maandag 30 april 2012

Etappe 53 : Aumont-Aubrac

Zondag, 29 april 2012

Vandaag staat een korte etappe van 14 km op het programma. Bestemming is Aumont-Aubrac, een dorp op 1040m hoogte en gelegen op de scheiding van de Margeride en de Aubrac. Daarom wordt het ook wel 'de poort van de Aubrac' genoemd.

Sporen van de storm op de weg. De boom met het Gr-teken ook geveld... 
 
Hugo ontbijt 's morgens met het Duitse koppel 'ik was dat niet echt van plan, maar ze stelden gisteravond voor om samen te ontbijten. Dus heb ik 's morgens al aan mijn eten voor 's middags moeten zitten.'  Ze hebben alle 3 slecht geslapen en lang wakker gelegen. 'De ene gîte is echt de andere niet.'
In tegenstelling tot gisteren besluit Hugo het vandaag eens rustig aan te doen. Onderweg experimenteert hij met een staptempo gelijk het zou zijn, moest ik bij hem zijn en wij samen de weg zouden wandelen. 'En het is zeker te doen aan een tempo van 4 km/uur.'  Voor de rest wordt het een rustige en mooie etappe 'waar niet veel van te zeggen valt'. 
Tegen de middag is hij al in Aubrac-Aumont. 'Eigenlijk een slechte timing, want het is zondag en ik was net te laat om nog een winkel open te vinden. Vandaag heb ik mij op dat gebied een beetje misrekend.'  Hij meldt zich als 3e pelgrim aan in de gîte en ontmoet er een jonge, dynamische dame. Na een 10-tal minuten in het Frans converseren, ontdekken ze dat ze beide Vlamingen zijn. Zij, Inge, is van Antwerpen en maakt momenteel een wereldreis met de fiets waarmee ze nog in China wil geraken. Al pratend krijgt Hugo veel respect voor deze vrouw haar onderneming. 't Is wel leuk om weer eens Nederlands te kunnen spreken. Maar het is raar, als ik een tijdje Nederlands praat, vind ik daarna mijn Franse woorden niet meer zo vlug.' Omdat ze voor onbepaalde tijd van huis weg is, draagt ze in haar fietstassen heel wat bagage mee. Als Hugo laat vallen dat hij dringend een bezoekje aan de kapper moet brengen, haalt Inge een tondeuse tevoorschijn en stelt voor om zijn haar te knippen. 'En 't is schoon, hoor, nog 9mm staat er op. 't Is in elk geval veel praktischer.' En Hugo's korte, frisse kopje valt blijkbaar op, want binnen de kortste tijd biedt er zich nog een pelgrim aan die dezelfde 'coupe' als Hugo wil.  En zo verandert hun slaapvertrek tijdelijk in een kapsalon.











'Er zitten hier echt wel een paar rare sjarels. Ik moest mij eerst wat aanpassen. Er zijn hier veel meer mensen, er wordt veel meer gebabbeld en er is altijd lawaai en gestommel op de gang. Er ontstaat wel een groepsgevoel, maar het is ook direct luidruchtiger en oppervlakkiger.' 

'Hier nemen veel mensen 1 of 2 weken een wandelvakantie op de pelgrimsroute. En je ziet hier overal van die taxibedrijven die de rugzakken vervoeren. Het is een andere benadering en sfeer. Ik ben thuis vertrokken en heb lange tijd de echte pelgrimssfeer gehad. Als ik onderweg contacten had met mensen kon er ook gesproken worden over de pelgrimage. Tja, het is wel wat wennen.'

Etappe 52 : Saint-Alban-sur-Limagnole

Zaterdag, 28 april 2012

Vandaag maakt Hugo zich op voor een etappe van 33 km naar Saint-Alban-sur-Limagnole en verlaat daarmee het departement Auvergne om dat van Languedoc-Roussillon binnen te gaan.
Voor zijn vertrek neemt hij afscheid van de Franse, Australische en Canadese dames die hij nu al een aantal dagen regelmatig tegenkomt. Doordat hij vandaag wellicht meer kilometers zal afleggen dan zij, is de kans groot dat hij ze niet meer zal tegenkomen. Voor het eerst wenst hij iemand 'buen camino', zich daarbij plots bewust van de diepe betekenis en de volle inhoud ervan. Ook de aanwezige dames beseffen het blijkbaar op hetzelfde moment en beantwoorden deze groet sereen met dezelfde woorden. 'Afscheid genomen van de meeste dames. Beun camino is magische wens die meerdere dimensies tegelijkertijd aanspreekt wanneer met de juiste intentie uitgesproken. Af en toe geeft het leven een geheimpje prijs. La vie est belle !'
Hugo vertrekt rond 7:50 en houdt er van in het begin stevig de pas in. 'Ik had vandaag echt zin om eens goed door te trekken. Ik heb veel pelgrims die vroeger dan mij vertrokken zijn, weer voorbij gestoken. Vandaag waren er veel Zwitsers op de weg, zelf één met een hondje. In het voorbij steken blijf ik wat hangen en babbel ik wat met de mensen en na een minuut of 5 ben ik weer weg.'
Hugo komt al vroeg aan in Saint-Alban-sur-Limagnole en bij het inschrijven in de gîte d'étap Le Penote vraagt de gastvrouw al lachend of hij vandaag autostop gedaan heeft . Er zijn maar 3 bedden in deze kleine gîte en Hugo deelt de kamer met een Duits koppel 'op leeftijd', Helmut en Lotti genaamd. Hugo moet natuurlijk direct denken aan de Vlaamse Helmut Lotti, die deze mensen ook niet onbekend is.
Hij doet inkopen in het dorp en 'ik heb me zelf getrakteerd op een fles douchegel en komaf gemaakt met dat gefoefel met al die kleine stukjes zeep. Nu ik mijn tent teruggestuurd hebt, kan ik die 250gr er wel weer bij.' 's Avonds maakt hij met de laatste pasta die hij nog bij zich draagt van in Marigny-l'église (en die Hubert en Bob nog zijn gaan kopen voor hem, zie etappe 29) een pastaschotel. Bij een glaasje wijn praat hij 's avonds wat bij met zijn kamergenoten.

'Vandaag had ik veel energie, ik had het gevoel dat ik tot het eind van de wereld kon lopen, wat ik in feite wel aan het doen ben :-). Wat niet wil zeggen, dat ik thuis niet mis, ik mis wel altijd iets. Als 'thuis' er niet meer is, voel je dat ook in alles. Maar ik kan mij enorm optrekken aan de kleine dingen die gebeuren in contacten. De Weg is iets zeer speciaals.'

Bericht van Hugo

Vrijdag, 27 april 2012


Beste pelgrims op het thuisfront! 
Ultréia!


Opnieuw een computer ter beschikking. 
Zo te zien doet Nele haar best om van de uitleg aan de telefoon toch nog een ordelijk verhaal te voorschijn te toveren. Misschien zou soms aanvullende uitleg op zijn plaats zijn, maar dat is niet altijd mogelijk. Het leven gaat véél sneller op de camino dan kan vermoed worden en is dikwijls ook heel intens en verscheiden. Het moet voor Nele waarschijnlijk aartsmoeilijk zijn om een verslag te brengen zonder té gedetailleerd te worden en anderzijds toch een beeld te geven van de situatie die ze enkel ontvangt via een eerder kort telefoongesprek. Soms moet ik zelf nog alles op een rijtje zetten terwijl de telefoon al rinkelt voor een relaas. Misschien moet ook niet alles verteld worden via een blog en is enige oppervlakkigheid veiliger, maar eigenlijk wil ik dat niet. Zelfs niet als de mogelijkheid er is om misbegrepen te worden en waarschijnlijk gebeurt dat wel eens. In ieder geval kunnen we achteraf nog bijpraten want ik ben héééél benieuwd naar de visie van anderen omtrent bepaalde gebeurtenissen. Deze blog geeft een aanknopingspunt tot een zinnig gesprek en dat is heel belangrijk. Af en toe mag al eens hard geschopt worden tegen heilige huisjes om te zien of ze wel sterk genoeg zijn. De ervaring tot nu toe is dat er zullen blijven staan, maar dat er ook heel wat onderuit zullen gaan. Vooral deze die met te weinig liefde gebouwd zijn...
Ik zie nu al uit naar onze gesprekken achteraf.


Hartelijke pelgrimsgroet,


Hugo

Etappe 51 : Saugues

Vrijdag, 27 april 2012

's Morgens vertrekt de ene pelgrim na de andere verder op zijn of haar weg. Hugo vertrekt rond een uur of 8 en al vrij snel wordt hij overdonderd door de schoonheid van de natuur. Als hij stopt om een SMS te sturen, drukt een mede-pelgrim zijn gevoel perfect uit 'il faut le partager.'
Het wordt : 'De schoonheid van de natuur is hier niet voor te stellen. Op weg naar Saugues of verder. La vie est belle ...!'  
En even later : 'Het is tot nu toe één van de mooiste etappes, maar wel zwaar. Degenen die pas begonnen in Le Puy besterven het bijna.'  
Onderweg komt hij al vrij snel een aantal dames van gisteren tegen, onder andere de Duitse, de Australische, de Oostenrijkse en die van Quebec. Hij ontmoet er ook een Fransman die met een karretje wandelt. Omdat de man last heeft aan zijn rug en het vandaag een zware etappe is, heeft hij deze keer zijn bagage meegegeven met het transport 'want hier zijn overal firma's die voor het transport van rugzakken zorgen. ' Hugo loopt een eindje samen met deze man, die duidelijk inzit met het lot van de vrouwen achter hem. En inderdaad, Hugo had in het passeren het ook al gemerkt dat ze een veel te zware rugzak meetorsen. Zo weegt de rugzak van het 23-jarige Duitse meisje wel 18 kg, 'dat is om problemen vragen, natuurlijk.' De man stelt voor om te wachten op de dames en hen te helpen. Hugo, die eigenlijk liever zou doorstappen, voelt zich moreel verplicht om ook te stoppen 'want die man die zelf al last heeft van zijn rug, doet dit wel.' Toch wijst de Oostenrijkse vrouw het aanbod om haar rugzak in het karretje te leggen van de hand. Ze wandelen dan maar samen in groep verder en pauzeren even om aan een fontein hun flessen met fris water te vullen. 'En dan zie ik die Oostenrijkse haar fles helemaal vol doen, terwijl ze nog 3 liter water in haar rugzak heeft voor een etappe van 14 km, allemaal extra en nutteloos gewicht. Dat is nog niet echt mee zijn met de zaak, volgens mij. ' Na deze pauze beslist Hugo, die echt zin had om door te zetten 'want mijn fysiek is tenminste 10 keer zo goed of als ik thuis vertrok', om aan zijn eigen tempo verder door te stappen.  Hij wuift de groep uit en begint te marcheren. Maar ... op de één of andere manier moet hij een markering gemist hebben en vervolgens een verkeerde gevolgd hebben want een kwartier later wandelt hij de groep die hij daarnet achterliet terug tegemoet. 'Dan wist ik direct dat ik deze toevalligheid niet over het hoofd mocht zien en ben dan maar bij de groep gebleven.' Het is dan nog ongeveer 10 km tot Saugues en onderweg wordt er veel gebabbeld. 'Je loopt nu eens bij die persoon en dan weer eens bij een ander. Het is niet zo dat je de ganse tijd in 1 cluster loopt.'



In de namiddag komt Hugo aan in Saugues. Een stadje gelegen op de flanken van les Monts de la Margeride op 960m hoogte en op de scheiding van 3 departementen : la Haute-Loire, la Lozère en le Cantal. Hij gaat er eerst naar de Post om zijn tent huiswaarts te sturen, 'het is een zekerheid die je niet wil loslaten, maar nu is het een zekerheid die echt niet meer nodig is. En 't is natuurlijk ook een goede kilo minder om mee te dragen.' In het postpakket zit ook een briefje met een recepte en informatie over bedwantsen, een klein parasitair insect die vooral in slaapvertrekken leeft van het bloed van mensen. Een beet van zo'n beestje kan huidirritatie veroorzaken. Op de camino francés is het een algemeen voorkomend fenomeen in de refugio's, maar blijkbaar dus ook al op de Via Podiensis. De Oostenrijkse dame, die ooit ook hospitallero van een refugio was, gaf Hugo een recept voor een afdoend middeltje tegen deze ongewenste bezoekers. Een oproep aan het thuisfront om dit mee te sturen met het volgende pakket.
Hugo regelt zijn overnachting en doet nog wat inkopen in het dorp zodat hij vanavond niet uit eten moet gaan, maar zelf iets kan klaarmaken.  Hij overnacht in de gîte communal Le Margeride waar ook de Oostenrijkse dame van gisteren verblijft. Dit keer zijn het kamers met 2 bedden. 'En ik lig toch wel op één kamer met die Spanjaard, waar ik bij het vertrek in Le Puy nog tevergeefs een gesprek mee probeerde aan te knopen. Dat moet weer lukken.'  Hugo had gemerkt dat er in het centrum ook een 'accueil pèlerin' is. Ondanks het feit dat hij in de gîte reeds een stempel kreeg, wil hij daar ook nog eens naar toe omdat hij vermoedt 'dat het daar een mooie ging zijn'. Hij neemt zijn carnet en wil de Spanjaard meevragen. 'Dat was me nog al wat, 't was op den duur met gebarentaal maar ik heb hem toch meegekregen.'  En het vermoeden van de stempel blijkt juist te zijn 'die van de parochie is een hele mooie.'

'Door u voortdurend te verplaatsen, maak je aanspraak op de schoonheid van de wereld. En het contact met al die verschillende nationaliteiten, maakt je als mens toch rijker.' 
'Alles is nu ook veel zekerder, je maakt u minder zorgen in een slaapplaats en als je eens je etappe versnelt, kom je weer allemaal nieuwe pelgrims tegen. Ik heb hier dikwijls ne keer leute, in situaties die gebeurd zijn en als mensen in staat zijn om geen hoge borst op te zetten. Op de camino is er minder ego aanwezig en dat vind ik altijd plezierig.'


zondag 29 april 2012

Etappe 50 : Monistrol-d'Allier

Donderdag, 26 april 2012

Om 6:00 is Hugo al uit de veren en om 7:00 staat hij alweer in de kathedraal. Elke dag is er daar om dit uur een pelgrimszegen en dat wil hij ook hier meemaken. 'Helemaal anders dan in Vézelay, hier stonden er een hele hoop pelgrims. We waren zeker wel met 30 à 40.' Het is een gebruik in Le Puy dat bezoekers aan de kathedraal bij het beeld van Sint-Jacobus in een urne een wens of bede kunnen achterlaten. Na de zegening, die slechts een 10-tal minuutjes duurt, kan elke pelgrim een briefje trekken uit deze urne met de bedoeling deze wens mee te dragen naar Compostella. Op Hugo's briefje prijkt de wens om te bidden voor een overleden man en voor het welzijn van de familie.

En dan is het zo ver : de hele stoet pelgrims vertrekt richting GR 65. 'Je loopt in het begin in groep, allemaal naast elkaar. Naast mij liep een Spanjaard. Ik heb geprobeerd om wat met hem te babbelen, maar dat ging echt niet. Hij verstaat geen woord Frans en ik geen woord Spaans. Aangezien iedereen aan zijn eigen tempo stapt, waaiert de groep nogal vlug uiteen. Je ziet onmiddellijk het verschil met de pelgrims die nu net starten in Le Puy. Ik was na een dagje recuup echt klaar om weer te vertrekken en ben dan na een tijdje goed beginnen doorstappen.' 




Tijdens de hele etappe was het stormweer, geen regen maar een heel felle wind. 't was echt erg. Op den duur zou je gedacht hebben dat je ging wegwaaien, maar de natuur maakte alles goed. Nu is het echt wel de moeite, het is ongelooflijk prachtig !'

Op de middag en 24 km verder is hij al op zijn bestemming in Saint-Privat-d'Allier en zoekt er de gîte Le Kompost'l.  Hugo heeft er niet direct een goed gevoel bij en als hij ook nog eens hoort dat ze 38€ vragen voor een kamer met 4 bedden, is hij blij dat hij niet vooraf kon reserveren. Hij drinkt er een pintje, bedankt voor de kamer en beslist verder te stappen naar het volgende dorp Monistrol-d'Allier, een extra afstand van 6 km. Hij ontmoet er een Fransman, die hij onderweg verschillende keren kruiste en die hem vertelt dat hij in de gîte communal zal overnachten. Je kan er echter niet op voorhand reserveren, de gîte ligt heel ver van het cetnrum en ze gaat maar open om 15:00.  Daarom zoekt Hugo in zijn Miam Miam Dodo (handige gids met alle nuttige info aangaande bevoorrading- en overnachtingsmogelijkheden op de Via Podiensis) naar een beter alternatief. En zo komt hij terecht in de gîte d'étap La Tsabone. Hij wordt er hartelijk ontvangen. Even twijfelt hij of hij wel degelijk aan het juiste adres is, want hij blijkt de enige mannelijke pelgrim te zijn. Maar dat blijkt een toeval te zijn, want de 11 aanwezige vrouwen - allemaal van diverse nationaliteiten - kennen mekaar niet. Hij krijgt er echter geen spijt van, het zijn toffe dames en er is een goede gemoedelijke sfeer.

Hugo doet nog inkopen in het centrum en maakt 's avonds zijn avondeten klaar in de keuken. De fles wijn die hij kocht, deelt hij met een aantal dames.  Een gebaar dat gewaardeerd wordt en waardoor er gesprekken op gang komen. Daaruit blijkt dat bijna al deze vrouwen stukken van de Via Podiensis lopen - de meeste van Le Puy tot Conques - en dat ze veel kleinere dagetappes doen. 'Ze verschoten dat ik in 1 dag van Le Puy kwam.  En als ze hoorden tot ik eigenlijk van België kwam en er al een goede 1000 km heb opzitten, dan vielen ze bijna achterover.' 
En dan is het bedtijd. In de gîte zijn er 2 kamers met telkens 3 stapelbedden, Hugo krijgt een bed 'op de bovenverdieping' aangewezen. En zo ligt hij die nacht met 5 onbekende vrouwen in zijn kamer.

'Het is hier een totaal ander regime of wat ik tot nu toe meegemaakt heb. Alles is hier voorzien op pelgrims. Zelfs tot in het kleinste dorp. Hier leven ze van de pelgrims.'



zaterdag 28 april 2012

Rustdag in Le Puy-en-Velay

Woensdag, 25  april 2012

Vandaag kan Hugo het rustig aan doen. Dit in tegenstelling tot de andere aanwezige pelgrims die vandaag verdertrekken en al om 8:30 de gîte moeten verlaten. Het is er dan ook van 's morgens vroeg al een drukke bedoening. Maar eens na 8:30 keert de rust terug. Vooraleer de stad in te trekken, drinkt Hugo in de keuken nog een tasje koffie 'want ik heb vandaag toch wat werk om van alles in orde te brengen'.  Hij praat er even met een zuster die aan het opkuisen is, 'wat ze hier contant doen'. Ze vindt het ook zonde dat de pelgrims bijna allemaal direct vertrekken want er is zoveel moois te zien in Le Puy.

Le Puy-en-Velay is gelegen in het uiterste zuiden van de Auvergne en in het centrum van het Centraal Massief. Het is een stad met een rijke geschiedenis midden een indrukwekkende natuur. Le Puy is al van ver in het landschap te herkennen door het rode standbeeld van Notre Dame de France met het kind Jezus. Dit enorme standbeeld, bijna 23 meter hoog, staat op le Rocher Corneille, een vulkanische rotspunt van 750m hoog. Ook de Chapelle Saint Michel d'Aiguilhe, een andere belangrijke bezienswaardigheid in Le Puy, bevindt zich op een rots. Deze kapel werd in 962 gebouwd door Gothescalk, de bisschop van Le Puy die als eerste niet-Spaanse pelgrim vanuit Le Puy naar Santiago op bedevaart ging. Vanaf dan volgden vele pelgrims zijn voorbeeld en zo is Le Puy uitgegroeid tot bekende verzamel- en startplaats van de Via Podiensis, één van de 4 grote historische pelgrimsroutes in Frankrijk die naar Santiago de Compostella leiden. Ook de kathedraal Notre Dame staat op een helling en is deels op een berg deels op pilaren gebouwd. Via een immense trap met 134 treden, krijg je toegang tot dit 12-eeuwse Romaanse bouwwerk.  Zowel de kathedraal als de 35 ha omgeving behoren sinds 1998 tot UNESCO werelderfgoed en zijn een bewijs van de lange geschiedenis van deze stad.
Vandaag de dag is Le Puy een moderne, bruisende en gezellige stad met kronkelende straatjes, fonteinen en pleinen.

De voormiddag gebruikt Hugo om enkele praktische zaken in orde te brengen : het teveel aan topoguides en wat andere kleine spullen worden naar huis teruggestuurd, de GSM wordt voorzien van nieuw belkrediet en er wordt eten gekocht 'want vandaag ga ik zelf iets om te eten maken'. Onderweg praat hij even met een kantenklosters, want Le Puy staat - naast haar befaamde groene linzen  - ook bekend voor het betere kantkloswerk. Hij wandelt nog wat rond in de stad en gaat nog eens naar de kathedraal, waar hij nu ook de Zwarte Madonna bezoekt, net als miljoenen pelgrims al voor hem deden. Dit beeld zou door Lodewijk de Heilige in 1254 vermoedelijk van een kruistocht meegebracht zijn.  Als Hugo vraagt naar de reden van haar zwarte aangezicht, krijgt hij het mysterieuze antwoord dat 'ze te dicht bij de zon geweest is'. Hij vertoeft nog even in de kathedraal en komt er in stilte tot zichzelf. 'Als ik buiten kwam, voelde ik mij als herboren.'

In de namiddag maakt hij de klim via de 268 in rots uitgehakte treden naar de Chapelle Saint-Michel- d'Aiguilhe, die dateert uit de 10e eeuw. De kapel ligt op een 80 meter hoge basaltrots, een ideale plek dus voor een fenomenaal uitzicht over de stad en het Centraal Massief. Buiten is het intussen flink gaan stormen en zorgt de loeiende wind voor een speciale sfeer in deze kapel. Ook hier vertoeft Hugo enige tijd zodat hij zich bewust kan worden van dit speciaal kader en het unieke van dit moment.

Tegen de avond is er alweer een nieuwe lichting pelgrims toegekomen in de gîte.
Na zijn avondmaal brengt Hugo alles in orde voor zijn eerste etappe op de oudste historische Sint-Jacobsroute en dan is het vroeg in bed 'want ik wil morgen vroeg op stap'.
'Ik ben vree gerecupereerd, vooral mentaal dan. Deze dag heeft echt deugd gedaan.'



de Zwarte Madonna van Le Puy-en-Velay





 Notre Dame de France in de stellingen

                                         
Chapelle Saint Michel d'Aiguilhe


   











vrijdag 27 april 2012

Etappe 49 : Le Puy-en-Velay

Dinsdag, 24 april 2012

Tijdens het ontbijt deelt Hugo mee dat hij vandaag alleen naar Le Puy wil wandelen.
Martin en Marcel, de Nederlands pelgrim, begrijpen dit en vertrekken kort na het ontbijt. Hugo doet het rustig aan en vertrekt enige tijd later. Hij gaat eerst nog eens langs 'le mairie' voor een stempel, maar tevergeefs wegens gesloten. Dus vertrekt hij rond 9:45 zonder stempel maar verwachtingsvol op weg naar Le Puy-en-Velay.  Het is een korte etappe van ongeveer 20 km in een mooie omgeving. Vandaag kan hij tijdens het wandelen terug naar zijn muziek luisteren en 'het deed deugd om weer eens op mijn eigen te zijn.'  Halverwege begint het echter flink te regenen. 'De laatste 10 km was het dus in de gietende regen, maar op den duur ben je dat gewend. ' 

Rond 13:30 komt Hugo al aan in Le Puy en gaat hij rechtstreeks naar de pelgrimsontvangst in de kathedraal Notre Dame du Puy. Zoals eerder in Reims en Vézelay, brengt hij het thuisfront van dit speciale moment via sms op de hoogte. Terwijl hij de trappen naar de kathedraal oploopt, tikt hij zijn sms-je in. Een iets oudere Franse man had dit blijkbaar opgemerkt en kon het niet laten om net iets te luid te verkondigen 'En zelfs de GSM zit binnen handbereik'. Deze misschien wel onschuldig bedoelde uitspraak, treft Hugo toch wel. 'Ik sta daar na al die kilometers alleen op die trap en krijg juist dan een sneer van een doodvreemde. Ik had dat totaal niet verwacht.' Eens in de kathedraal laat hij in gedachten zijn voorbije weg de revue passeren en denkt hij aan thuis, familie en vrienden die nu toch wel veraf zijn.  En ook aan Martin, 'we hebben samen onze weg moeten zoeken en daardoor maak je toch een bepaald soort verbinding met elkaar.' En zoals zovele bezoekers in de kathedraal, brandt ook Hugo een kaarsje. 'Er is hier een andere sfeer dan in Reims en Vézelay. Er komen hier veel pelgrims toe, het is hier dus drukker en grootschaliger en meteen ook een stukje afstandelijker.' Het is dus even wennen en met gemengde gevoelens loopt Hugo nog eens rond in de kathedraal en ontdekt er een groot beeld van Sint-Jacobus waarbij zeer veel kaarsen branden. Omdat hij nu wel benieuwd geworden is bij welke heilige hij daarvoor dan wel een kaars zette, gaat hij nog eens terug kijken. Het blijkt de heilige Anna, de patrones van de families, te zijn. Voor Hugo is dit enigszins confronterend omdat in zijn ouderlijk huis altijd een beeld gestaan heeft van deze heilige waar zijn moeder veel waarde aan hechtte.  Omdat zijn tocht toch meer te maken heeft met Jacobus, 'heb ik dan nog maar een kaars gekocht en die bij Jacobus gaan zetten.'

Even later komt Marcel, de Nederlandse pelgrim van gisteren, hem tegemoet en samen gaan ze naar de gîte Saint-François, niet ver van de kathedraal. De kamers worden echter maar  om 16:30 toegewezen, dus laten ze hun rugzak daar achter en vertrekken ze samen richting centrum. Eerste halte is het postkantoor. Deze keer verloopt alles vlotjes. Het postpakket, pas vorige donderdag verstuurd vanuit Gent, is er al. Een meevaller !  Marcel, intussen toch wat onder de indruk van Hugo's kaartensysteem, wil dezelfde kaarten kopen als die van Hugo en dus gaan ze daar in Le Puy samen naar op zoek. 'Mijn systeem om de kaarten op A4 te kopiëren, is heel praktisch omdat je naast de weg die je moet volgen ook een beeld hebt van de ruime omgeving. Ik ben hier blijkbaar de slimsten van den hoop :-)'
Eens op de kamer, is het alweer tijd voor de dagelijkse was. En omdat de keuken van de gîte al volzet was, gaat Hugo 's avonds nog eens de stad in om ergens te gaan eten. Het worden mosselen met frieten, 'maar die frieten trekken hier op niets, maar fin, we moeten niet met een lege maag gaan slapen.'  Alhoewel bijna alle pelgrims morgen alweer vertrekken, besluit Hugo toch een rustdag te nemen. 'Ik heb nog even getwijfeld om ook al meteen aan te zetten, maar heb uiteindelijk toch beslist om hier nog een dagje te blijven. Ik kan dan eens rustig mijn kaarten en boekjes bestuderen en eigenlijk wil ik ook nog wel iets van deze stad zien.'  


                       
                             




dinsdag 24 april 2012

Etappe 48 : Saint-Paulien

Maandag, 23 april 2012 

'Vannacht heb ik mij verlegd van kamer omdat Martin te veel snurkte. Zo heb ik toch gans de nacht goed kunnen doorslapen.'
's Morgens zorgen ze zelf voor hun ontbijt en rond 8 uur zijn ze al op stap richting Saint-Paulien, de laatste stop voor Le Puy-en-Velay. Alweer is de etappe een stuk langer dan vermeld in de gids. Het worden 24 km in plaats van 17. 'Gans de dag gestapt door een zeer mooie bergachtige streek. 't Was wel zeer koud vandaag wat een beetje een domper zette op het geheel.'
Rond 15:00 komen ze aan in Saint-Paulien en gaan ze op zoek naar het 'Centre d'Hébergement'. Omdat de dame die hen zal ontvangen nog niet aanwezig is, trakteren ze zichzelf in het dorp op een Leffe. Uiteindelijk geraken ze toch in de gîte waar naast Hugo en Martin ook nog een Nederlandse pelgrim en '2 jonge Franse gasten' verblijven. Aangezien Hugo 'scheel van de honger is', wil hij vandaag eens deftig eten. Maar in het centrum van Saint-Paulien is er helaas niets open. Een eindje buiten het centrum is er gelukkig wel een Intermarché waar hij een 'baguette en een gigantische entrecôte' koopt. 'Vanmiddag was ik nochtans van plan om er eens mijn werk van te maken en ook een slaatje te maken, maar gans mijn systeem vroeg naar eten, dus moest het rap gaan. En die keuken leent er zich ook niet toe, als je daar met 5 staat rond te draaien, om uitgebreid te koken.' Nu hij weer nieuwe energie heeft, doet hij nog een uitgebreide was, want vandaag 'was er veel slijk en vuiligheid op de weg, dus mijn broek moest ook eens gewassen worden.'

Morgen naar Le Puy-en-Velay. Voor Hugo toch wel een belangrijke mijlpaal want daar start een nieuw hoofdstuk. Hier begint immers één van de 4 historische pelgrimswegen : de Via Podiensis. Deze aanlooproute loopt van Le Puy-en-Velay tot Saint-Jean-Pied-de-Port, het plaatstje aan de voeten van de Pyreneeën vanwaar veel pelgrims vertrekken om de oversteek naar  Spanje te maken en de Camino Francés aan te vatten.  Deze weg, die overeenkomt met de GR 65, is zeer goed gemarkeerd en vrij populair bij Fransen en Zwitsers. Dit heeft er toe geleid dat er zeer veel voorzieningen voor pelgrims zijn. Een groot contrast met de weg die hij achter zich laat. 'Voor mij is het morgen een zeer belangrijke etappe. Ik heb dat ook al duidelijk gemaakt aan Martin. Ik was van plan om hem tijdens het avondeten te zeggen dat ik alleen wou lopen morgen, maar het is er niet van gekomen. Ik zie wel hoe het morgen verloopt.'
'Ik heb tijd nodig voor mezelf. Dat voel ik. Ik ben moe en ga vroeg slapen vandaag.'
Gelukkig heeft vannacht ieder zijn eigen kamer (met 4 bedden trouwens). Het wordt beslist een rustige nacht ....


 


maandag 23 april 2012

Etappe 47 : Saint-Georges-Lagricol

 Zondag, 22 april 2012

Vanmorgen gaan Hugo en Martin, de Franse pelgrim, samen op pad. Rond een uur of negen vertrekken ze richting Saint-Georges-Lagricol. Volgens de gids een etappe van 23 km, 'maar het waren er tenminste 27.' 

Het is een mooie etappe en ze wandelen zelfs een stukje op 'le Chemin de César', een authentieke Romeinse weg, destijds een militaire snelle weg - een autostrade avant la lettre - die Lyon met l'Aquitaine verbond.
In de namiddag komen ze aan in Saint-Georges-Lagricol, een klein dorpje op ongeveer 850m hoogte met een 450-tal inwoners. Ze logeren er in een grote gîte communal (capaciteit van 60 personen) voor slechts 13€/pp/nacht. 'Hier vinden ze dat ongehoord, ze lachen er zelfs mee, dat je als pelgrim in andere streken in een chambre d'hôtes 45€ of meer moet betalen. Je voelt dat je in een streek komt die meer vertrouwd is met pelgrims.' Ze installeren zich en wandelen wat rond in het dorp. 'Gelukkig was het hier markt vandaag, want meestal is op zondag alles gesloten. 'k Heb mij een brood gekocht en een halve kip aan 't spit.'

's Avonds reserveert Hugo zijn overnachting voor de volgende dag. Aanvankelijk besluit Martin niet mee te gaan en de route te nemen die hij bij zijn voorbereiding uitgestippeld had, maar uiteindelijk zwicht hij toch voor de kortere versie. 'Ik was eigenlijk al content met het vooruitzicht om weer wat op mezelf te zijn.' Het is even wennen aan de continue aanwezigheid van een mede-pelgrim die deze onderneming op een andere manier aanpakt. 'Er zit altijd een les in de weg die het leven mij aanbiedt. Maar het moet wel het leven zelf zijn die de dingen aanbrengt en niet het ego van de mens. Na vandaag ben ik wat uit mijn wereld en heb ik wat heimwee.' 


  
                      

zondag 22 april 2012

Etappe 46 : La Chapelle-en-Lafaye

Zaterdag, 21 april 2012 

Na een verkwikkende slaap wordt Hugo nog eens getrakteerd op een verzorgd ontbijt in het gezelschap van de vrouw die de gîte uitbaat. Het was zij die eergisteren zo bezorgd was aan de telefoon en nu wil ze natuurlijk zijn verhaal horen. Uit ervaring weet ze dat het helemaal anders is als je alleen bent of met 2. Als je alleen bent, wordt het natuurlijk gevaarlijker.  Ze weet ook te vertellen dat ze nog de hele volgende week slecht weer voorspellen. 'Als ik dat hoorde, was ik eigenlijk wel blij dat ik toch aangezet heb, anders had ik goed vastgezeten in Col de la Loge.' 'De etappe van gisteren zou immens mooi zijn qua natuur en landschap, maar daar heb ik door de mist en de sneeuw dus niets van gezien.'
Rond 9 uur vertrekt Hugo richting La Chapelle-en-Lafaye, 25 km verder en onder een stralende zon. Het wordt een zeer gemakkelijk etappe want het is veel dalen vandaag, naar 1060m hoogte. In Saint-Anthème springt Hugo eens binnen in een apotheker om zijn voorraad tape aan te vullen en koopt hij een brood. 'Bij de beenhouwer stond er een lange rij. Ik had geen zin om te wachten en ben dan maar doorgewandeld.'
'Ik heb vandaag in de stralende zon gewandeld, maar ook in de sneeuw, dan eens in de gietende regen en dan weer met een sterke koude wind. En dat allemaal op 25km, van afwisseling gesproken.'
Rond 14:30 komt hij aan in La Chapelle-en-Lafaye, een klein dorpje met hooguit 120 inwoners, maar er is wel een prachtige gîte communal. 't Is precies of dit dorpje hier pas gebouwd is, alles is hier splinternieuw.' De beheerder van de gîte raadt hem aan in de plaatselijke auberge te informeren of hij er vandaag nog kan eten. De auberge is niet open deze avond, maar de chef is bereid een volledig menu (= inclusief kaas) te maken die Hugo om 16:30 kan komen afhalen. Goede vooruitzichten dus !  De verantwoordelijke van de gîte legt ook uit dat La Chapelle op een punt ligt waar er een 3-tal wandelroutes samenkomen, vanuit Vézelay, Lyon en Cluny. Het Franse Compostella-genootschap heeft vanuit La Chapelle een route uitgestippeld zodat pelgrims via een kortere weg dan de GR in Le Puy kunnen geraken. Deze route 'le chemin jacquaire par la voie Bolène' is ruim 30 km korter dan de GR3 en loopt dwars door de bossen maar is zeer goed aangegeven. 'Ik ga dat zo doen. Het zijn 3 korte etappes, één van 23 km, één van 17 en één van 20. Du ik zal dan dinsdag al in Le Puy aankomen'.
Tegen de avond komt er nog een Franse pelgrim aan in de gîte, die meteen ook eten gaat bestellen in de auberge. 's Avonds eten ze samen en praten ze veel met elkaar. Het wordt alweer geen gesprek over koetjes en kalfjes. 'Hier is er immers tijd om naar mekaar te luisteren. Je kan je ook niet wegsteken, het gaat vanzelf dat je begint te spreken over de dingen die je beroeren en bezighouden.'
Ze spreken af om morgen samen te vertrekken, maar ieder aan zijn eigen tempo. Onderweg wachten ze dan wel op elkaar. 'We zullen zien wat het geeft, want hij pakt het helemaal anders aan dan ik. Hij is eerder een wandelaar dan een pelgrim en stelt voortdurend eisen aan de weg, iets wat ik bewust niet doe. Voor mij is altijd alles goed. Ik sta daar wat verwonderd naar te kijken.'




















                            

Etappe 45 : Col des Supèyres

Vrijdag, 20 april 2012 

Een etappe om nooit te vergeten ...

SMS om 10:10
Moet ploeteren. Overal mist. Sneeuw 30 cm. Weet niet wat volgt. We zien wel. Moet dicht bij Pas de Croi zijn.

Om 7:45 vertrekt Hugo om te proberen vanuit Col de la Loge in Col des Supèyres (24 km) te geraken, in de gedachte 'als het niet lukt, kan ik nog altijd terugkeren'. Hij krijgt 2 lunchpakketten mee, want vanavond kan hij in de gîte op de Col des Supèyres uitzonderlijk geen eten krijgen.
'Van in het begin was het enorm moeilijk. Gelukkig had ik heel goed onthouden wat ik moest doen, zo heb ik nog de GR gevonden. Maar op een bepaald moment, kom je uit het bos en sta je plots voor een immense sneeuwvlakte, de flank die naar de Col du Béal leidt. Ik ben dan maar beginnen stappen, maar het was verschrikkelijk. Bij elke stap, zakte ik tot mijn knieën in de sneeuw en dat met die rugzak van bijna 13 kg.' Hugo beseft dat hij dit geen uren kan uithouden en daarom besluit hij te bellen naar de Col de la Loge om hem te komen halen, maar er is helaas geen GSM-bereik. 'Dat was een schok. En ik besefte plots : nu moet ik oppassen en wakker worden, maar er zat niets anders op dan verder te doen'.
Na ongeveer 1 uur werd het plots heel donker en begon het flink te sneeuwen. 'Ik stond daar midden in die vlakte en ik zag een donkere wolk recht op mij afkomen. En 10 minuten later zat ik volop in de mist en zag ik bijna niets meer. Net voor die wolk afkwam, had ik in de verte nog een stokje met de 2 streepjes van de GR gezien. Ik ben daar dan naar toe gesjokt. Als ik bij het paaltje was, heb ik het uit puur contentement een zoen gegeven omdat ik wist dat ik dan niet ver meer van Col du Béal was. En terwijl ik daar stond, hoorde ik precies mensen praten, maar ik zag niets. Ik hoorde het alleen maar als ik mijn hoofd in een bepaalde hoek draaide. Ik ben op die stemmen afgegaan en uiteindelijk heb ik Col du Béal bereikt.'  Tot dan heeft hij in 3,5 uren slechts 7km afgelegd.

Op die Col waren inderdaad twee mensen uit de streek aan het snowkiten (op ski's en zich laten voorttrekken door soort parachute). Eén van hen had Hugo opgemerkt en stond hem op te wachten als hij aankwam. 'Hij zag natuurlijk direct dat dit niet te doen was'. De man - van een jaar of 45, uit de streek en een uitgesproken sporttype - vertelt Hugo dat die mist levensgevaarlijk is. In de streek kan die plots opkomen en je weet niet meer waar je zit. Het is niet uitzonderlijk dat er sneeuw valt in deze tijd van het jaar, maar wat dit jaar wel uitzonderlijk is, is het feit dat er zoveel sneeuw is én dat ze zo lang blijft liggen. Normaal is het maar 10 cm en is ze 's anderendaags al weer gesmolten. Als de man verneemt dat Hugo op weg is naar Col des Supèyres, verbiedt hij hem om via Pierre-sur-Haute te gaan, want daar is nu geen doorkomen aan en het is levensgevaarlijk. De man neemt Hugo mee in zijn auto - waar het toch net iets warmer is dan buiten- en overloopt met hem de verschillende opties : ofwel voert hij Hugo met de auto een stuk verder zodat hij Pierre-sur-Haute en de Col kan omzeilen ofwel moet Hugo via een andere weg en de binnenwegen naar de Col geraken (5 à 6 km langer dan de voorziene etappe).  Hij wijst Hugo ook op het gevaar van onderkoeling (dat gebeurt blijkbaar zeer snel en zonder dat je het beseft) en vertelt dat er al mensen gestorven zijn in dit gebied, door de plotse mist en desoriëntatie lopen ze verloren, komen ze vast te zitten en vriezen ze dood. 'Ik stond voor een dilemma want ge moet toch zien dat ge u leven niet riskeert. Maar ja, een pelgrim gaat te voet ...'.  De man, die Alain heet en intussen doorhad dat Hugo nog niet klaar was om dit idee los te laten, zoekt via zijn GPS - 'dat hebben ze hier allemaal bij zich' - naar een kortere alternatieve wandelroute.  Omdat dit helaas niet meer op de kaart staat die Hugo bij zich heeft, noteert hij één en ander op een blaadje papier. Deze keer is de wegbeschrijving als volgt : 500m voorbij Col du Béal aardewegel naar links en naar beneden, die blijven volgen tot die op grotere weg uitkomt, wat naar boven gaan tot haarspeldbocht en daar baantje nemen die in de bossen leidt, dat altijd maar blijven volgen en dan kom je uit aan de Col des Supèyres. Ze wisselen telefoonnummers uit en Hugo gaat weer op stap. 'Intussen besefte ik dat het een kwestie was van er levend uit te geraken.'

Hugo vindt vrij snel de bewuste aardewegel, die helaas volledig ondergesneeuwd is (30 à 40 cm sneeuw). Hij bereikt ook de grote baan, maar neemt te snel een bocht voor dé haarspeldbocht waardoor hij enige tijd later beseft dat hij gewoon een hoek heeft gemaakt. Hij besluit terug te keren richting Col du Béal om te herbeginnen. Als hij ook dan vaststelt dat er geen GSM-bereik is, raakt hij lichtjes in paniek. 'Op den duur wordt doorzettingsvermogen ijdelheid. En die grens was nu bereikt. Eigenlijk had ik ze al overschreden en dat voelde ik nu goed ...'
Plots komt er een auto voorzichtig aangereden en stopt. Het blijken Alain en zijn kompaan te zijn. Omdat Alain wist dat Hugo geen kaartmateriaal  had, vertrouwde hij het zaakje niet en is hij hem komen opzoeken. 'Gelukkig dat ik nog langs de grote baan liep en nog niet in het bos zat of ze hadden mij niet gevonden. Hij had op voorhand verschillende gezegd dat het zonder kaart niet te doen is, maar ik was hardhorig'. Hugo moest nu niet lang meer nadenken en stapt in de auto want 'verder doen zou ongepaste pretentie zijn.' Tijdens de rit vragen ze aan Hugo hoe de Fransen hem behandelen. Hugo heeft deze vraag al meerdere keren gekregen (en altijd van gewone mensen). Oprecht en gemeend antwoordt Hugo : 'Très bien. Mais évidemment on reçoit toujours ce q'on donne. De twee mannen waren onmiddellijk mee en konden dit alleen maar bevestigen.  Na een heel eind rijden, zet Alain Hugo af in het gehucht Roche, vanwaar hij verder te voet langs de gewone wegen  naar Saint-Anthème (15 km en normaal de eindbestemming van de etappe van morgen) kan ofwel naar de Col des Supèyres. Ze nemen afscheid en al wandelend bedenkt Hugo 'nu was het toch wel gevaarlijk. Ik heb mijn ijdelheid aan de kant moeten zettten. Vooral de confrontatie met het uitvallen van het GSM-bereik, zodat eventuele hulp niet meer mogelijk is, is confronterend. Die man heeft misschien wel zonder dat hij het weet mijn leven gered. Ik heb een foto genomen van hem en beloofd dat ik een kaars ga branden in  Santiago. En als ik in België een Fransman tegenkom in nood, ga ik zeker helpen.'  Hugo besluit principieel toch maar naar Col des Supèyres te stappen, 'zonder er echt helemaal achter te staan. Want het doel blijft toch Santiago en niet de plaatsen onderweg. Ik heb het gedaan om er achteraf niet te moeten over piekeren.'
Rond 16:30 komt Hugo aan in op zijn bestemming : Col des Supèyres. 'Ik was do-content dat ik die vent van de gîte zag !'  Om te beginnen neemt hij een heerlijke warme douche en 's avonds eet hij in zijn eentje en bij gebrek aan iets anders zijn boterhammen op die hij meekreeg uit Col de la Loge. Door het venster van zijn slaapvertrek heeft hij een prachtig uitzicht op het sneeuwlandschap van het Centraal Massief en beseft hij dat hij alweer een levensles rijker is. 'Als ik het achteraf bekijk, heb ik het gevoel dat die man gezonden was om mij te helpen. 't Klinkt misschien raar, maar nu begrijp de zinsnede uit  het pelgrimslied 'Deus adjuva nos' . Nu vat ik de dimensie die er achter zit volledig. Op je camino komt er altijd vanuit één of andere hoek een oplossing. Daar zit volgens mij een energetische wetmatigheid in. En het voorval van vandaag is daar een modelvoorbeeld van'.  En net voor hij gaat slapen, belt Alain hem op om te informeren waar hij zit en of alles OK is. Na dit mooie contact en deze intense dag, is slapen deze keer geen probleem.





Kaart verloop etappe 45 van Col de la Loge naar Col des Supèyres

zaterdag 21 april 2012

Etappe 44 : Col de la Loge

Donderdag, 19 april 2012

Als Hugo aan de ontbijttafel aanschuift, zijn de nonnen, de cynische priester en le père (de hoofdpriester) al present. Alweer is die ongemakkelijke stilte aanwezig. De cynische priester voelt zich blijkbaar geroepen om die te verbreken en vuurt prompt een vraag op Hugo af : of hij dan iets speciaals mee heeft voor zijn pèlerinage ?. 'Hoe bedoel je ?' repliceert Hugo 'spiritueel of materieel, van kleren en zo ?'. De oudste non lacht een stille lach en bevestigt dat het inderdaad niet uit te maken is uit de vraag. Aangezien de man doelde op het materieel gebied, vertelt Hugo één en ander over zijn uitrusting. Even later vraagt dezelfde non of Hugo van plan is een boek te schrijven na zijn tocht want ze kent iemand dit gedaan heeft. 'Er hebben mij dat nog al mensen gevraagd. Ik weet het niet, maar als het ooit zo ver zou komen, zal ik het in elk geval niet alleen over de materiële kant van de zaak hebben.' Plots wordt de sfeer wat alerter en zijn er alleen nog maar vragende blikken op Hugo gericht. Na wat gestuntel en gehakkel, volgt er een korte diepgaande monoloog. Tot Hugo's verbazing zijn de cynicus en de nonnen één en al oor, alleen de hoofdpriester staart wat ongemakkelijk in zijn bord. Als Hugo na het ontbijt aanstalten maakt om naar zijn kamer te gaan, komt de hoofdpriester naar hem toe, drukt hem de hand en zegt 'vandaag draag ik de eucharistieviering aan u op'. Ook een non komt vragen of hij in Santiago eens voor hen wil bidden.

Rond 9:00 wordt Hugo vriendelijk uitgewuifd en vertrekt hij richting Col de la Loge, een korte etappe van ongeveer 15 kilometer en naar een hoogte van 1253m. De sneeuw valt dan al met bakken uit de lucht. Het wordt dan ook een lastige etappe : 'Ik heb veel gesukkeld vandaag. Het weer is niet te doen. Er ligt veel sneeuw waar je geen markeringen ziet. Bovendien werd de route van de GR3 hier onlangs blijkbaar aangepast, maar dat staat natuurlijk nog niet op mijn kaart. Ik ben zeker 1,5 uur verkeerd gelopen.'

Rond 14:00 komt hij toch aan in Col de la Loge in de gîte rural. Het is in feite een soort skioord met een bar en restaurant dat sinds kort overgenomen werd door '3 jonge gasten, die gaan voor hun zaak'. Ze schotelen Hugo in elk geval een deftige warme maaltijd voor.
Zoals gewoonlijk begint Hugo zijn volgende etappe te plannen en te reserveren. De vrouw van de gîte in Col de Suprèyes - de bestemming voor morgen - klinkt oprecht bezorgd als ze hoort dat hij de etappe alleen zal afleggen. Ze vraagt zijn GSM-nummer en zijn uur van vertrek, zodat ze weet dat ze hem moet laten zoeken moest hij tegen 18:00 nog niet zijn gearriveerd. Door de bezorgdheid van deze vrouw wordt Hugo plots geconfronteerd met het feit dat de etappe mogelijks niet kan doorgaan. Hij vraagt raad aan de 3 mannen van de gîte waar hij nu zit. Zij bevestigen dat het inderdaad geen evidentie zal zijn. Ze twijfelen en kunnen het moeilijk inschatten omdat ze zelf ook nog nooit zo ver gegaan zijn in dergelijk weer. Eén ding is zeker : orïenteren wordt door de vele sneeuw uitermate moeilijk. Ze voorspellen vanaf morgen wel stralende zon, maar de streek is gekend voor plots opkomende mist. De mannen maken hem duidelijk dat ze er niet happig op zijn, maar dat zij hem natuurlijk niet kunnen tegenhouden. Hugo zit aanvankelijk wat in zak en as, maar het vooruitzicht om hier 3 à 4 dagen vast te zitten en niets te doen, doet hem toch besluiten om het te proberen. Na zijn beslissing, halen de mannen er een gesofisticeerde GPS bij en samen bereiden ze de weg voor. Het klinkt als volgt : bij vertrek de sporen van de hondenslee volgen, als die sporen afbuigen rechtdoor gaan, altijd in zuidelijke richting tot Col du Béal (1390m). Vandaar naar Pierre-sur-Haute (1634m en meteen het hoogste punt van de Monts de Forez en van het departement Loire). Oriëntatiepunten daarbij zijn de grensmarkeringen en de stokken langs de weg die nog uitsteken uit de sneeuw. Op de top van deze berg is een radarstation dat al van ver te zien is (als er geen mist is natuurlijk). En vandaar in rechte lijn naar Col des Supèyres (1369m). Als je de weg kwijt bent of het lukt niet, je eigen sporen terug volgen ...

Net voor  hij gaat slapen, fluistert één van de mannen hem in het oor 'als het echt niet lukt, moet je maar bellen en dan komen we je wel halen met de hondenslee'. Van slapen is helaas weinig sprake ....






vrijdag 20 april 2012

Etappe 43 : Notre Dame de l' Hermitage

Woensdag, 18 april 2012

Vandaag stapt Hugo van Chabreloche naar Couvent de Notre Dame de l'Hermitage, op 1100 meter hoogte. Het wordt dus alweer klimmen vandaag. Hij vertrekt om 9:45 en volgt nu wel de GR3.
Het wordt een zware etappe : 'een etappe zoals vandaag, zou zonder trainen niet zo evident zijn. Mijn voeten zijn zeer goed nu - die ene teen komt echt goed - en ook mijn fysiek is al veel verbeterd.'

'De natuur is hier ongelooflijk mooi. Onderweg had ik prachtige vergezichten. Het is hier iets helemaal anders dan de Morvan, 't is imposanter. Je kunt hier veel verder kijken. Hier is er nog 'echte' natuur.'

Onderweg verliest Hugo wat tijd omdat hij meent verkeerd te lopen. Hij wandelt met muziek 'en na zo een 15-tal minuten afdalen, merk ik plots dat ik geen GR-teken meer zie.' Al bijna in een automatisme maakt hij rechtsomkeer naar het vorige en laatste GR-teken om het vanaf daar opnieuw te proberen. 'Dus de hele klim weer naar boven om vast te stellen dat ik toch juist was'. Later merkt hij dat ongeveer 5 meter verder dan het punt waar hij rechtsomkeer maakte toch een GR-teken aanwezig is, maar voor de eerste keer is dit aangebracht in de grond. 'Dat had ik nog niet tegengekomen, tot nu toe was het altijd op de bomen.'  Maar er zijn ook leuke anekdotes onderweg : 'Ik liep op een boswegel die niet veel verder zou eindigen en uitkomen op een asfaltweg. Er stond een auto midden op de boswegel en ik zag dat er niemand achter het stuur zat. Voor mij was de auto dus leeg, maar als ik voorbij wandelde, zag ik in een flits een jonge gast maar ook 2 vrouwenbenen in de lucht met knalrode hoge hakken ....  Iets verder op de asfaltweg stond er nog een auto, wellicht die van 'madam' ...'

Rond 15:15 komt hij aan in Notre Dame de l'Hermitage. 'Het is ongelooflijk hoe uw lichaam zich aanpast. Als ik vroeger op mijn bestemming aankwam, had ik direct de behoefte om mijn wandelschoenen uit te doen. Maar nu heb ik dat niet meer. Ik heb er zeker nog een uur mee rondgelopen vooraleer ik ze uitdeed.'  Le Couvent de Notre Dame de l'Hermitage is gelegen op 1100 meter hoogte en in het midden van de bossen. Het is een klooster dat nog bewoond wordt door 6 nonnen en enkele priesters van de 'Communauté des missionnaires de la Salette'. Er heerst hier al een eeuwenlange traditie om pelgrims en andere bezoekers te ontvangen. Hugo wordt er dan ook hartelijk ontvangen en krijgt een kamer toegewezen, waar het echter ijskoud is. Dus neemt hij maar een lange hete douche om het weer wat warm te krijgen. Maar gelukkig ontdekt hij even later hoe hij de verwarming aan de praat kan krijgen, zodat zijn kleren kunnen drogen tegen 's anderendaags.
Tegen de avond woont hij in het klooster een dienst bij, 'maar het was verschrikkelijk. Zonder enige bezieling werden constant weesgegroeten en onzevaders afgerammeld. Dit kan toch de bedoeling niet zijn ? Volgens mij zijn ze zo toch niet juist bezig.' Met een ietwat vervelend gevoel keert hij terug naar zijn kamer. Maar ook tijdens het avondeten hangt er een rare sfeer. In het beperkt gezelschap aan tafel, bevindt zich een priester van ongeveer half de 40, die Hugo omschrijft als verbitterd en cynisch. 'Tijdens het eten zat hij constant af te geven op de politiek, zowel in België als in Frankrijk. En natuurlijk ook over de crisis.' Als Hugo probeert het gesprek een positievere wending te geven door te zeggen dat Frankrijk toch een mooi land is dat hij sterk kan waarderen, komt de man maar pas goed op dreef. Hij blijft echter bij zijn oorspronkelijk idee : Frankrijk is slecht. Dan haalt Hugo maar wat  grover geschut boven door de stelling te poneren dat hij erin gelooft dat we momenteel als antwoord op de crisis en al de problemen een idee nodig hebben die de wereld en Europa verenigt. 'In Vervins had ik het er met de diaken ook over gehad en daar reageerden ze instemmend. Hier werd het ijzig koud en vooral enorm stil ... '  Achteraf maakt Hugo zich de bedenking dat de confrontatie met iets wat normaal gezien hun christelijk idee zou moeten zijn, misschien wat groot was.
Om het vervelend gevoel dat blijft hangen na het avondeten kwijt te geraken, wandelt hij voor het slapen gaan nog wat rond op het domein van het klooster. Daar bevinden zich 2 rotsen - les deux rochers de Peyrotine - 2 enorme blokken graniet ontstaan door erosie. Op de hoogste rots staat een metalen kruis en van daaruit heb je een prachtig uitzicht over het Centraal Massief.
Na een telefoon met het thuisfront, gaat hij slapen. Morgen staat een iets kortere etappe van 14 km naar Col de la Loge (op 1300m hoogte) op het programma.





Etappe 42 : Chabreloche

Dinsdag, 17 april 2012

Vanmorgen opgestaan met een stralende zon en het was helemaal niet koud ondanks de dikke sneeuwlaag. Hugo vertrekt een pak later dan de 2 andere Vlaamse pelgrims. Hij reserveert eerst zijn overnachting in Chabreloche en krijgt te horen dat hij ofwel voor 14:00 ofwel na 18:00 moet aankomen.

Bij zijn vertrek in Lavoine gaat de weg, die trouwens goed begaanbaar is, naar beneden tot in Saint-Priest-la-Prugne. Het is 11:00 als hij daar aankomt en een wegwijzer geeft aan dat het nog 17 km is tot in Chabreloche. Dus heeft hij nog welgeteld 3 uren wil hij daar voor 14:00 aankomen. 'Ik heb dan maar besloten om er ne lap op te geven. Het was echt doorstappen en steken en soms zelfs lopen in het afdalen'. Een eindje voorbij Saint-Priest-la-Prugne gaat hij terug het bos in, waar hij geregeld een pak sneeuw op zijn kop krijgt die van de dennebomen valt. Tot in Arconsat gaat de weg goed omhoog en wordt het weer klimwerk en meteen ook veel meer sneeuw. 'En het was dus waar wat die man gisteren zei, je zag zo waar het ene departement ophield en waar het andere begon. Het is direct veel lastiger lopen met een pak sneeuw op de weg.' Maar aangezien Chabreloche in een dal gelegen is, is het eens voorbij Arconsat terug afdalen geblazen. Hugo komt al lopend het dorp binnen en daar zitten de 2 Vlaamse pelgrims op een terras rustig hun boterhammen te eten. 'Ze keken nogal raar als ik naar beneden kwam gerend. Zo van : Ah, gij doet het al lopend vandaag ?'. 


Rond 13:30 stapt Hugo het Hotel le Mandrin binnen. 'Ik heb dus aan een gemiddelde van bijna 7 km/u gestapt vandaag.'  Een half uurtje later komen de 2 andere pelgrims net op tijd aan, 'ze moesten al op het venster tikken want de deur was al toe, maar ze heeft ze nog net binnen gelaten.'
Hugo installeert zich en rust wat uit in zijn kamer, wandelt eens rond in Chabreloche en rond 19:00 gaat hij samen met de 2 andere pelgrims eten. 'Het zijn toffe gasten, maar ze benaderen de camino op een totaal andere manier dan ik. De gesprekken gaan dan ook vooral over kilometers en euro's ...'.













maandag 16 april 2012

Etappe 41 : Lavoine

Maandag, 16 april 2012

Opnieuw heeft het gans de nacht geregend. 's Morgens twijfelde Hugo of hij wel zou vertrekken want een 2e dag in de gietende regen doorbrengen, sprak hem niet echt aan. Maar aangezien het nu eerder smeltende sneeuw is en het niet te koud is, vertrekt hij al om 7:30 richting Lavoine, gelegen op een hoogte van 900m en 18 km verder. Eens goed en wel op pad begint het te sneeuwen en ook de weg gaat altijd maar in stijgende lijn. 'Het was altijd maar omhoog en hoe hoger hoe meer sneeuw. Op den duur zat ik in een echt sneeuwlandschap. In het bos lag er wel 20 à 30 cm sneeuw en was er een dichte mist. Het was echt ploeteren om vooruit te geraken'. Gelukkig was de GR zeer goed aangegeven, 'er waren overal nieuwe merktekens aangebracht, maar de oude hingen er ook nog. En dat kwam goed uit, want als je nu misloopt, wordt het echt gevaarlijk. Het enige wat je doet, is staren naar die markeringen.' Op een bepaald moment hoort Hugo enorm veel lawaai, maar hij kan het niet echt thuisbrengen. Aangezien het aanhoudt, probeert hij uit te zoeken van waar het komt. 'Raar, maar het kwam gelijk van boven, in de lucht dus. Plots kwam ik op een meer open plek en dan zag ik dat het windmolens waren. Ik stond er op 50m van, maar door de mist kon ik ze gewoon bijna niet zien. Ik wist niet dat die draaiende wieken zoveel lawaai maakten'. 
Rond 14:30 bereikt hij eindelijk Lavoine. Hij komt er een auberge tegen en trakteert zichzelf op een pintje. Blijkt dat de eigenaar deze zaak nog maar 10 dagen uitbaat. Hugo informeert of  hij hier ook warm kan eten en belooft de man dat hij er vanavond komt eten.
Dan is het nog ongeveer 2 km verder stappen naar de gîte in 'Foyer de ski de Fond du Montoncel'.  Hij wordt er hartelijk ontvangen door een koppel. De man zegt al vrij snel 'En, morgen ook naar Chabreloche, zeker ?' Als Hugo daar bevestigend op antwoord, schudt hij zijn hoofd. Dat zal niet gaan, op de Puy du Montoncel (1287m) ligt er sneeuw tot kniehoogte, het is dan ook onmogelijk om via de GR vanuit Lavoine in Chabreloche te geraken. Gisteren heeft de man nog 2 pelgrims met de auto naar Chabreloche gevoerd. Het is ofwel deze optie ofwel een dag afwachten. 'Heb gekozen om een dag te wachten en dan te zien', smst hij.

's Avonds gaat hij, zoals beloofd, eten in de auberge in Lavoine en het geluk is met hem want hij kan meerijden met de vrouw van de gîte, die ook die richting uitmoet. Hij is er de enige gast en de waard legt hem echt wel in de watten. De 'plat du jour' blijkt een riant 4 gangen-menu te zijn. 'Ongelooflijk ! 't was zeer lekker en vooral zeer veel. Maar geen probleem want ik was scheel van de honger'. Hij wandelt op zijn gemak te voet terug naar de gîte waar intussen nog 2 Vlaamse pelgrims uit Hoogstraten toegekomen zijn. Ze vertelden hem dat ze zijn sporen in de sneeuw gevolgd hebben en zo makkelijker de weg vonden in het bos. Ze konden zelf zien waar hij getwijfeld had en teruggekeerd was. Deze mannen, 2 schoonbroers, kunnen het zich niet veroorloven om hier een extra dag te wachten en bekijken hun kaartmateriaal om een andere oplossing te zoeken. 'Nu ik gegeten had en al wat meer op mijn gemak was, had ik een klaardere kijk op de situatie . We hebben het nog eens besproken met de man van de gîte en volgens hem moet het wel mogelijk zijn om rond de Col te gaan via de gewone wegen. Het is wel wat afwachten wat betreft de staat van de wegen, want we zitten hier op de scheiding van 2 departementen, het ene departement ruimt de wegen en het andere niet.  Ik ga morgen toch ook aanzetten en dus niet via de GR, maar via de gewone kleine banen.  Het is dan wel zeker 25 km ipv 18, maar mijn voeten doen het momenteel zeer goed.'

Hugo slaat de 2 mede-pelgrims een beetje gade en merkt op dat als je met 2 bent er direct een eiland gevormd wordt. 'Dat is niet goed of slecht, het is gewoon anders en het gebeurt bijna automatisch. Door alleen te zijn, verlies je wat aan ego en daardoor komt je kwetsbaarheid meer op de voorgrond en het is juist die kwetsbaarheid die deuren opent. Je ziet en je voelt veel meer. Maar je betaalt er wel een prijs voor, je moet het alleen doen.
Hetgeen ik wist, ondervind ik nu aan den lijve en dat is een fantastische ervaring. Ik kom weer in mijn element.'


en zoeken naar markeringen...

'Foyer de ski de Fond du Montoncel'

zondag 15 april 2012

Etappe 40 : Saint-Clément

Zondag, 15 april 2012 

Hugo vertrekt rond 9:00 in Saint-Martin-d'Estréaux en gaat eerst langs de gewone wegen naar Arfeuille waar hij de GR 3 oppikt richting Saint-Clément, een tocht van ongeveer 26 km. Vanaf nu zit er niets anders op dan deze GR te volgen tot in Le Puy, dwars door bos- en bergachtig gebied.

Het heeft de ganse nacht hard geregend en ook bij zijn vertrek regent het pijpenstelen. En helaas is het in de loop van de dag niet gestopt, 'de ganse dag heeft het water gegoten. Het was vandaag een natte, verzopen situatie. Bovendien was er een sterke wind waardoor het gelijk horizontale regen werd. Vanaf nu is het ook heel veel stijgen en wordt het dus altijd maar kouder.' Door de langdurige hevige regen, is de GR getransformeerd in een modderstroom. 'En als de GR naar beneden ging, was het gelijk een beek. Sommige straten stonden onder water en daardoor moest ik soms een omweg maken. De eerste uren kon het mij zo nog niet schelen, maar op den duur heb je er wel genoeg van.'

'Tegen dat ik toekwam op de camping - zo rond 15:00 - was ik gelijk wat onderkoeld, maar gelukkig lag de sleutel op de afgesproken plaats. Mijn handen waren zo koud dat ik de deur niet direct open kreeg. Ik heb nog wat moeten zoeken om de verwarming hier aan de praat te krijgen, maar 't is gelukt. Ik ben zeer blij dat ik nu binnen zit en vooral dat ik alles wat kan drogen.'

In de chalet zijn een 3-tal vuurtjes aanwezig en 'ik ben al gans de namiddag bezig om alles weer droog te krijgen want alles is kletsnat. Die regenhoes voor mijn rugzak is heel goed, maar als het blijft slagregenen, kan zelfs de beste hoes dit niet tegenhouden. Gelukkig is mijn slaapzak niet doornat en krijg ik die wellicht wel droog. 't is echt wel back to basics vandaag.'

'Normaal moet ik nog eten gaan kopen voor de volgende etappe, want in Lavoine (eindbestemming van morgen) is er niets. Maar ik heb geen zin om weer naar buiten te gaan en 't is zondag, dus wellicht is er niet veel open. Ik heb nu eten klaargemaakt met wat ik nog heb en dan koop ik morgenvroeg in Saint-Clément nog wel wat voor onderweg en voor 's avonds.'






Etappe 39 : Saint-Martin-d'Estréaux

Zaterdag, 14 april 2012

SMS om 9:10 : 
Vertrokken rond 8:40. Weer en contact met familie Pauwels geeft boost. Ultreia !
Marc heeft me opgebeld met info over de weg. Nog steeds regen en sneeuw in de bergen, maar info geeft moed.

Marc raadde hem ook aan om in La Chapelle-en-Lafaye te overnachten omdat daar in de refter nuttige informatie hangt met verdere overnachtingsmogelijkheden. Hij zat in een sneeuwstorm, maar gelukkig was hij samen met 2 andere pelgrims.  Als Hugo dit hoort, is hij blij dat hij zijn tentje nog heeft. 'Als mij zoiets overkomt, kan ik nog altijd schuilen in mijn tent en slaapzak.' Maar laat ons hopen dat het niet zover moet komen ....

De etappe naar Saint-Martin-d'Estréaux ging zeer vlot. 'Ik heb veel naar muziek geluisterd en dan gaan de uren snel voorbij'.  

SMS om 13:30 :
Toegekomen in prachtige gîte communal voor 10,30€. Straks om entrecôte. Mooie etappe van 23 km, voeten heel goed.

De gîte bleek vroeger een textielfabriekje te zijn. Toen het failliet was, besloot de gemeente om er gîtes van te maken. Er zijn in totaal 19 bedden, verspreid over verschillende kamers. Elke deur heeft een eigen unieke kleur. Het is er nagelnieuw en zeer comfortabel. Hugo doet boodschappen in het dorp en kookt vandaag zelf zijn potje. Verder neemt hij eens uitgebreid de tijd om de verdere etappes door dit moeilijke gebied uit te stippelen, rekening houdende met de beperkte overnachtingsmogelijkheden en de grote hoogtes. 'Ik ben er zeker 2 uur mee bezig geweest. Het was buiten toch keihard aan het regenen, maar ik ben blij dat het nu gebeurd'. Volgens zijn nieuwe planning zou hij op 26/04 in Le Puy-en-Velay moeten arriveren.

Hij regelt al zijn overnachting voor morgen op een camping in Saint-Clément. De uitbater blijkt een West-Vlaming te zijn die - jawel - in Torhout naar school ging. 'Dat is toch ongelooflijk,  hé. Ik was zodanig verbaasd dat ik niet heb verder gevraagd.' De man zegt dat hij er morgen niet zal zijn, maar dat Hugo zelf kan zien afhankelijk van het weer of hij in zijn tent slaapt of in een trekkershut. Hij legt uit waar de sleutels liggen en het geld mag Hugo achterlaten in de brievenbus. Zo gaat dat in la douce France ....



Etappe 38 : Le Donjon

Vrijdag, 13 april 2012

Het terug alleen zijn en het weerzien van familie en vrienden, missen duidelijk hun effect niet. De emotionele rekening wordt vandaag gepresenteerd ...
'In Saligny ben ik van pure miserie het kerkje binnen gestapt, er was daar toch niemand. Ik heb nooit gedacht dat ik daar zou binnen stappen om mijn nood te klagen. Ik weet dat het tijdelijk is, maar ja, ik moet hierdoor'. 
'Op den duur stel je in vraag wat je aan het doen bent. Hier word je je bewust van wat wel telt en wat niet en kom je tot de conclusie dat we te veel aandacht geven aan wat niet telt. Hier word je voortdurend geconfronteerd met enerzijds de essentie en anderzijds hetgeen waar je mee worstelt. En plots is het daar en slaat het toe, gelijk een raket. Het is alles in één keer tegelijk beseffen. En dat is wel de moeite.'
'Er zit veel meer achter dan dat ik al wist, en ik begin een flauw vermoeden te krijgen wat die blik in de ogen van mensen die het al deden, wil zeggen : het gaat over kapot zijn van loslaten.' 


Hugo vertelt ook dat er al sinds Sébourg tijdens het stappen steeds een deuntje in zijn hoofd opkomt, etappe na etappe. 'Het is nu al lang geleden, maar terwijl ik in dat kerkje zat was het er weer'. Het is het liedje 'Ce n'est rien' van Julien Clerc uit de jaren zeventig. Enig opzoekwerk doet concluderen dat de tekst wel toepasselijk is :

Ce n'est rien
Tu le sais bien
Le temps passe
Ce n'est rien
...
Il y a mille coquilles de noix
Sur ton chemin
Qui coulent et c'est très bien
...
Et soudain
Il y a mille sirènes de joie
Sur ton chemin
Qui résonnent et c'est très bien
...
Ce n'est rien
Tu le sais bien
Le temps passe
Ce n'est rien
...

Na een lang telefoongesprek, is de moraal terug op peil en is het duidelijk dat 'ik mijn focus op het einddoel moet houden en dat ik mij onder de baan niet moet laten afleiden door van alles en nog wat.'


'Ik ben dan verder gestapt en plots zag ik van ver een hond afkomen. Hij kwam vollen bak recht op mij af. Ik wist direct dat dit één was die kwam om aan te vallen en niet om gewoon eens zijn territorium af te bakenen. Ik zag dat hij niet ging stoppen. Ik ben dan ook maar gestopt en er beginnen naar toe gaan, al roepend, grommend en vloekend. En als hij enige meters voor mij was, heeft hij zijn remmen toegestaan en heeft hij mij op enige afstand nog wat staan aankijken. Ik bleef maar grommen en lawaai maken en uiteindelijk hij heeft hem omgedraaid en is weer weg gelopen. Dat was wel even schrikken.'

Voor de rest verloopt de etappe vlot en in de namiddag komt Hugo aan in Le Donjon.
Zoals gisteren geregeld, begeeft hij zich naar het enige hotel dat er is. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden 'Nouvel Hotel', is het 'een oud gebouw, maar wel proper.'
Intussen heeft hij contact gehad met de familie Pauwels, die op de terugweg zijn van Spanje naar huis en hem even komen opzoeken. Aanvankelijk heeft Hugo wat schrik 'weer moeilijk om los te laten en hen naar huis te zien vertrekken.' Maar het is net het tegenovergestelde. Hugo geniet van het samen zijn met Guy, Karin en de kinderen Bram en Dries. Ze verblijven in hetzelfde hotel en gaan 's avonds samen eten. Op de kamer bellen ze via de ipad en skype naar het thuisfront. Een aangename en leuke avond.

Samenzijn met de familie Pauwels

Intussen krijgt Hugo ook een sms van Marc, die enkele etappes voorligt om hem te waarschuwen dat hij de etappe via de Col des Supeyres niet alleen mag doen. Er ligt namelijk veel sneeuw en de markeringen van de GR zijn daarom niet meer zichtbaar. Marc spreekt zelfs van 'l' enfer blanc'. Er ligt een moeilijk gebied in het vooruitzicht en de weersvoorspellingen zijn ook niet zo positief. 'Ik zal dus goed moeten plannen en voorbereiden en mij informeren omtrent het weer.'