vrijdag 1 juni 2012

Etappe 81 : Cizu Minor

Maandag, 28 mei 2012

Om 7:00 lopen Isabellen en Hugo al de plaatselijke épicerie binnen om er te ontbijten. 'Het was goedkoop, maar het stelde dan ook niet veel voor : een stuk brood met een beetje confituur.' En dan vertrekken ze richting Pamplona, een wandeling van 15 km.
'Het was al een iets meer normale dag. Vandaag heb ik lang alleen gelopen, want ieder heeft zijn eigen ritme en tempo. 's Morgens ben ik graag wat alleen met mijn muziek.  Als je lang samen bent, moet je weer eens alleen zijn. Maar dat regelt zichzelf en je komt mekaar na een tijd wel weer tegen.'


Tegen de middag en net voor Pamplona treffen ze mekaar zodat ze samen de stad kunnen bezoeken. De stad Pamplona, ooit gesticht door de Romeinen en tijdens de middeleeuwen de hoofdstad van een groot rijk, is tegenwoordig bekend om de jaarlijkse stierenloop. Tijdens de Fiestas de San Firmin, één van de befaamdste en drukst bezochte volksfeesten van Spanje, worden stieren aan een hoog tempo door de afgesloten straten van de binnenstad naar de arena gejaagd, vergezeld door talloze jonge waaghalzen. 'We zijn door de Calle Estafeta, de smalle straat waar de stieren doorlopen, gewandeld.' Maar deze stad heeft uiteraard meer te bieden dan dit. Ze bezoeken o.a. de kathedraal Santa Maria la Real, een gotisch meesterwerk uit de 14de en 15de eeuw, 'enorm bombastisch en met koninklijke graftombes.' In het postkantoor van Pamplona stuurt Hugo alweer een paar zaken  huiswaarts, zoals zijn winters thermisch ondergoed dat hij hier wellicht niet meer zal nodig hebben. En daardoor wordt zijn rugzak meteen 1,8kg lichter 'en dat voel je goed.' Pamplona is een grotere stad dan verwacht en ze blijven er dan ook langer dan gepland rondhangen. Pas rond 15:30 verlaten ze Pamplona. Het was bedoeling om er nog 10 km tot Zariquiegui bij te doen, maar in Cizu Minor het eerste dorp op een uurtje voorbij Pamplona besluiten ze vandaag daar te stoppen. Hugo had er graag in de Albergue van de orde van Malta overnacht, maar deze is helaas al volzet. Dan wordt het maar de Albergue Roncal even verderop. 'Er logeren hier veel Amerikanen, een groep jonge gasten met een 2-tal begeleiders. Ze zijn vriendelijk en gedisciplineerd, maar ze maken door hun grote aantal en hun taal al snel een Amerikaans dorp van deze gîte.'


' 's Morgens als je vertrekt, is de weg bezaaid met pelgrims, het is precies een caravan die vertrekt, maar doordat iedereen aan zijn eigen tempo loopt verspreid zich dat. Je kan dan soms wel alleen lopen en niemand zien, maar dat is gewoon omdat iedereen zich verplaatst. Als je dan eens stopt of rust, wordt je al snel ingehaald. 
Op de camino wandelen ze veel in groepen, voor mij zijn dat eilanden. Het zijn klieken die mekaar kennen en ze zijn zodanig met mekaar bezig dat ze niet open zijn. Als enkeling geraak je daar niet binnen. Als je hier alleen bent, blijf je dus alleen. Vandaar dat ik nog geen goesting gehad heb om mij los te rukken, want op sommige momenten hebben we iets aan mekaar. In de gîtes moet je meestal zelf je eten maken en tussen die groepen is het altijd leuker als je met twee kunt koken en eten.'

'Het begint goed te draaien en we zijn van plan om nu wat langere etappes te doen zodat we in Los Arcos in de Vlaamse refugio kunnen overnachten. De etappes zijn hier ook anders. We hebben het nu door dat je je 's morgens niets moet aantrekken van ontbijten. Je begint gewoon te stappen en na een uurtje kom je wel iets tegen waar je iets kan kopen.'

Geen opmerkingen:

Een reactie posten