de nonnen, de cynische priester en le père (de hoofdpriester) al present. Alweer is die ongemakkelijke stilte aanwezig. De cynische priester voelt zich blijkbaar geroepen om die te verbreken en vuurt prompt een vraag op Hugo af : of hij dan iets speciaals mee heeft voor zijn pèlerinage ?. 'Hoe bedoel je ?' repliceert Hugo 'spiritueel of materieel, van kleren en zo ?'. De oudste non lacht een stille lach en bevestigt dat het inderdaad niet uit te maken is uit de vraag. Aangezien de man doelde op het materieel gebied, vertelt Hugo één en ander over zijn uitrusting. Even later vraagt dezelfde non of Hugo van plan is een boek te schrijven na zijn tocht want ze kent iemand dit gedaan heeft. 'Er hebben mij dat nog al mensen gevraagd. Ik weet het niet, maar als het ooit zo ver zou komen, zal ik het in elk geval niet alleen over de materiële kant van de zaak hebben.' Plots wordt de sfeer wat alerter en zijn er alleen nog maar vragende blikken op Hugo gericht. Na wat gestuntel en gehakkel, volgt er een korte diepgaande monoloog. Tot Hugo's verbazing zijn de cynicus en de nonnen één en al oor, alleen de hoofdpriester staart wat ongemakkelijk in zijn bord. Als Hugo na het ontbijt aanstalten maakt om naar zijn kamer te gaan, komt de hoofdpriester naar hem toe, drukt hem de hand en zegt 'vandaag draag ik de eucharistieviering aan u op'. Ook een non komt vragen of hij in Santiago eens voor hen wil bidden.
Rond 9:00 wordt Hugo vriendelijk uitgewuifd en vertrekt hij richting Col de la Loge, een korte etappe van ongeveer 15 kilometer en naar een hoogte van 1253m. De sneeuw valt dan al met bakken uit de lucht. Het wordt dan ook een lastige etappe : 'Ik heb veel gesukkeld vandaag. Het weer is niet te doen. Er ligt veel sneeuw waar je geen markeringen ziet. Bovendien werd de route van de GR3 hier onlangs blijkbaar aangepast, maar dat staat natuurlijk nog niet op mijn kaart. Ik ben zeker 1,5 uur verkeerd gelopen.'
Rond 14:00 komt hij toch aan in Col de la Loge in de gîte rural. Het is in feite een soort skioord met een bar en restaurant dat sinds kort overgenomen werd door '3 jonge gasten, die gaan voor hun zaak'. Ze schotelen Hugo in elk geval een deftige warme maaltijd voor.
Zoals gewoonlijk begint Hugo zijn volgende etappe te plannen en te reserveren. De vrouw van de gîte in Col de Suprèyes - de bestemming voor morgen - klinkt oprecht bezorgd als ze hoort dat hij de etappe alleen zal afleggen. Ze vraagt zijn GSM-nummer en zijn uur van vertrek, zodat ze weet dat ze hem moet laten zoeken moest hij tegen 18:00 nog niet zijn gearriveerd. Door de bezorgdheid van deze vrouw wordt Hugo plots geconfronteerd met het feit dat de etappe mogelijks niet kan doorgaan. Hij vraagt raad aan de 3 mannen van de gîte waar hij nu zit. Zij bevestigen dat het inderdaad geen evidentie zal zijn. Ze twijfelen en kunnen het moeilijk inschatten omdat ze zelf ook nog nooit zo ver gegaan zijn in dergelijk weer. Eén ding is zeker : orïenteren wordt door de vele sneeuw uitermate moeilijk. Ze voorspellen vanaf morgen wel stralende zon, maar de streek is gekend voor plots opkomende mist. De mannen maken hem duidelijk dat ze er niet happig op zijn, maar dat zij hem natuurlijk niet kunnen tegenhouden. Hugo zit aanvankelijk wat in zak en as, maar het vooruitzicht om hier 3 à 4 dagen vast te zitten en niets te doen, doet hem toch besluiten om het te proberen. Na zijn beslissing, halen de mannen er een gesofisticeerde GPS bij en samen bereiden ze de weg voor. Het klinkt als volgt : bij vertrek de sporen van de hondenslee volgen, als die sporen afbuigen rechtdoor gaan, altijd in zuidelijke richting tot Col du Béal (1390m). Vandaar naar Pierre-sur-Haute (1634m en meteen het hoogste punt van de Monts de Forez en van het departement Loire). Oriëntatiepunten daarbij zijn de grensmarkeringen en de stokken langs de weg die nog uitsteken uit de sneeuw. Op de top van deze berg is een radarstation dat al van ver te zien is (als er geen mist is natuurlijk). En vandaar in rechte lijn naar Col des Supèyres (1369m). Als je de weg kwijt bent of het lukt niet, je eigen sporen terug volgen ...
Net voor hij gaat slapen, fluistert één van de mannen hem in het oor 'als het echt niet lukt, moet je maar bellen en dan komen we je wel halen met de hondenslee'. Van slapen is helaas weinig sprake ....
Geen opmerkingen:
Een reactie posten