zaterdag 30 juni 2012

Etappe 109 : MUXIA


                         

Maandag, 25 juni 2012 

Vandaag de laatste stapdag, de laatste 30 km naar Muxia, een stadje aan de Atlantische oceaan bekend om zijn spectaculaire stranden. In Muxia eindigt Hugo's pelgrimstocht definitief.

Al heel vroeg 's morgens neemt Hugo afscheid van Sylvie-Ann, die in Fisterra de bus naar Santiago neemt. Daarna vertrekt hij samen met Isabelle en Marie-Jo aan de laatste etappe naar Muxia. ' 't Was heel relaxed vandaag. De laatste etappe, die eerder aanvoelde als een ontspannen wandeling. Qua natuur en uitzichten was het alweer prachtig !  We wilden zo lang mogelijk de kustlijn volgen en zijn daardoor wel een keer mislopen. Op een bergflank hebben we waarschijnlijk een verkeerde weggetje genomen. Op een bepaald moment konden we gewoonweg  niet meer verder en moesten we rechtsomkeer maken. Dus we hebben zeker 6 km extra afgelegd.'

Terug op de route beseft Hugo dat hij alleen wil aankomen in Muxia. 'Ik wou op dezelfde plaats staan als Martin Sheen in The Way en voelde dat ik daar alleen moest zijn, los van de rest.' Hij besluit dan ook om vanaf dan alleen verder te stappen tot in Muxia en houdt er stevig de pas in. ' 't Was weer hetzelfde als bij O Cebreiro en Cruz de Ferro. Telkens als ik een belangrijk punt nader, krijg ik ongelofelijk veel energie en zou ik er naar toe willen lopen.' 
Enkele uren later komt Hugo in Muxia aan en vraagt er de weg naar de kerk op de rotsen vlakbij de zee. Deze kerk is het heiligdom of 'Santuario da Virxe da Barca' en staat op een rotsachtige bergkam net boven de branding, waardoor deze plaats iets spectaculairs heeft. Muxia ligt namelijk langs de 'Costa da Morte' of Kust van de dood, zo genoemd vanwege het grote aantal scheepsongelukken langs deze rotsachtige kust (laatste dateert van november 2002 met de olietanker Prestige). Typerend voor deze kustlijn zijn de 'Pedra de abalar' of schommelende stenen. Ook in Muxia is dit geval en spreekt men van de 'Pedra da Barca'. Dit zijn enorm grote stenen - ook wel schommelende stenen genoemd - die in evenwicht liggen op één punt zodat ze in reactie op de wind kunnen bewegen of schommelen.

Eens aangekomen, installeert Hugo zich op de rotsen met zicht op zee en met het geluid van de wilde golven als enige gezelschap. Hij wil dit moment - het eindpunt van zijn ruim 2600 km lange tocht - bewust beleven. 'Een heel raar gevoel en beseffen nu is het definitief voorbij. Maar het is niet met spijt, 't is eerder een vaststelling. Er is mij veel duidelijk geworden. Er begint een nieuw begin.' 



Terwijl hij daar zit, ontvangt hij een SMS van de 2 Franse dames met de naam van de privé-herberg waar ze verblijven aangezien de municipal volzet is. Na gedaan te hebben wat moest gedaan worden, gaat Hugo op zoek naar de bewuste herberg in het centrum die hij vrij snel vindt. Het is een nagelnieuw gebouw dat nog maar 4 dagen operationeel is. Hij krijgt er alweer een mooie stempel in zijn boekje bij, maar om recht te hebben op de credential of oorkonde van Muxia moet je in het bezit zijn van een stempel van de herberg municipal, die toch wel een heel eind buiten het centrum gelegen is.  De kersverse eigenaar van de privé-herberg besluit hen heen en weer te voeren naar de municipal en even later is het drietal in het bezit van de oorkonde van Muxia. 's Avonds doen ze aankopen en maken zelf eten klaar in de splinternieuwe keuken. 'En op deze laatste avond heb ik mijzelf getracteerd op een goede entrecôte.' Aan tafel vertelt Hugo enthousiast over de 'pedra da barca', 'als je daar bent dan moet je dat gewoon gezien hebben.'  Na het avondeten besluiten ze dan nog eens met hun 3 tot daar te wandelen. 'We kwamen van een andere kant nu en het was donker, dus 't was niet eenvoudig om het te vinden. We zijn er uiteindelijk geraakt maar tegen dan was de stemming wat in mineur.'


'Ja, het is afgelopen. Morgen neem ik hier al om 6u45 de bus naar Santiago, een rit van ongeveer 2,5 uur. Isabelle neemt daar dan om 11u30 de bus naar huis en Marie-Jo heeft er afgesproken met andere pelgrims.  En ik zie er naar uit om een dagje alleen in Santiago rond te lopen. Thuis begint wel te trekken nu.'




Santuario da Virxe da Barca (Muxia)

maandag 25 juni 2012

Etappe 108 : FISTERRA

Zondag, 24 juni 2012

Alweer een goede nacht en tegen de morgen voelt Hugo zich al heel wat beter. De vele toegezonden goede gedachten vanuit België hebben hun effect blijkbaar niet gemist :-) Hij houdt zich aan zijn voornemen van gisteren en trekt zijn wandelschoenen maar weer aan. En om 6u30 begint hij al aan de 35-km lange etappe naar Fisterra. 'Fysiek was ik beter maar mentaal was ik er nog niet klaar voor. Want ik had gisteren mentaal eigenlijk al een stukje afgehaakt, maar ik ben er doorgesparteld. Na 2 uur stappen ben ik er door gekomen en teruggevallen op mijn oude ritme.'

SMS om 9u50 :
'2 minuten geleden de zee zien opduiken in het landschap. Prachtig om te zien ! Nu nog enkele uren de kustlijn volgen van op afstand. Het lopen gaat. Veel spijt van bus gisteren, maar dat gaat wel over.'

Het wordt een wondermooie etappe. 'Je zit in een groene bergachtige streek en op een bepaald moment zie je de zee opduiken en dat is gewoonweg prachtig. Dat kun je met niets vergelijken. Direct is het een andere sfeer en een andere lucht. Ik heb er toch even in volle verwondering naar staan kijken. Zo prachtig ! Daarna was het nog een 8-tal kilometer langs de kustlijn tot in Fisterra.' Op de middag verlaat hij even het wandelpad om op het verlaten strand een kleinigheid te eten.

Een uurtje later wandelt Hugo Fisterra binnen. De naam Fisterra is afgeleid van het Latijnse Finis Terrae of 'het einde van de wereld' of 'daar waar de wereld' ophoudt. De Romeinen geloofden namelijk dat de westelijke wereld hier eindigde. De Kaap vormt het uiteinde van een klein schiereiland met een lengte van ongeveer 3 kilometer en is de bekendste kaap van de Spaanse Atlantische westkust.
Hij schrijft zich in in de albergue municipal waar hij vrij snel een bed krijgt toegewezen en kan beginnen aan de dagelijkse was en andere praktische zaken. Enige tijd later arriveren ook één voor één de 3 Franse dames van het gezelschap, 'het viertal komt weer samen. Dat is ongelooflijk. Wij spreken niet echt af, het gaat gewoon vanzelf dat we altijd mekaar weer tegen komen.'

En dan is het moment aangebroken waar ze weken geleden in Frankrijk nog over fantaseerden : samen stappen naar Kaap Finisterre, het échte eindpunt van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostella om er elk 'iets' dat symbool staat voor hun pelgrimstocht te verbranden. Want het is een lange traditie dat pelgrims op deze rotspunt hun pelgrimsplunje verbranden aan het einde van hun lange tocht.
'Ieder nam zijn ding mee om te verbranden. Is toch wel raar. Het was zeker nog wel 3 kilometer wandelen tot de rotspunt. We passeerden de laatste kilometerpaal met '0 km' op de route. Tijdens het wandelen besefte ieder voor zich dat het einde van zijn of haar tocht aangebroken is en dat was heel voelbaar.'  Eens op de rotspunt gaat ieder zijn gang, ieder kiest een plekje en overdenkt met zicht op de zee zijn of haar tocht. 'Het was zondag en er waren dus ook veel toeristen. We hebben dan maar wat gewacht om onze dingen te verbranden. We waren ook wat onzeker want er hingen toch verschillende plakkaten dat het verboden is om kledingstukken te verbranden. Maar toch zie je hier en daar overblijfselen van vuurhaarden.' Uiteindelijk vinden ze een goed moment en elk om beurt verbranden ze hun 'ding' en spreken daarna uit waarom ze de tocht deden. ''t Was eigenlijk een spontaan ritueel. En dat doet wel iets met een mens. Je voelt werkelijk dat het gedaan is, er valt een last van je af.' Ze blijven nog wat rondhangen op deze plaats, praten nog wat na en keren uiteindelijk terug naar de herberg.
's Avonds gaan ze samen eten, 'het was een speciale avond, een afsluit-avond. De laatste avond met ons 4, want morgen vroeg vertrekt Sylvie-Ann al terug naar Santiago en dan naar huis. Je beseft plots dat je deze mensen na al die weken samen stappen toch wel goed kent en dat je na het afscheid mekaar wellicht nooit meer zult zien. Deze keer was het geen probleem om de gesprekken te verdiepen. We spraken over het pelgrimeren, de weg en wat het allemaal met een mens doet. En ook over de symboliek op de weg, de coquille, ...'

'De voorbeelden van 'toeval bestaat niet' liggen hier voor het rapen ...'



Etappe 107 : Olveiroa

Zaterdag, 23 juni 2012 

SMS om 9:00
Alles redelijk. Een verlichting nu het beslist is.

Na alweer een goede nacht, voelt Hugo zich 's morgens nog steeds beroerd. Maar anders dan de rest van het gezelschap - die ook moet 'trekken naar de eindmeet, dus 't is misschien wel wat psychologisch ook' - kan hij wat langer slapen vandaag.
Rond 8u30 begeeft hij zich naar de bushalte, slechts 2 straten verder dan de herberg. Hij vraagt wat uitleg 'in mijn beste Spaans' aan een plaatselijke inwoner. Het blijkt dat de bus die Hugo moet nemen, richting Muxia, pas om 10u45 langskomt. Dus gaat hij terug naar de herberg en rust nog wat verder.
De busrit duurt ongeveer een uurtje en verloopt vlotjes. Vanaf de afstaphalte is het nog 7 km wandelen naar Olveiroa. Onderweg springt Hugo een kruidenier binnen waar hij wat lichte en gezonde voeding koopt en bij de plaatselijke apotheker haalt hij wat extra vitamines. 'De appel en de yoghurt zijn deze keer binnen gebleven, dus het gaat redelijk goed.'  Ook 's middags riskeert hij het om wat kip en aardappelen te eten. Gezien hij vroeg in de albergue municipal is, kan hij ruim anderhalf uur slapen voor de rest van de groep aankomt.

'Ik voel beterschap. Dus ga ik morgen toch proberen de etappe te voet te doen. Ik ga vertrekken en zien hoe het gaat. Het zou een heel mooie zijn en Finisterre binnenwandelen zou ik toch zo graag doen.'


Etappe 106 : Negreira

Vrijdag, 22 juni 2012


Na een goede nacht heeft Hugo goede hoop op deze nieuwe dag. Hij ontbijt, niet uit trek of honger maar enkel uit een verstandelijke overweging.
In de voormiddag bezoekt hij nogmaals de kathedraal van Santiago, vooral om het beeld van de apostel Jacobus eens van nabij te bekijken. Dit beeld - een zilveren buste met daarin de relieken van Jacobus - is via een trapje achter het barokke hoofdaltaar te bereiken. Zo konden pelgrims in vroegere tijden op het eind van hun tocht het beeld van langs achter omarmen. 'Het is nu nog altijd de gewoonte dat pelgrims langs dit beeld gaan, maar er was zoveel volk, zodanig veel toeristen, dat ik weer weggegaan ben. Ik heb me dan gewoon nog wat in de kerk gezet en wou zoals gewoonlijk een kaarsje branden. Maar het waren allemaal van die elektrische dingetjes die enkel licht geven als je er geld insteekt en dat is toch niet hetzelfde.' In de kathedraal ontmoet hij Gérard, le Suisse, waar hij in Frankrijk lange tijd mee samen wandelde. 'Hij had dezelfde infectie zoals ik, maar is nu weer goed. Hij gaat na Santiago naar huis. En terwijl je daar staat te praten, besef je plots dat het wellicht de laatste keer is dat je mekaar ziet en spreekt. Dat zijn toch geladen momenten.' 

Even na de middag vat Hugo samen met de 3 Franse dames de eerste van de 3 etappes naar Finisterre aan, precies zoals ze weken geleden afgesproken hadden op de route van Le Puy. Maar al vrij snel moet Hugo ondervinden dat hij ondanks de goede nachtrust nog niet voldoende gerecupereerd is. Bovendien speelt het goedbedoelde ontbijt hem behoorlijk parten. 'Het was een etappe van 22 km, dus eigenlijk niet zo ver, maar ik had geen energie meer. Vandaag is de dag dat ik Aaron zijn briefje "alleen openen als er vermoeidheid heerst" écht nodig had. Ik heb de ganse dag aan de inhoud gedacht en dat heeft me telkens weer doen doorgaan.'


Uiteindelijk komt Hugo iets voor 18 uur aan in Negreira en vindt vrij snel een herberg.
'Het is hier toch anders dan vóór Santiago, minder commercieel en minder druk. Ik heb mijn kleren uitgewassen en heb me daarna op bed gelegd om wat te rusten.'

'Tja, ik ben geveld door een infectie, ik vermoed van water te drinken uit een kraan of fontein onderweg. En als je daar blijft bij presteren, werk je op je reserves en die heb ik helemaal verspeeld tijdens de laatste etappe naar Santiago. Ik moet stoppen want mijn lichaam kan niet meer, ik heb geen energie meer. Morgen is het een etappe van 33 km en dat kan ik zoals ik mij nu voel niet aan. Daarom heb ik beslist om de volgende etappes met de bus te doen. Zo kan ik recupereren en eindigen we toch nog onze tocht samen in Finisterre. 't Is met spijt in het hart, maar ik moet verstandig zijn. Ik heb gedaan wat ik moest doen. Toch ben ik content dat het leven is wat het is.'

zondag 24 juni 2012

Etappe 105 : SANTIAGO !

Donderdag, 21 juni 2012

's Nachts verergeren de klachten en krijgt Hugo ook nog koorts. 'Ik heb een aantal keer opgestaan en veel aan Aaron zijn briefje gedacht en het indachtig geweest. Gelukkig is de koorts in het 2e deel van de nacht wat verminderd en heb ik toch wat kunnen slapen.'
Maar helaas is er 's morgens niet veel beterschap. Het was de bedoeling om om 5 uur op te staan en om 6 uur te vertrekken, maar 'dat was gewoon niet mogelijk. Ik had zo goed als geen energie en voelde me barslecht. Het hoefde voor mij allemaal niet meer, ik wou naar huis. De Franse dames lachten dit weg en zeiden nuchter dat het toch absurd zou zijn om 20 km voor het einddoel te stoppen en dachten dat het ook wel een beetje een psychologische reactie kon zijn. Misschien wil een mens zijn doel niet bereiken omdat hij dan weet dat het zoeken of de weg er naar toe voorbij is.' Hugo raapt dan maar al zijn moed bijeen, maakt zich heel voorzichtig klaar en begint te stappen.


'Ik was echt ziek onder de baan en heb eigenlijk wel afgezien, 't was sleuren en slepen. Ik ben normaal een snelle stapper, maar kon ik de groep gewoon niet bijhouden. Maar tijdens het stappen klaarde het in mijn hoofd ook wel op en zag ik weer de realiteit in : ik zit op enkele kilometers van Santiago !  En dan moet je toch al doen wat je kunt om er te geraken.'

In San Marcos besluiten ze dan om toch vandaag door te stappen tot Santiago. Na al die moeite lijkt het nu absurd om op 5 km van het einddoel halt te houden en te overnachten. De aantrekkingskracht van Santiago is te groot en dus gaan ze door.

En net na de middag, rond 12u30, wandelen ze via de Porta do Camiño - de poort van de Jacobsweg - en net als miljoenen pelgrims voor hen Santiago binnen.  Ze gaan rechtstreeks naar Kathedraal en gaan die via de hoofdingang aan het grote plein Praza do Obradoiro binnen, 'er was juist een pelgrimsmis bezig en er was heel veel volk. We waren daar nog maar 5 minuten en ze begonnen met het wierookvat. Dat is echt de moeite om te zien en deed me toch wel iets.'  De Botafumeiro is het grootste wierookvat ter wereld, het is ongeveer 1,60 m groot en wordt tijdens bepaalde pelgrimsmissen en op hoogdagen door het dwarsschip van de kathedraal heen en weer gezwaaid.
Na de mis bezoeken ze uiteraard de crypte met het graf van de apostel Jacobus, waarna ze nog wat blijven zitten in de kathedraal. 'Op het moment dat je binnenstapt zie je en weet je dat het uniek is wat je meemaakt, maar toch dringt dat gelijk niet echt door. Er is zoveel volk, je aandacht wordt naar zoveel dingen getrokken. Maar als je dan rustig wordt en daar een tijd blijft zitten, komt er van alles naar boven. Dan begin je stilletjes aan alles te beseffen en komen de gevoelens en emoties naar boven, dan kreeg ik mijn klop.' Een ook fysiek, nog in de kathedraal neemt Hugo 2 Voltaren pillen om de spierpijn en andere ongemakken wat te onderdrukken.
Eens buiten de kathedraal blijft hij nog wat rondhangen op de trappen bij de voorgevel als hij plots een telefoontje krijgt van het thuisfront met de vraag om te zwaaien. In Santiago hangt er op de Praza do Obradoiro namelijk een webcam gericht op de kathedraal. En inderdaad, al vrij snel is hij te zien op  het grote plein. Van achter de computer in Oostakker kunnen we hem leiden tot zo dicht bij de webcam dat we hem goed kunnen herkennen. Wat een belevenis ! Hugo maar zwaaien en wij uit puur enthousiasme ook, maar dat is helaas niet zichtbaar in Santiago. Dankzij de moderne technologie kreeg zijn aankomst in Santiago een feestelijk tintje en konden we dit gebeuren ondanks de grote afstand die ons scheidt toch een beetje gezamenlijk beleven.

Na dit intermezzo gaat Hugo op zoek naar de pelgrimsopvang om zijn Oorkonde of Compostella in ontvangst te nemen. Er staat een lange rij pelgrims die één voor één ontboden worden bij één van de 6 medewerkers van het pelgrimskantoor. 'Het blijft een administratief gebeuren, maar toch maken ze wel tijd voor elke pelgrim. Je moet eerst een formulier invullen waar je onder andere de reden van je pelgrimstocht moet aanvinken, de vertrekdatum- en plaats. Als ze  horen dat je thuis vertrokken bent en er 2500 km hebt opzitten, dan kijken ze toch wel even op. Dat dwingt toch wel respect af want er zijn er niet veel meer die van thuis vertrekken. En tot slot vragen ze je credential en zetten ze er vooraan een grote mooie stempel op, als kroon op het werk en dan krijg je je Compostella, in het Latijn. Ook je naam schrijven ze er in het Latijn op. Dat deed mij echt wel iets. Plots krijg je een bewijs dat je het gedaan hebt.' 
Dan is het richting Post, vlakbij de kathedraal, waar hij het laatste postpakket van het thuisfront in ontvangst kan nemen. Naast enkele praktische spulletjes bevat het ook een nieuw hemd, als symbool voor een nieuw begin.
Hoogtijd nu om een overnachtingsplaats te zoeken, ''t is een privé-herberg geworden heel dicht bij de kathedraal want ik zag het niet zitten om nog ver te stappen. 't Is wel 16€ maar het is er dan ook naar, veel voorzieningen en goed sanitair. Ik ben toegekomen en heb mij op bed gelegd en ben er niet meer uitgekomen.' 

Hugo gaat slapen met de overtuiging dat hij verder gaat naar Finisterre en Muxia, maar met de twijfel of het fysiek haalbaar zal zijn.



Etappe 104 : Pedrouzo

Woensdag, 20 juni 2012

Vandaag loopt de etappe door het laagland van Galicië van Melide naar Pedrouzo en wordt een afstand van 33 km overbrugd. Volgens de ANWB-gids voert de route door een fraai landschap met kleine beekdalen en prachtige boerendorpen. Er moeten dan ook regelmatig beken overgestoken worden via stapstenen, loopplanken of oude bruggen. Onderweg plukt Hugo wat eucalyptusbladeren want in dit deel van Galicië komen eucalyptusbosjes voor waar de typische pittige geur van deze plant hangt.  Eveneens typisch voor deze regio zijn horréos of graanopslagplaatsen die nog overal in de boerendorpjes staan. Het zijn precies kleine stenen huisjes die op hoge palen staan waar een brede, platte en uitstekende dwarssteen op ligt. In de wanden zijn openingen voorzien zodat er voldoende verluchting is en gezien de hoogte kunnen er geen muizen in het graan komen.

Bij zijn aankomst in Pedrouzo blijkt de albergue municipal reeds volzet dus wordt het een privé herberg. Enigszins duurder, maar 'wel chique en beter sanitair, ook de slaapzaal is beter ingericht zodat je wat meer ruimte hebt.' 

Als ik tegen de avond naar Hugo bel, is hij 'moe en kapot. De naweeën van het ziek zijn, laten zich nu voelen.'  s' Avonds gaat hij niet mee uit eten met de 3 dames zodat hij nog even kan rusten op zijn bed. Toch moet hij even later - ondanks de lichamelijke ongemakken en de vermoeidheid - er weer uit om op zoek te gaan naar eten voor 's avonds en voor morgenvroeg.


'Alles begint samen te lopen. Je nadert je doel, maar veel tijd heb je niet om daar bij stil te staan, het is voortdurend plannen.'  Het is de bedoeling om morgen van Pedrouzo naar San Marcos te stappen, dus tot 5 km vóór  Santiago. Zo komen ze vrijdag al heel vroeg in Santiago aan en is er ruim voldoende tijd om de stad Santiago, dé eindbestemming van deze maandenlange tocht, te kunnen ervaren.

Die avond eet hij enkel wat brood en kruipt hij met een ziek gevoel vroeg in bed.

zaterdag 23 juni 2012

Etappe 103 : Melide

Dinsdag, 19 juni 2012

Het telefoongesprek van gisteravond tussen vader en zoon werkt ’s nachts nog verder door en tegen de morgen staat het voor Hugo vast dat hij op 28 juni aanwezig zal zijn op de proclamatie van Simon.  Nog voor hij op stap vertrekt, is hij al aan het rekenen, plannen en schikken, ‘en normaal moet ik alles – dus Santiago, Finisterre en Muxia – kunnen doen én op tijd thuis zijn.’

Rond 8 uur vertrekt Hugo in Portomarín aan een nieuwe etappe van 36 km richting Melide. ‘Je voelt het direct : soms is het een dag om te stappen, soms één om na te denken, één en ander te beschouwen en rustig te zijn. En vandaag was het het laatste.’
Zoals bijna gebruikelijk houden ze na een uurtje halt om te ontbijten. Terwijl ze daar even verpozen, komt er ook een koppel aan die in plaats van een rugzak een karretje voortrekken met hun bagage in.  ‘Ik heb dat hier al meerdere keren gezien onderweg en dat intrigeert mij, die karren zijn van Zwitsere makelij en zijn echt degelijk. Ik was daar over bezig en plots komt die man bij mij met de vraag of ik ook Belg was. En zo zijn we aan de praat geraakt. Het zijn mensen van De Haan.’ Na het ontbijt vertrekken ze dan samen en onderweg laat de man vallen dat er 'een beetje verder nog een Belg loopt die ook van thuis vertrokken is, een zekere Marc'. Hugo moet ogenblikkelijk aan Marc De Jongh denken, de man die hij kort maar krachtig leerde kennen in Reims. Omdat Hugo nu toch al een tijdje niets meer van hem hoorde, was hij in de veronderstelling dat Marc een heel eind voorop lag.  Hugo stuurt meteen een SMS richting Marc. En inderdaad, het blijkt waar te zijn. Ze spreken af dat ze mekaar zeker nog treffen vandaag.
Later op de dag laat Marc weten dat hij in Palas de Rei logeert in Auberge de Camino. ‘Als ik Palas del Rei binnenwandelde, zag ik hem al van ver staan. Hij stond mij op te wachten. We zijn mekaar in de armen gevlogen; een pracht van een weerzien ! We zijn alle 2 sterk vermagerd sinds Reims en hij heeft er een lange baard bij.’ Ze praten bij in de plaatselijke bar. Net als Hugo wandelt Marc ook al een hele tijd samen met 3 Fransen. 'We hadden veel te vertellen en het was bij momenten wel emotioneel. Tja, we hebben toch wel lief en leed gedeeld in Reims. En als was het maar voor een korte tijd, het was toch krachtig.' Na anderhalf uur trekt Hugo met zijn groepje verder en gezien dit lange oponthoud stappen ze flink door want het is nog dik 4 uur stappen tot Melide.

Rond 19:15 komen ze aan in Melide waar ze logeren in de albergue municipal. 'Galicië is echt wel helemaal anders. De woningen en vooral de muziek, 't is hier puur Keltisch'. 's Avonds gaat ze samen nog iets eten in Melide, 'ik had er eigenlijk zo geen zin, maar tegen alle verwachtingen was het toch een goede avond. De oppervlakkigheid werd eens overstegen en er kon eens over zinnige dingen gesproken worden. Ik heb liever kwaliteit dan kwantiteit.'

'Nu Santiago echt wel in zicht komt, voel ik meer en meer opluchting dat het gaat lukken. Toch besef ik dat Finisterre voor mij in Oostakker ligt. Zeker als het te maken heeft met je eigen vlees en bloed, dat gaat boven de spirituele zoektocht.'


'Het enige wat ik kan zijn, is onwaarschijnlijk dankbaar, van het begin tot het eind.'


woensdag 20 juni 2012

Etappe 102 : Portomarín

Maandag, 18 juni 2012

SMS om 9u15 :
Begint stilaan te beteren. Op weg naar Sarria. Valt nog te bezien hoeveel kilometer.

's Morgens voelt Hugo beterschap en begint hij met nieuwe moed aan een volgende etappe naar Portomarín, 34 km verder. Zoals gebruikelijk in Spanje vertrekt hij zonder te eten om dan na een uurtje stappen ergens een koffie en broodje te kopen. 'Hoe dichter bij Santiago hoe meer voorzieningen langs de weg en in de dorpen. Iedereen stapt in dezelfde richting. Dus als je onderweg eens stopt om iets te drinken of te eten, kom je sowieso altijd dezelfde pelgrims tegen.' Onderweg krijgt Hugo een telefoontje van Gérard, die ook geveld werd door koorts en diarree en daardoor nu een etappe achterzit, om in Santiago af te spreken.

SMS om 15u00 :
Zopas merksteen van 100 km tot Santiago gepasseerd ...

Dat Santiago steeds dichter komt, wordt nu wel heel duidelijk. Het wordt dan ook een gespreksonderwerp en aftasten hoe iedereen dit wil ervaren. 'Plots is het einde in zicht en het is gelijk of alles begint te wervelen. Ik wil niets hypothekeren, maar voor mij stopt de koers als ik in Santiago aankom en is het tijd om rustig te worden. Dan begint het aanvoelen en bewust worden dat ik in een stad wandel op wegen waar al miljoenen pelgrims gelopen hebben. Ik wil Santiago voelen. Voor mij is dit ook een spiritueel gegeven. Ik heb zoveel geleerd onderweg en er zijn zoveel lichtjes opgegaan over hét en mijn leven dat ik daar op die eindbestemming toch wel even wil bij stilstaan.'


'Ik heb de etappes zo geregeld dat ik vrijdagmorgen in Santiago zal aankomen. Donderdag overnachten we 5 km vóór Santiago, zodat we al vroeg in de stad aankomen.'

dinsdag 19 juni 2012

Etappe 101 : Samos

Zondag, 17 juni 2012


SMS om 15u00 :
Op 8 km van Samos. Zeer ziek deze nacht. Verschrikkelijke buikkrampen en buikloop. Wil enkel toekomen en slapen. Toch zeer mooie etappe tussen bergen en kleine dorpjes. Slapen in monasterium van Samos. Tot vanavond. Hugo

De voorbije nacht doet Hugo geen oog toe wegens koorts, buikkrampen en diarree. Tegen de morgen is er nog niet veel beterschap en is hij nog steeds ziek. 'Ik heb nog wat medicatie genomen en ben dan toch maar aangezet en Isabelle is met mij meegegaan.' Het tempo is natuurlijk wat trager, maar al bij al valt de etappe nog mee, 'had ik alleen geweest dan zou ik misschien vroeger gestopt zijn om wat te slapen.' 

Uiteindelijk legt Hugo in 9 uren toch de 32 voorziene kilometer tot Samos af. Samos is een dorpje op 11 km van Sarria en gelegen in de vallei die naar de bergen van Pedrafita leiden. 'Ik had in mijn gids gezien dat er daar ook een benedictijnenabdij was waar je kon overnachten en ik wou dat wel eens zien.' De Monasterio de San Julián de Samos werd reeds in de 6e eeuw gesticht en nu nog één van de meest belangrijke religieuze centra in Galicië. In een ver verleden was hier een School voor Theologie en Filosofie gehuisvest. Vandaag de dag is het een belangrijke stop op de Camino de Santiago waar vele pelgrims overnachten in één van 140 bedden.

'Als ik toekwam was ik gewoon kapot en heb ik mij direct op bed gelegd. Deze keer geen douche en geen handwas. Door het vele lawaai in de slaapzaal heb ik wel goed kunnen rusten, maar slapen lukte niet.'  's Avonds kunnen (gezonde) pelgrims de abdij bezoeken en de vespers bijwonen, maar door een hevig onweer met striemende regen en wateroverlast wordt die mogelijkheid vandaag afgelast. En enkel omdat zijn verstand zegt dat hij iets moet eten, gaat Hugo 's avonds mee een pelgrimsmenu eten. 'Ik denk dat er met moeite een derde van op gegeten heb. Maar goed, ik heb toch wat vis binnen.'

'Ik zie wel hoe het verder gaat. In elk geval wil ik morgen toch vertrekken en onderweg dan zien wat ik doe. Eventueel stop ik wat vroeger om wat te slapen.'

maandag 18 juni 2012

Etappe 100 : O Cebreiro

Zaterdag, 16 juni 2012

Vandaag gaat Hugo de deelstaat Galicië binnen waar ook het eindpunt van zijn pelgrimsroute ligt. Maar daarvoor moet hij vandaag eerst de berg Cebreiro over via de zogenaamde 'camino duro' of 'zware weg' omdat de stijging er steil en inspannend is.
De oude Sint-Jacobsroute liep via het dal van Valcarce, maar aangezien daar nu een drukke autostrade doorloopt, verkiezen veel pelgrims de alternatieve weg die over de berg loopt. Die is helaas wel zwaarder, maar zou landschappelijk wonderbaarlijk mooi zijn. Bij het verlaten van Villafranca del Bierzo staat op een muur geschreven 'solo  per peregrinos buen caminantes' of 'alleen voor pelgrims die goed kunnen lopen.'

Hugo is al heel vroeg wakker en wil ook vandaag alleen vertrekken. Hij neemt zijn ontbijt in de keuken van de herberg. 'Ik heb nog 2 zakjes thee, waarvan ik mij nu eentje ging maken, het andere had ik gisteravond aan Isabelle beloofd. Maar in de keuken kwam ik Gérard tegen die echt ziek is en gans de nacht last heeft gehad van zijn darmen. En hij vroeg om wat thee, dus heb ik mijn laatste zakje maar aan hem gegeven.' 
Om 6u10 is Hugo al alleen op stap. Het eerste deel van deze etappe, van Villafranca del Bierzo (550m hoogte) naar Ruitelán (630m hoogte), valt goed mee alhoewel het de hele tijd lichtjes regent. 'De hele voormiddag werd ik heen en weer geslingerd tussen gevoelens en gedachten. Er ging van alles door mijn hoofd.' Het 2e deel of het echte stukje 'duro' begint in Hospital Inglés op 700m hoogte want vanaf dan is het gedurende 2,5 uur klimmen tot het dorp O Cebreiro op 1250m hoogte. 'En dan sloeg de vlam weer in de pijp, ik had weer energie en heb getrokken en getrokken tot boven. Ik weet niet wat het is, maar er is iets in mij die dit wil doen, die bijna geniet van dat sleuren. Het heeft te maken met de stijging, dan kom ik in een heel speciale mentale staat. Het is alsof ik mijn geestelijke activiteit wil omzetten in lichamelijke activiteit.'

O Cebreiro blijkt een klein bergdorp te zijn waar nog een aantal traditionele pallozas bewaard zijn gebleven. Pallozas zijn lage, ronde gebouwen van natuursteen en hebben een breed dak, bedekt met stro, dat aan de onderkant tot bijna aan de grond reikt. 'Ik ben er in één binnen geweest, wel bijzonder. Je ziet duidelijk dat je in een andere regio bent, 't is hier weer helemaal anders.' Er is ook een heel klein, maar mooi kerkje. 'Ik ben er binnengegaan en heb me daar even gezet. En al die gevoelens, gedachten en nog zo veel meer kwamen daar tot ontlading. Tja, dat moet dan eens weg en daarna ben ik weer een ander mens. Ik heb er veel losgelaten en nu kan ik weer ademhalen.' Als hij buitenkomt, komen de 3 Franse dames ook net toe in O Cebreiro. 'Zij hebben een mooi woord voor zo'n emotionele ontlading : vidé.'  Ze gaan samen naar de Albergue Xunta de Galicia. 'Er stonden al een 15-tal pelgrims te wachten want de deuren gingen maar open om 13u30, net als wij toekwamen dus. Ze hebben hier 140 bedden, maar helaas geen volk om de herberg te bemannen. Er zat juist 1 iemand aan de ingang die wat uitleg gaf, maar uiteraard enkel in het Spaans en voor de rest moest je maar alles zelf uitzoeken.'  Ze installeren zich, praten wat, nemen een douche (helaas geen warm water) en doen de dagelijkse was. 'Aangezien het de hele dag geregend heeft, was alles goed nat. Maar ik heb hier een droogkast gevonden, er stond wel 'privado' op de deur, maar ik heb het mij niet aangetrokken en na 50 minuten was al mijn gerief droog.' Hugo kan zelf nog een dik uurtje slapen vooraleer ze 's avonds alle 4 in een restaurant in O Cebreiro gaan eten.

'Als ik iets geleerd heb, dan is het toch wel dat de pelgrimssfeer garant staat voor tolerantie. En áls het ego van iemand al eens opspeelt, dan heeft het nooit kracht genoeg om invloed te hebben op het geheel. Het is ook een ongeschreven gulden regel dat je geen bezit neemt of legt op iemand, dat zou gewoon niet aanvaard worden. Je laat mekaar vrij.'

zondag 17 juni 2012

Etappe 99 : Villafranca del Bierzo

Vrijdag, 16 juni 2012

Hugo vertrekt al rond 6:45 uur, koopt onderweg een koffie en bocadillo en wat eten voor 's middags (brood en paar blikjes sardienen en inktvis).
Het wordt een lange etappe van 32 km door het dal van de Rio Valcarce, met de vele wijngaarden van de Bierzo. Einddoel is Villafranca del Bierzo, ook wel Klein Santiago genoemd vanwege het groot aantal kerken en pelgrimsherbergen dat hier in de middeleeuwen stond.

'Ik kon vandaag weer genieten van prachtige vergezichten. 't Is hier echt wel de moeite, zo mooi. Ik ben wel 4 km mislopen. De camino maakte volgens mij een omweg. Ik ben dan teruggekeerd om langs de gewone weg naar het dorp te gaan, maar ik had me vergist van dorp. Ik ben dan maar verder langs de baan doorgestapt tot in Villafranca. Ik heb dus niets uitgespaard, integendeel 4 km extra gelopen.'
Rond 14u15 komt Hugo al aan in Villafranca, 'dit keer heb ik bewust voor de municipal gekozen omdat ik gelezen had in mijn gids dat er pas gerestaureerd was en omdat er een keuken was want ik heb vandaag zin om eens zelf eten klaar te maken.' 
Later in de namiddag komen ook Sylvie-Anne en Marie-Jo aan en nog wat later ook Isabelle. 's Avonds doen ze samen boodschappen en maken samen eten klaar in de keuken van de herberg. 'Tja, als je met 4 bent, moeten er wat compromissen gemaakt worden. Het etentje zoals ik het voor ogen had, is er dus niet gekomen. Ik moet me weer wat aanpassen en heb er voor één of andere reden wat moeite mee vandaag.'

'Ik begin nu pas te beseffen dat Santiago écht wel heel dichtbij komt. En naarmate het dichter komt, komt de ware echte meer naar boven. Vanaf nu maak ik geen conventies meer, ik volg enkel nog de flow ...'

Etappe 98 : Cruz de Ferro - Molinaseca

Donderdag, 14 juni 2012 

De etappe van vandaag trekt over de eenzame Montes de León waar het pelgrimskruis Cruz de Ferro staat. Volgens de ANWB-gids is het één van de indrukwekkendste gedeelten van de Camino de Santiago.

Voor Hugo is Cruz de Ferro of ijzeren kruis, gelegen op 1504 m hoogte, een belangrijke mijlpaal op zijn tocht. Vóór zijn vertrek - op 26/02 om precies te zijn - gaven vrienden en familie een steentje of voorwerpje mee die voor hen symbool staat voor een zorg, last of wens. Sinds de dag van zijn vertrek en intussen al 2300 km lang draagt Hugo deze voorwerpjes in zijn rugzak mee om ze vandaag af te leggen bij Cruz de Ferro. Want het is een reeds een lang bestaande traditie op de camino Francés dat pelgrims hier op deze manier hun zorgen en lasten achterlaten. Zo is in alle eenvoud en midden in de natuur een spontaan gebaar uitgegroeid tot een spiritueel gegeven.

Hugo is al vroeg wakker en vertrekt dan ook vroeg en alleen op pad. 'Ik had ongelooflijk veel energie, ik zou naar Cruz de Ferro gelopen hebben. 't was gelijk of ik al heel mijn leven daar naar toe aan het lopen was. En terwijl ik er naar toe aan het stappen was, kreeg ik een SMS van Francine. Ongelooflijk.'
Vanaf El Ganzo is het ongeveer 14 km naar Cruz de Ferro en behoorlijk klimmen. 'Maar heel mooi, wat je ziet is gewoon gigantisch, je bent omgeven door bergen.' Na 2,5 uur flink doorstappen, bereikt Hugo Cruz de Ferro waar op een reusachtige hoop stenen een boomstam van wel 5m hoog staat met een ijzeren kruis erbovenop. 'Er was ook een soort kapel en een aantal overdekte vertrekken. Ik heb mij daar dan geïnstalleerd met mijn rugzak naast mij. En voor het eerst sinds mijn vertrek heb ik al de meegegeven steentjes en kaartjes uitgehaald. Ik heb daar zo een uurtje gezeten en gemediteerd.'
Op het moment dat Hugo het bijhuis verlaat om de steentjes op Cruz de Ferro te leggen, ziet hij dat Isabelle daar ook zit. En even later komen ook Sylvie-Anne en Marie-Jo toe. Elk om beurt leggen ze hun stenen af bij het kruis en neemt de rest er foto's van waarna Sylvie-Anne en Marie-Jo alweer aanzetten. En als even later de 2 jonge Franse meisjes van gisteravond aankomen, besluit ook Hugo om verder te gaan.
Alweer houdt hij er stevig de pas in. Even voorbij Manjarín, een verlaten bergdorp enkele kilometers voorbij Cruz de Ferro, loopt de weg nog 1 keer geleidelijk omhoog tot 1555m, het hoogste punt van de etappe én van de camino Francés. Daarna loopt de weg gestadig omlaag. Het eerste dorp dat Hugo tegenkomt is El Acebo, 'een  heel charmant dorpje. Omdat de meeste pelgrims hier hun etappe eindigen, ben ik maar direct doorgestapt naar het volgende dorp Riego de Ambrós, maar dat was daar zo dood als het maar zijn kan. Ook de refugios die in mijn gids staan, bestonden al niet meer.' Dan nog maar een dorp verder Molinaseca, 'en daar vond ik vrij snel een herberg. Ik had geen zin om naar de municipal te gaan. Ik hoorde dat de privé-herberg Albergue Santa Marina volzet was, maar ik ben het toch gaan vragen en 1 persoon was blijkbaar geen probleem. Gérard logeert hier ook en nog een dame waar ik onderweg mee praatte. Na een hele eind in het Engels met elkaar te praten, bleek dat ze van Nederland was.'
Omdat Hugo nogal laat arriveerde, kan hij niet meer eten in de herberg. 'Ik ben dan maar naar het centrum getrokken en daar een pelgrimsmenu gaan eten. 100% in orde !'

''t Was een hoogdag voor mij die ik voor de rest van mijn leven niet meer vergeet. Cruz de Ferro was voor mij een heel energetisch en krachtig gegeven. 't Is eigenlijk niet uit te leggen met woorden.'
'Wat ik ook opmerk is hoe dichter bij Santiago, hoe meer pelgrims op de weg, zowel stappers als fietsers. En de sfeer verandert echt wel. Het is alsof de toeristen gaandeweg getransformeerd worden in pelgrims. Ze starten in SJPdP met bewustzijn dat ze dan hebben, maar door de weg te gaan, stap voor stap, transformeren ze naar iets. Met mij was het eigenlijk ook zo.'


Etappe 97 : El Ganzo

Woensdag, 13 juni 2012

Hugo vertrekt rond 7:15 uur vanuit Hospital de Órbigo. Het is de bedoeling om voorbij Astorga (18 km) te stappen naar Santa Catalina de Samoza (28 km) of El Ganzo (31 km). 'Het was een etappe met enkele mooie vergezichten. De sfeer in de dorpjes die je passeert is echt wel speciaal. Verder was de route redelijk eenzaam en altijd rechtdoor. In Spanje sturen ze u via landwegen als het kan, maar als het niet kan dan loopt de wandelroute gewoon langs een verkeersweg. In Frankrijk loop je zo goed als volledig op een GR-route en zit je dus constant in de natuur.'

Onderweg komen ze - in the middle of nowhere - langs de kant van de weg een stand tegen met allerlei soorten fruitsap, noten, fruit, koffie en thee ... '2 jonge gasten legden uit dat dit een initiatief is van een lokale ecologische organisatie die zich inzet voor het behoud van deze streek. Ze bieden dit gratis aan aan pelgrims. En als je iets betaalde dan ging het naar hun vereniging. 't Was eerlijk gezegd een welkome verrassing.'

Na 5 uren stappen komen ze aan in Astorga waar ze in een park met fonteintjes even halt houden om het brood en vlees dat ze onderweg kochten op te eten. 'Hier heb je overal kraantjes en fonteinen zodat je heel gemakkelijk je watervoorraad weer kunt aanvullen.'

In Santa Catalina de Samoza is de eerste herberg die ze passeren volzet. Omdat ze zich nog goed voelen, besluiten ze zonder nog veel verder te zoeken om door te gaan tot El Ganzo. Een uurtje later komen ze daar aan, het blijkt een klein dorpje te zijn met welgeteld 1 herberg en 1 bar-restaurant 'en dat is ongeveer het enige leven dat hier is, maar wel heel mooi en gezellig. En we hadden geluk, er waren nog net 2 plaatsen vrij. Wat een geluk want het volgende dorp is nog eens 8km verder.'  Even later ontdekken ze dat ook Sylvie-An en Marie-Jo hier geherbergd zijn. 'En Gérard, le Suisse, ziet hier ook. 't was van Roncesvalles geleden dat ik hem gezien heb.'  
Na de gebruikelijke geplogenheden, doet Hugo een dutje, 'ik voel dat ik dat nodig heb. En na een uurtje slapen, ben ik weer een heel ander mens.'  Tegen etenstijd maken ze hem wakker. 'Bijna heel de albergue ging naar dat ene restaurant eten. We zaten er met wel een man of 30 aan tafels van 10. 't Was echt een gezellige avond. Zo een echte zomeravond : buiten eten, lekker en uitgebreid eten, een flesje wijn, goed contacten. Ik vind het altijd interessant om eens te babbelen met mensen uit andere landen. Zo sprak ik vanavond met 2 jonge Franse meisjes van een jaar of 18 die nu samen de camino doen. En op 't eind hebben we samen het Ultreai-lied zitten zingen. Tja, soms heb je een slechte avond, soms een goede en soms een zeer goede zoals vandaag. Ik ben echt in mijn nopjes.'

Morgen staat Cruz de Ferro op het programma. 'Morgen wil ik zelfstandig zijn en alles op mijn eigen ritme want voor mij is dit een belangrijke plaats op mijn camino. Ik heb dit ook duidelijk gemaakt aan mijn mede-pelgrims, maar eigenlijk is dat niet nodig. Dat is gewoon zo, 't is bijna een ongeschreven regel onder pelgrims dat je mekaar gerust laat en ruimte geeft. Dus morgenvroeg vertrek ik alleen op pad.'

donderdag 14 juni 2012

Etappe 96 : Hospital de Órbigo

Dinsdag, 12 juni 2012

Hugo is al vroeg wakker, 'ik sliep in een slaapzaal met wel 100 bedden. En als er één opstaat, meestal begint dat rond 4:30 uur, dan is iedereen wakker. Ik blijf dan wel nog wat liggen, maar van slapen is dan geen sprake meer.' Hij neemt ontbijt in de herberg van de benedictinessen en vertrekt er samen met  Isabelle rond 7:30 uur. Aangezien de herberg in het zuiden van León gelegen is en de pelgrimsroute in noordwestelijke richting verder loopt, moeten ze eerst de hele stad doorkruisen. 'Dat is altijd de moeite als je zo vroeg door een grote stad wandelt, alles moet nog ontwaken.' Ze passeren opnieuw de kathedraal en de San Isidoro basiliek, waar ze toch even binnenstappen. De ochtendstilte en dit prachtig kader nodigen hen uit tot een meditatief moment. 'Hier zie je mensen die komen bidden, op hun knieën en in maatpak, voor ze naar het werk gaan. Je ziet een ander stuk van de wereld.'
Einddoel van deze etappe is Hospital de Órbigo en er is keuze uit 2 routes. In La Virgen del Camino kan men ofwel de kortere weg (33 km) nemen via Villadangos del Páramo die langs de drukke weg N120 loopt ofwel de rustigere maar langere variante via Villar de Mazarife (38 km). 'Het was mijn bedoeling om de variante te nemen, maar ik ben blijkbaar verkeerd gelopen waardoor ik toch op de andere route uitkwam. We liepen dus inderdaad wel lang naast een grote baan wat het nog eentoniger maakte.'   De verdere etappe wordt als 'redelijk zwaar' ervaren, omdat ze zo eenzaam is. 'Ik begin wat genoeg te krijgen van de meseta. Aan de ene kant hebben we geluk dat het niet snikheet is, maar er is wel steeds een sterke wind. En altijd maar de wind van voor maakt het lastig en 's morgens zelfs koud.'


In de namiddag komen ze aan in Hospital de Órbigo via de beroemde brug van Órbigo, de langste brug van de camino die in het midden een knik vertoont. Ze logeren er in Albergue Parraquial de Peregrinos Karl Leisner , 'een toffe gîte. Met stijl, binnentuin en patio. En heeft iets te maken met de orde van Malta.' En wat later komen ook Sylvie-Anne en Marie-Jo er aan zodat het groepje, spontaan ontstaan op de route van Le Puy, weer compleet is. 'En eindelijk heb ik mijn entrecôte kunnen eten. Het was wel nog een heel eind stappen vooraleer we een supermarkt vonden, maar 't was de moeite waard.' Ze maken met hun vieren hun avondeten klaar in de drukbevolkte keuken van de herberg. 'Ik had nog wat wilde tijm in mijn zak zitten dat ik een dag of 3 geleden onderweg eens plukte en die intussen gedroogd was en dat er op gedaan. 't was een gezellige avond.'


'Vandaag besefte ik plots dat León een belangrijk kruispunt is want eens je daar voorbij bent, ben je er bijna. León is in feite de laatste grote stad vóór Santiago. Ook Cruz de fero komt in zicht. En daar heb ik tijd nodig voor mezelf. We hebben dit vandaag besproken en afgesproken dat we morgen wel samen stappen, maar dat ik een andere bestemming neem zodat ik weer eens alleen ben en in mijn eigen wereld kan komen. Daarna zien we wel weer. Het is in elk geval de bedoeling dat we samen aankomen in Santiago, want we hebben intussen een nauwe band en dit zijn nu eenmaal de mensen die op mijn camino gekomen zijn.'

woensdag 13 juni 2012

Etappe 95 : León

Maandag, 11 juni 2012



Alweer een nieuwe etappe, dit keer één van 26 km van Reliegos naar León, de hoofdstad van de gelijknamige provincie en ook wel de koninklijke stad genoemd met zijn gotische kathedraal, open plazas en vele statige en monumentale gebouwen.

Alvorens richting León te vertrekken verkiezen Sylvie-Ann en haar vriendin Marie-Jo eerst te ontbijten in Reliegos. Isabelle en Hugo daarentegen verlaten Reliegos zonder ontbijt, maar houden in het eerst volgende dorp, Mansilla de las Mulos, halt om daar iets te eten. 'Normaal koop ik dan een koffie en een bocadillo, maar de vrouw deed mij een ander voorstel. Ze deed een hele uitleg waar ik niets van verstond, maar waar ik dan toch maar mee instemde. En ik heb er geen spijt van, ze serveerde 2 dikke sneden geroosterd brood, deed er wat artisanale olijfolie op en enkele plakken gerookte ham en kaas. Echt lekker ! Tja, op culinair gebied moeten ze hier niet onder doen voor Frankrijk.'  De verdere etappe verloopt vlotjes en zonder noemenswaardige gebeurtenissen. Onderweg treffen de 2 duo's mekaar en samen komen ze rond 13 uur aan in de stad León.

Zoals voor elke pelgrim en bezoeker aan León is de gotische kathedraal, die bekend staat om haar glas-in-loodramen, een must om te bezoeken. Ze moeten echter vaststellen dat dit godshuis maar zijn deuren opent vanaf 16 uur wat hen enigszins voor een dilemma stelt. Hugo wil absoluut de kathedraal en de basiliek San Isidoro bezoeken. 'Ik heb enkele dagen geleden in een herberg gesproken met een Spanjaard en hij zei dat dit als pelgrim de 2 belangrijkste bezienswaardigheden waren. En nu ik hier ben, wil ik dat toch wel meemaken.' Sylvie-Anne daarentegen had al aangegeven dat ze niet wenste te overnachten in León en stapt sowieso vandaag verder naar het volgende dorp, La Virgen del Camino, 8 km voorbij León. 'Er is daar echter maar 1 auberge met 40 plaatsen, wat op zich niet weinig is. Maar als je hier pas kan vertrekken rond 17 uur kom je daar gegarandeerd laat aan en is de kans groot dat het volzet is. En dan heb je al 34 km in de benen, is het al na 19 uur en moet je er minstens nog 3 à 4 km bij doen. Ik vind het daarom niet echt verstandig om door te gaan.' Maar het dilemma lost zichzelf op als Sylvie-Ann en Marie-Jo even later beslissen om niet te wachten tot 16 uur tot de kathedraal opengaat en al direct aanzetten naar het volgende dorp. Hugo en Isabelle blijven om de stad te bezoeken en gaan eerst iets eten. Dan is het richting basiliek, of de Real Colegiata de San Isidoro, één van de eerste grote romaanse bouwwerken. 'Het was 5€ entree. Voor jullie allicht niet veel, maar in mijn leefwereld nu is dat wel de prijs van een overnachting. En daar verschiet je dan wel even van. Maar het was wel de moeite.'  In de grafkapel van deze basiliek - de Panteón Real - bevinden zich unieke meesterwerken van de romaanse schilderkunst en net daarom wordt ze ook wel de 'Sixtijnse kapel van de romaanse kunst' genoemd. Eén van de zuidelijke toegangen, de Puerta del Perdón of de poort van de vergiffenis, was destijds een belangrijk pelgrimsdoel want hier konden uitgeputte pelgrims, die het niet meer lukte om verder tot Santiago te stappen, toch nog vergeving van hun zonden ontvangen.
Intussen is het 16 uur en gaan ze richting kathedraal Santa Maria Regla en ook hier betalen pelgrims, net als alle andere bezoekers, 5€ toegang. 'Isabelle paste hiervoor en ging nog wat boodschappen doen in de stad. Ik heb het wel gedaan. De kathedraal is echt wel de moeite. Gigantische glasramen met inderdaad een speciale lichtinval. Vroeger in de middeleeuwen moeten ze achterover gevallen zijn van al die pracht en praal.' Dit bouwwerk is gemaakt volgens het zuiverste gotische ontwerp van alle Spaanse kathedralen en is dan ook een schoolvoorbeeld van de 13e eeuwse gotische stijl die een vooraanstaande rol speelde in de Europese architectuur. De machtige sierlijke gevel bestaat uit 3 schitterend bewerkte portalen en 2 massieve torens. Op het hoofdportaal is o.a. Nuestra Señora la Blanca (of Onze Lieve Vrouw in het wit) afgebeeld met naast haar een lachende Jacobus. De kathedraal telt 125 glasramen, waarvan sommige wel 12m hoog, en nog 57 andere openingen en rozetten.  Met het toegangsticket van de kathedraal kan Hugo ook het aanpalende kloosterhof bezoeken, 'maar ik heb er niet lang rondgelopen. Want op den duur heb je echt wel genoeg van al die beelden en vooral van die manier van adoratie.'

Na deze bezoeken ligt de optie om ook verder door te stappen nog steeds open, maar 'de vermoeidheid sloeg toe. Ik zag het echt niet zitten om er nog 8 km bij te doen.' Ze beslissen dan maar om in León te blijven en vinden vrij snel onderdak in de herberg van de benedictinessen. 'En net als we geïnstalleerd, gedouched en gewassen waren, ontvingen we een bericht van Sylvie-Anne dat de auberge in het volgende dorp volzet was en dat zij daar nu op zoek waren naar een hotel. 'k Ben echt blij dat ik mijn gevoel gevolgd heb.'


'Ik had nu eens geen goesting om naar de vespers en de pelgrimszegening te gaan. En ik heb beslist om in de plaats daarvan mijn vaderdag-verwen-moment, dat er gisteren niet van gekomen is, te houden. Vanavond is het eens een avond die ik zelf invul.'  Hij gaat naar een supermarkt en koopt er, naast proviand voor morgen onderweg, grote verse gamba's, olijven, brood en een fles rosé-wijn. En even later geniet hij in het keukentje van de herberg samen met nog wat andere pelgrims van deze culinaire lekkernijen. ' 't Was vree gezellig, het had zelfs iets feestelijks en ik ben content dat ik mijn vaderdagmoment er toch geweest is.'


'Ik voel dat het naar het einde gaat en het gaat goed zijn. Ik ga wel tijd nodig hebben als ik weer thuis ben, want er zijn zeer veel dingen gebeurd op zeer ingrijpende vlakken.'

dinsdag 12 juni 2012

Etappe 94 : Reliegos

Zondag, 10 juni 2012 

Vandaag - op vaderdag - stapt Hugo van Sahagun naar Reliegos, een etappe van 32 km alweer volledig door de meseta. 'Het laatste stuk was echt eindeloos rechtdoor. Nog een geluk dat het niet zo warm is, vandaag was er zelfs enorm veel wind. Maar het blijft prachtig en een speciale ervaring om dit gebied te doorkruisen.'  Onderweg komt Hugo een Spaanse vrouw tegen, 'ze zat er echt wel door en ze vroeg hoe ver het nog was.' Na een tijdje vervolgen Hugo en Isabelle hun weg om even later te ontdekken dat  Isabelle haar fototoestel kwijt is. 'Dus zijn we teruggekeerd, we hebben het teruggevonden op een plaats waar we even rustten. En net als we daar toekwamen, kwam ook de Spaanse vrouw toe. Ze is dan toch een eindje met ons meegestapt.'

Reliegos blijkt een klein dorp te zijn, waar er toch wel meerdere 'albergues' zijn. 'En de ervaringen met de municipals indachtig, zijn we nu direct op zoek gegaan naar een privé-herberg.' En zo komen ze terecht in Albergue La Parada, een splinternieuwe herberg 'op het randje van chique'. Voor slechts 7€, en maar 2€ meer dan in de gemeentelijke herberg, kunnen ze hier overnachten.  Omdat Hugo al dagen droomt van een goede entrecôte gaat hij in Reliegos op zoek naar winkels. Want het is immers vaderdag en gezien het thuisfront hem daarom een verwenmoment wenste, zou dat een mooie gelegenheid zijn  om eens een maaltijd op eigen maat en smaak klaar te maken. 'Maar ge geraakt daar gewoon niet aan. Er zijn hier zelfs geen beenhouwers en kruideniers, wel meerdere bars en  restaurants.' Dus zit er niets anders op dan in La Parada een pelgrimsmenu te gaan eten.  En even later 'Wie verschijnt daar in de herberg ? Sylvie-Anne !  Ze was samen met nog een Franse vrouw waar zij al een paar dagen mee samenloopt. Die legt echt wel ongelooflijk veel kilometers af.'  Die avond eten en overnachten ze dus met hun vieren in deze herberg. ' 't Was een blij weerzien, maar toch enigszins met gemengde gevoelens.' Want al vrij snel wordt duidelijk dat Sylvie-Ann een andere kijk en aanpak heeft op de camino, ' 't is iemand die zeer zelfstandig is en gewoon is van haar ding te doen.'  Ze spreken af om morgen samen naar Léon te stappen en daar te zien of ze er blijven of na een bezoek toch verder doorstappen. 'De beslissing valt morgen ter plaatse, maar eigenlijk liefst doorstappen. We zien wel hoe het zal gaan, zo gaat dat nu eenmaal op de camino.' 

zondag 10 juni 2012

Etappe 93 : Sahagún

Zaterdag, 9 juni 2012

Om 6:10 zijn Hugo en Isabelle al vertrekkensklaar. Na een uurtje stappen, kopen ze ergens onderweg een koffie en een bocadillo als ontbijt zodat ze weer genoeg energie hebben om verder te stappen. Ook deze etappe loopt volledig door de meseta, het landschap bestaat dan ook uit eindeloze vlakke, dorre velden. ' 's Morgens vertrek je met een hele groep pelgrims die gaandeweg wel uitzwermt. Onderweg heb je dus wel altijd, zij het op enige afstand, pelgrims voor en achter je lopen. Zo heb je niet echt een desolaat gevoel. De laatste 10 km liepen we alleen door deze vlakte en dat is een heel andere ervaring. In Reims toen ik uren door de eindeloze wijngaarden liep, had ik nog het gevoel dat ik in de bewoonde wereld zat, maar hier heb je dat dus niet. We hebben wel geluk dat het hier nu eigenlijk voor de tijd van het jaar niet al te warm is, zo'n 27°. Ik kan me voorstellen dat het bij 35° een heel ander verhaal is.' Onderweg komen ze de 2 Japanners van gisteren tegen. 'Op hun rugzak hangt een spandoek met hun boodschap van dankbaarheid aan de wereld. Ik heb er een foto van getrokken en hen beloofd om dit eens weer thuis aan familie en vrienden te laten zien en ze waren daar heel blij en dankbaar om.'  Verder komt Hugo af en toe eens een dorpje tegen waar hij dan op Isabelle wacht - of omgekeerd- en waar ze dan iets drinken en intussen hun schoenen eens uitdoen.

Na 7 uren stappen, komen ze aan in Ledigos. 'We hadden gewoon geen goesting om daar al te stoppen en zijn nog verder gegaan naar Moratinos, een uurtje verder. Maar daar bleken bijna alle herbergen volzet. In onze gids zagen we dat erin Sahagun een benedictijnenklooster was en dat sprak ons wel aan. Dus hebben we nog 2 uur of 8 km verder gestapt tot Sahagún.'  En zodus overbrugt Hugo vandaag 40 km !

Rond 16 uur komen ze aan in Sahagún, waar er net een volksfeest aan de gang is. 'In bepaalde straten stonden metalen hekkens opgesteld, waarschijnlijk voor een stierenloop.' Het benedictijnenklooster of 'Monasterio de San Benedicto de Santa Cruz' blijkt helemaal aan de andere kant van de stad te liggen, 'het pelgrimshuis wordt hier ook gerund door zusters, maar hier zijn het heel oude zusters, helemaal anders dus dan gisteren. Er is hier ook een zwaardere en ouderwetse sfeer.' Hugo slaapt op een kamer van 4 en één van zijn kamergenoten is een dame uit Wevelgem. 'De wereld is toch klein, hé.' 
Ook hier is er 's avonds een mis met pelgrimszegen, 'tegen dat ik naar huis kom, ga ik een heilige zijn met al die zegeningen :-)' Na het avondeten - deze keer was het redelijk goed en genoeg - wandelt Hugo nog eens naar het centrum in de hoop nog iets van de stierenloop te kunnen meemaken, maar deze is intussen helaas voorbij. Hij doet dan nog wat aankopen voor morgen onderweg.

'Het is echt een andere manier van leven. En maar goed dat pelgrims zo ongelooflijk tolerant zijn.'

Etappe 92 : Carrión de los Condes

Vrijdag, 8 juni 2012

Aangezien Hugo 's morgens koortsig opstaat, is het vrijwel meteen duidelijk dat hij vandaag voor de korte etappe van 20 km naar Carrión de los Condes gaat. '36 km zou niet gelukt zijn. Ik heb al verschillende nachten niet goed en dus te weinig geslapen in die refugio's. En dat gecombineerd met de inspanning, zou vandaag te veel vragen.'

De etappe van Fromista naar Carrión de los Condes loopt alweer volledig door de meseta, 20 km vlak terrein door onafzienbare akkers met tarwe.   Het voordeel van deze korte etappe is dat Hugo al tegen de middag op zijn  bestemming is en het dus rustig aan kan doen. Hij logeert in salle paroissal Santa Maria, waar er 'accueil crétien' is door 'des soeurs Augustines'. 4 piepjonge, opgewekte en enthousiaste zusters kregen van hun orde de taak toegewezen dit pelgrimshuis, waar plaats is voor een 50-tal pelgrims, te runnen. 'En ze doen dat op hun manier. Er is hier een heel rustige en open sfeer. Volledig tegengesteld aan de sfeer in de gemeentelijke herbergen'.

Na aankomst bereidt Hugo, samen met Isabelle, in de keuken van het pelgrimshuis een uitgebreide salade met tonijn. Ze ontmoeten er ook een groepje Koreaanse jongeren die een typisch Koreaanse maaltijdsoep aan het maken zijn. 'Het interesseerde ons hoe ze dat deden en zo zijn we aan de praat geraakt. Terwijl wij aan het eten waren, kwamen ze ons een bord van hun soep brengen met 2 lepels er in zodat we eens konden proeven. Heel aangenaam en vooral heel lekker.'  Na het eten is er eindelijk eens tijd om wat slaap in te halen. 'Ik heb bijna 2 uren geslapen. En dat is nu duidelijk voelbaar. Het is de 1e keer sedert dat ik in Spanje ben dat ik overdag eens kan rusten.'
Rond 18:30 uur nodigen de zusters alle pelgrims uit in de ruime inkomhal voor een gezamenlijk zangmoment. 'Eén zuster speelde gitaar en we kregen allemaal een blad met de teksten van de liedjes op.' Maar voor er gezongen wordt, vragen de zusters aan iedereen om zich eens voor te stellen met naam, land en reden waarom je naar Santiago stapt. Enkel de Australische pelgrim antwoordde dat ze het gewoon doet om de wereld te verkennen, alle andere hadden een meer specifieke reden. Maar het meest frapant vond Hugo toch de uitleg van de Japanner die deze pelgrimstocht, samen met zijn vriend (die trouwens een officiële drummer is van Japanse drumband Kodo), doet uit dankbaarheid voor de vele buitenlandse hulp die Japan vorig jaar kreeg naar aanleiding van de kernramp met tsunami in Fukoshima. 'Een speciale ervaring. Hier geven ze u een duwtje in de rug, je kunt u niet wegsteken. De voorstellingsronde was een moment van vereniging en dat voelde je dan wel als er daarna samen gezongen werd. We zongen onder andere het Ultreai lied, maar ook andere. De Japanse drummer had ook een fluit mee waar hij dan ook nog heeft op gespeeld.'
Om 20 uur is er dan een mis met (alweer) een pelgrimszegen. 'Pelgrims die kiezen voor dergelijke overnachtingsplaatsen, weten ook dat er verwacht wordt dat je aan de activiteiten deelneemt, dus hier waren er wel veel pelgrims aanwezig in de mis.'
En dan om 21:00 is het eindelijk etenstijd. 'Je gelooft het nooit : we kregen een klein beetje sla met tomaat en een glas wijn. Daarna een stukje watermeloen, dan een klein cakeje, een appelsien of banaan en dan nog een prikkertje met een 2 stukjes banaan dat je even in de chocoladesaus kon dippen. Als je daar moet van leven .... Voor de rest is het hier piekfijn in orde. Om 22 uur sluiten ze hier alles af en kunt ge niet meer buiten. En 's morgens gaan de deuren maar weer open om 6 uur, dus mijn plan om heel vroeg te vertrekken zodat ik in de namiddag weer een dutje kan doen, zal niet lukken.'  
Morgen is het de bedoeling om naar Ledigos (23 km), Moratinos (29 km) of San Nicolás del Real Camino (31,5 km) te stappen, 'afhankelijk van hoe we ons voelen.'

vrijdag 8 juni 2012

Etappe 91 : Frómista

Donderdag, 7 juni 2012


Vandaag is het richting Frómista, een etappe van 33 km volledig door de eindeloze Meseta met zijn rode paden en gele graanvelden. In deze agrarische en dunbevolkte streek, die het hart van Spanje vormt, reiken de velden tot aan de horizon en duikt er hier en daar een dorpje op.  Het klimaat wordt er soms omschreven als nueve meses de invierno, tres meses de infierno: negen maanden winter en drie maanden hel. Maar gelukkig valt dit laatste vandaag goed mee. Bij hun vertrek regent het zelfs lichtjes en ook later op de dag is er geen sprake van brandende zon. 'Eigenlijk wandel je in een plateau waar de heuvels bovenaan afgeplat zijn. Dus het is soms flink klimmen op de heuvel, dan een heel eind plat om dan weer af te dalen en weer uren plat in het dal te lopen. Je bent fysiek altijd aanwezig in wat je doet. Ik heb wel genoten van de prachtige vergezichten.'


In Itero de la Vega houden ze op de middag een uurtje halt. Ze kopen een 'bocadillo' in een plaatselijk winkeltje dat ze buiten aan een tafeltje opeten en laten intussen ook hun voeten wat rusten 'want je moet de kilometers natuurlijk nog altijd één voor één doen ook.'
Na 9 uren onderweg zijn, komen ze eindelijk aan in de albergue municipal in Frómista, 'en we waren alle 2 kapot. Het was zwaarder dan verwacht, we zaten er echt door. Ik ben er van geschrokken hoe plots je aan de grond kunt zitten.'
Maar veel tijd is er niet om te bekomen, 'als je toekomt, moet je veel meer met je  hoofd bezig zijn dan je denkt. Nadenken over wat, hoe en waar eten voor die dag maar ook voor 's anderendaags. En je komt telkens in een dorp waar je niet weet wat en waar er iets is, dus moet je eigenlijk vrij snel weer op stap.' Ze leggen hun rugzakken af, nemen een douche, wassen hun kleren uit en bekomen even om dan toch weer op stap te gaan op zoek naar eten. 'Maar als je moe bent, vertraagt alles en kun je gelijk niet meer beslissen.' Ze lopen rond in het dorp, vinden een épicerie waar er helaas geen brood meer is. Uiteindelijk besluiten ze om toch maar een pelgrimsmenu te gaan eten, maar het restaurant gaat maar open om 19:30. Dus gebruiken ze die tijd dan maar weer om verder te zoeken naar winkeltjes zodat ze morgen toch genoeg eten mee hebben onderweg. Als ze na het eten terug in de herberg zijn, komt er iemand vertellen dat ze hun boodschappen vergeten zijn in het restaurant. 'Dus nog eens terug naar het restaurant. En dat is meteen het verschil met Frankrijk, daar zouden ze uw boodschappen meteen meegebracht hebben :-). Terug in de herberg gezien dat mijn was weggewaaid was door de wind en die dan weer gaan samenrapen. Het enige wat ik nu nog wil, is slapen.'


Het is de bedoeling om morgen 2 etappes te combineren, eerst 20 km tot Carrión de los Condos en dan 17 km tot Calzadilla de la Cueza. Aangezien er op deze 2e etappe helemaal niets is onderweg - geen tussenliggende dorpen, 'men zegt hier dat je op 17 km enkel 1 boom tegenkomt' - moeten ze wel zeker zijn van hun zaak 'want als bij aankomst in Calzadilla blijkt dat de herberg vol is, komen er nog kilometers bij.'  Daarom besluit Hugo om te beginnen met de 1e 20 km tot Carrion de los Condos en daar te zien hoe hij zich voelt en wat hij gaat doen.
Intussen ontving Hugo een berichtje van Sylvie-Ann. Een dame waar hij en Isabelle op de route in Le Puy mee samenliepen. Zij kwam echter ten val en liep daardoor vertraging op, 'nu zit ze nog maar een paar etappes achter. Ik heb het gevoel dat ze tot bij ons wil geraken.'

donderdag 7 juni 2012

Etappe 90 : Hontanas

Woensdag, 6 juni 2012

Tijdens het ontbijt in de Albergue Emaus komt de vrouw van de herberg terug op het gesprek van de vorige avond. Ze dacht er nog lang over na en raadt Hugo aan zijn verhaal te blijven vertellen, 'je moet dat zeggen want er zijn zoveel mensen die daar op wachten.' En zoals gebruikelijk in dit centrum kunnen pelgrims die de albergue verlaten een briefje trekken waar er een boodschap op staat. Op Hugo's briefje staat 'Ferme les yeux et tu verras, Fais silence et tu entendras'. ''t Was de nagel op de kop, en meteen een antwoord op mijn vraag wat ik met mijn BDE moet doen.'  Op verzoek van de vrouw brengt Hugo voor zijn vertrek nog eens een bezoek aan de kapel van dit centrum, 'voor mij een emotioneel en diep doorvoeld moment.'
Daarna begint Hugo, samen met Isabelle, aan een etappe van 31km naar Hontanas, ietwat benieuwd want vandaag zullen ze kennis maken met de Meseta of de Spaanse Hoogvlakte. Maar voor het zover is, wandelen ze eerst het oude stadsgedeelte van Burgos uit om vervolgens nog een heel eind door een soort industriegebied te lopen waarna ze vrij snel in verlaten gebied komen. Na enkele uren stappen, komen ze aan een heuvel waar de Meseta effectief begint. 'Eens je boven bent, is het heel vlak terrein. De Meseta is eigenijk agrarisch gebied, vooral tarwe en gerst. En het is inderdaad uren en uren rechtdoor. Het doet mij een beetje denken aan de etappes rond Reims waar ik ook uren rechtdoor door de landerijen liep, maar hier is het anders. Hier heb je meer een totaal zicht, het is weidser.' 
Nog enkele uren later komen ze aan in Hontanas, waar ze zich inschrijven in de albergue municipal. 'Maar eens binnen gruwde ik van deze plaats. Er hing echt een onaangename sfeer, de kamers, de mensen, koud water in de douche. Ik wou hier niet blijven.' Ondanks het feit dat ze al betaald hadden, gelukkig maar 5€, en al een stempel hadden, gaan ze toch kijken in het dorp en wat verder vinden ze een privé-albergue waar het duidelijk beter is. 'En voor dezelfde prijs hebben we nu veel meer comfort, een vriendelijke omgeving, kleinere slaapzalen én warm water.'  En ze kunnen er ook nog lekker eten in het restaurant. 'Alles is hier veel goedkoper dan in Frankrijk. Voor een glas rode wijn betaal je hier maar 0,60€ in de bar.' 

'Toch blijf ik het er moeilijk mee hebben dat er hier geen echte pelgrimssfeer is. Voor mij zijn het hier eerder toeristen. Ik vraag mij af of er hier nog zoveel zouden zijn, moesten ze hier hun prijzen optrekken naar het niveau van Frankrijk. De pelgrim die thuis vertrekt, ziet eigenlijk bewust af van comfort en is dan dankbaar als het zich aandient. Hier zie je dat ze het comfort niet kunnen missen. Het zijn meestal klieken jongeren die overdag op hun gemak stappen en 's avonds dan samen genieten van bier en wijn. En ik accordeer daar niet mee, moest ik nu alleen op stap zijn, zou ik echt eenzaam zijn. En toch zit er onderliggend wel iets, maar het is onbereikbaar. Die jonge mensen maken hier wel kermis maar toch gebeurt er iets met hen, ze maken contacten en wisselen uit. 
Ik ben nu wel wat negatief, maar ik blijf wel dankbaar en heb wel een mooie tijd met de dingen die ik zie, het intense leven en gebeurtenissen. Het blijft wel de moeite. De kwestie is om de Weg te volgen en mijn weg is anders dan hetgeen ik hier zie. Ik heb mijn eigen innerlijk leven.'

woensdag 6 juni 2012

Etappe 89 : Burgos

Dinsdag, 5 juni 2012

Rond 8 uur vertrekt Hugo, samen met compagnon Isabelle, aan de korte etappe naar Burgos, een stad die reeds in de vroege middeleeuwen gesticht werd en destijds uitgroeide tot een zeer welvarend wolhandels- en cultuurcentrum. Vandaag de dag getuigt de overvloed aan historische gebouwen er nog steeds van de welvaart van weleer.
'Het was een gemakkelijke etappe aan een rustig tempo.' Ze wandelen door verschillende kleine, typische dorpjes. 'In één van die dorpjes hebben we bij een bakker wat koeken gekocht en ergens een koffie gedronken bij wijze van ontbijt. Dat is altijd plezierig, goed weer en je komt dan altijd  nog andere pelgrims tegen. Hier geven ze meestal geen ontbijt in de herbergen en daarom ontbijten de meesten onderweg.'

Tijdens de etappe wandelt Hugo een tijdje samen met Iné, een Koreaanse die hij al eerder in groep ontmoette en vandaag alleen wandelt. 'Ze vertelde over de verschillen tussen Zuid- en Noord-Korea en al die toestanden daar. 't Was eens interessant.'

Rond de middag komen ze al aan in Burgos en gaan meteen naar de 'Albergue de Peregrinos de Casa Emaus' in de Calle San Pedro de Cardeña, een oud kloostergebouw dat nu een centrum is waar ze priesters onderrichten en seminaries geven en waar ze dagelijks aan een 26-tal pelgrims onderdak geven.  Helaas gaan hun deuren maar open om 14 uur, 'er zat dus niets anders op dan met de rugzak de stad in de trekken om iets te eten.' In een supermarkt kopen ze brood en beleg dat ze op een bankje in het centrum opeten. 'We hebben nog een terrasje gedaan en om 14 uur zijn we ons gaan inschrijven en onze rugzakken gaan afzetten. 't is hier heel chique, helemaal vernieuwd en het hangt  hier vol met schilderijen. Om niet te veel tijd te verliezen, namen we geen douche en trokken we direct weer de stad in want hier is wel één en ander te zien.' 
Ze gaan rechtstreeks naar de Santa Maria de Burgos-kathedraal, die tot één van de allermooiste van Europa behoort. De westgevel bestaat uit 2 gotische torens van elk 3 verdiepingen, die op een hoogte van 88m via een galerij met elkaar verbonden zijn. 'De kathedraal is gewoonweg gigantisch, dat heb ik nog nooit gezien. Van buiten zeer mooi, maar ook van binnen is het de moeite, het staat vol met kunstwerken. Echt bombastisch, vol pracht en praal.' Na er  anderhalf uur in rondgelopen te hebben, heeft Hugo het gehad. 'Ik was moe en zat er door. Ik keek in mijn gids wat er nog te bezoeken was : kerken en graftombes, allemaal met een rijke geschiedenis, maar het kon mij op dat moment niet echt meer boeien.'  Ze wandelen nog wat rond in de stad en keren terug naar de herberg, waar een douche wonderen doet. 'Er hangt hier een katholieke religieuze sfeer. Bij de inschrijving word je uitgenodigd om naar de avondmis te gaan en je voelt dat ze verwachten dat je gaat.' 's Avonds woont Hugo dan, net als de andere pelgrims die er logeren, de mis bij. Op het einde van de dienst worden alle pelgrims naar voor geroepen en ontvangen ze de pelgrimszegen, hier met  handoplegging.  Na de mis gaan ze samen eten.  'De andere pelgrims aan tafel waren 2 Duitsers, een Amerikaan, een Spaanse en 2 priester-pelgrims. Er is hier ook een vrouw die zich ontfermt over de pelgrims en die alles wat coördineert en die met ons mee at.  Ik was er niet echt op voorbereid, maar door de gerichte vragen die ze stelde, heb ik weer over mijn bijna-dood-ervaring verteld.' Na het eten kwam één van de Duitse pelgrims Hugo persoonlijk bedanken omdat zijn verhaal hem veel steun gaf, want zijn broer was 10 dagen geleden in de Zwitserse bergen naar beneden gestort en zijn lichaam was nog steeds niet gevonden. Ook de Amerikaan bedankte Hugo om zijn verhaal te willen delen.

dinsdag 5 juni 2012

Etappe 88 : Cardeñuela-Ríopico

Maandag, 4 juni 2012

Vandaag is het de bedoeling om te stappen tot Cardeñuela-Ríopico, een dorp op slechts 15 km van Burgos. Morgen moet er dan maar een kleine afstand afgelegd worden en is er tijd genoeg om de stad Burgos te bezoeken.  Om zeker te zijn van een overnachtingsplaats in de albergue municipal van Cardeñuela, besluiten Hugo en Isabelle om vroeg - 6 uur - te vertrekken. Maar als het zover is, kan Hugo zijn portefeuille nergens vinden, 'en het is niet evident om er naar te zoeken in een slaapzaal waar de helft nog ligt te slapen. Op den duur werden er een paar wakker en als ze zagen dat ik met mijn koplampje aan het zoeken was, hebben ze mee geholpen.. En uiteindelijk heb ik het teruggevonden op de vensterbank tussen het gerief van de dame die naast mij sliep.' Dus met enige vertraging - om 6:20 - zijn ze klaar om de 25 km naar Cardeñuela aan te vatten.

Deze etappe loopt door de Montes de Oca (of 'de bergen van de gans') en is bijzonder mooi. Het is een erg eenzaam deel van de route dat net daarom vroeger wel eens onveilig werd gemaakt door struikrovers. ' t Is inderdaad een prachtige etappe met heel mooie vergezichten en lang gerekte banen. Voor mij had ze ook een spirituele sfeer want we kwamen onderweg heel veel mooie plaatsen en plekjes tegen die blijkbaar ook vorige pelgrims beroerden gezien de vele spontaan aangelegde "kunstwerkjes" uit keien en stokken onderweg.' Tussen het gaas van een afrastering, die de pelgrimsweg van een autosnelweg scheidt, zitten allemaal zelf gemaakte houten kruisjes aangebracht door passerende pelgrims. 'En niet ééntje of twee, hé, maar wel honderden en honderden. Heel speciaal en mooi.' Ook de kerk in San Juan de Ortega, desolaat gelegen in het landschap, maakt indruk. De monnik San Juan de Ortega, een leerling van Domingo de la Calzada, liet in de 11e en 12e eeuw heel wat werken uitvoeren ten behoeve van de pelgrims : zo werden wegen en bruggen aangelegd en herbergen en hospitalen gebouwd. Hij stichtte ook een gemeenschap van monniken en bouwde een klooster op deze eenzame plek die nu nog steeds zijn naam draagt. In de kloosterkerk is er een crypte waar de stenen sarcofaag van deze heilige kan bezocht worden.

Een eindje voor Cardeñuela, op de kam van een berg zie je in de verte Burgos al heel goed liggen. 'Echt prachtig. Je weet dat het ongeveer 15km verder is, maar 't is alsof het vlakbij is. Op het hoogste punt van deze berg staat een gigantisch houten kruis met op de top een gele pijl, zoals gebruikt wordt op de wegwijzers van de camino francés, die naar boven wijst. Dat was even een doordenkertje ...'.  Ze blijven er even rusten zodat ze de schoonheid van deze plek en dit bijzonder moment ten volle kunnen opnemen. 'En net als we het pad richting Burgos wilden afdalen, merkten we dat eerdere pelgrims op de grond net achter het kruis een immense spiraal van keien gemaakt hadden. Maar echt groot, het had wel een diameter van 80 meter. Je kon er in wandelen en na ongeveer 10 minuten was je dan mee gespiraald naar het midden waar op een grote hoop stenen alweer een houten kruis, gemaakt van 2 stokken, aangebracht was. En dit allemaal met een fenomenaal landschap als decor. Dan word je toch even stil.'

Omdat ze hier nogal wat tijd doorbrengen en ze veel pelgrims de weg richting Cardeñuela zien nemen, vrezen ze even voor een overnachtingsplaats. Bij aankomst in dit dorpje blijkt er geen albergue municipal te bestaan, maar gelukkig is er nog voldoende plaats in een privé-herberg. 'De 26 plaatsen zijn zelfs niet allemaal ingenomen.. In vergelijking met die gemeentelijke herbergen is dit hier chique, en dat voor 15€, overnachting en avondmaal. En 't was lekker : frietjes, met 3 kippenbillen, sla en wijn.'

'De camino in Spanje is veel meer naar binnen gericht dan de weg in Frankrijk. Ik geniet er wel van, maar toch begin ik zo wat een saturatie te krijgen.. Het zuig-effect is er wat af. Misschien omdat ik weet dat het einddoel nadert.'



maandag 4 juni 2012

Etappe 87 : Villafranca Montes de Oca

Zondag, 3 juni 2012

Vandaag staat een etappe van 30 km op het programma : van Santo Domingo de la Calzada naar Villambistia.  De wandeling gaat door een golvend heuvelland met enkele prachtige vergezichten, 'maar het was een regendag, dus wel een iets andere sfeer dan in de zon.'

Na een uur stappen, in Redecilla del Camino om precies te zijn, steekt Hugo de grens over van de regio La Rioja naar de regio Castilla y Léon. Op dit punt staat een groot infobord met het verder verloop van de camino in Castillië.
'Het valt me op dat er hier veel meer landbouw is, met uitgestrekte tarwevelden. Onderweg kwamen we veel typische Spaanse kerkjes tegen. En in één dorp was er een feest aan de gang, een soort kermis met allerlei kraampjes. We hebben daar dan iets gedronken en een  hapje gegeten. 't Is ongelooflijk hoe veel goedkoper het hier is, 5€ voor een koffie, thee én 2 hapjes, brood met een vispasta en een stukje zalm.' 

Onderweg ontmoet Hugo de dame waar hij gisteren in de gîte wat sla van kreeg. 'Na wat praten in het Frans, bleek dat ze van Brugge was. Ze is vertrokken in SJPdP en hoopt in 4 weken in Santiago te zijn, want meer tijd heeft ze niet. Ze was duidelijk blij dat ze eens in het West-Vlaams kon praten, ik heb daar minder behoefte aan.'

Normaal gezien zouden ze tot in Villambistia stappen, een gehucht vanwaar je een prachtig uitzicht hebt op de Montes de Oca. Maar aangezien alles er volzet is, trekken ze nog 5 km verder en in Villafranca Montes de Oca vinden ze onderdak in de Albergue Camino de Santiago. 'Omdat we langere etappes doen dan de meeste andere pelgrims, komen we in gîtes waar het rustiger is. We werden er op de Spaanse manier onthaald : flamboyant en luidruchtig. Je zou echt denken dat ze kwaad zijn voor iets, maar als je dan 5 minuten later gaat vragen om je credential af te stempelen zijn ze poeslief. Ik kan daar nog altijd niet zo goed mee om.'

's Avonds maken ze in de herberg zelf hun avondeten : pasta met een blik gehaktballen. 'Er is hier niets voorzien of te krijgen voor morgenvroeg, dus als ontbijt zal het de overschot van de pasta zijn.'

'We zitten nu meer in het binnenland en hier zijn ze een stuk respectvoller ten opzichte van de pelgrims. Ik voel dat Santiago begint te naderen. Hier moet je echt het leven nemen zoals het komt. En ik ga dat doen ook.'

Etappe 86 : Santo Domingo de la Calzada

Zaterdag, 2 juni 2012

's Morgens wordt Hugo wakker met spierpijn, 'en het gevoel niet uitgeslapen te zijn, het is de eerste keer dat ik mij moet forceren om op te staan. 't Is door die zon, ik heb gisteren veel te lang zonder bescherming op mijn hoofd gelopen en gisteravond was ik koortsig.' Ze besluiten daarom om het vandaag wat kalmer te doen en de etappe zoals aangegeven in de gids te volgen : van Najera naar Santo Domingo de la Calzada, een gemakkelijke etappe van 21 km. 'Normaal probeer ik toch naar 30 km te gaan, maar we kunnen niet te veel risico nemen want in het eerste dorp op de volgende etappe is er maar 1 herberg en als we die dan volzet is, is het direct weer 6 km extra en dan zitten we ruim over de 30 km.'

Onderweg passeren Hugo en Isabelle een rustplaats met waterpunt, 'dat heb je hier veel meer langs de weg en dat is wel gemakkelijk want dan moet je niet te veel water meedragen in je rugzak. En in die hitte drink je veel meer dan anders.'  Op die rustplaats zat ook een grote groep Koreaanse jongeren van een jaar of 17-18 te rusten. 'Ik zat ze wat te bekijken. Er kwam ook een Amerikaan aan die eens tot bij hen ging en er wat aan vroeg en één van die gasten riep "Welcome to Korea". Daarna zaten ze nog een hele tijd met mekaar te praten en dan zag ik dat de camino toch wel iets doet met die jongeren.'

Ze komen vroeg aan in Santo Domingo de la Calzada, een dorp die door een legende bekend geworden is. Ze overnachten er in Albergue de la Abadia Cisterciense, een herberg van de kloosterzusters op slechts 100m van de kathedraal. De herberg heeft 36 slaapplaatsen en de slaapzaal is ingedeeld in kamers van 3 à 4 bedden, slechts met een gordijn van elkaar gescheiden. 'We waren er vroeg en moe van de hitte. Dus hebben we lang gerust en geslapen op de kamer. En plots begon er in de kamer naast ons een vrouw een hele tijd boedhistische mantra's te zingen. Dat had wel iets en het gaf een speciale sfeer aan het geheel.'
In de late namiddag wandelen ze nog eens naar het centrum, waar de kathedraal helaas gesloten is, 'dus ik heb de haan en de hen niet gezien'. In de kathedraal van deze stad bevindt zich namelijk een fraai versierd gotisch kippenhok ter ere van een oude legende : ooit was er eens een Duits echtpaar met hun zoon op weg naar Santiago. In Santo Domingo de la Calzada overnachtten ze in een herberg waar de dochter van de herbergier de zoon probeerde te verleiden. De zoon moet er echter niet van weten en uit wraak verbergt het meisje een zilveren beker in zijn bagage. De volgende dag wordt de jongeman van diefstal beschuldigd en eindigt hij aan de galg. De droevige ouders zetten hun tocht naar Santiago toch verder. Op hun terugweg passeren ze opnieuw in Santo Domingo en merken er tot hun grote vreugde dat hun zoon nog leeft. Al die tijd had de heilige Domingo hem ondersteund en hem zo van de verstikkingsdood gered. De ouders gaan dit aan de rechter vertellen. Die man is juist aan het genieten was van zijn maaltijd, een gebraden haan en kippetje. Omdat hij dit wonder niet kan geloven, maakt hij duidelijk dat er in hun zoon evenveel leven zit als in het gevogelte op zijn bord, waarop de haan en de hen plots tot leven komen. Gevolg : de zoon wordt van de galg gehaald en de herbergiersdochter mag zijn plaats innemen. Sindsdien houdt men in de kathedraal een levende haan en hen ter ere van dit mirakel.

Verder doen Hugo en Isabelle nog inkopen in de stad en maken eens terug in de herberg 'een uitgebreide salade'. 's Avonds wandelt Hugo nog eens rond op het domein van het klooster, 'de zusters waken over alles, als er één van de jongeren wat te veel lawaai maakt, gaan ze er direct naar toe' en woont hij in de kapel van het klooster een pelgrimsmis bij, 'maar er zaten er maar 4.'

'Gisteravond als we de etappe aan het plannen waren, hebben we het ook gehad over de verdere weg. We moeten er over waken dat ieder zijn eigen camino kan gaan, want voor je het weet doe je samen de camino. Maar aan de andere kant heeft het nu nog voordelen om met 2 te zijn. We hebben afgesproken dat ieder zijn ritme volgt en we zien wel hoe het gaat want je hebt hier niet alles zelf in de hand, de dingen die moeten gebeuren gebeuren toch.'

zondag 3 juni 2012

Etappe 85 : Nájera

Vrijdag, 1 juni 2012

Het avondmaal van gisteren doet ook dienst als stevig ontbijt zodat er genoeg energie is om de etappe naar Nájera (28 km) aan te vatten. De volledige etappe van Logroño tot Nájera loopt door en langs schilderachtige wijngaarden van de Rioja. 'Het was echt een dag door de wijngaarden, uren en uren. Je bent ook voortdurend omgeven door bergen, maar je wordt dat gewoon. Je wandelt eigenlijk tussen de cols waardoor er zo geen grote  hoogteverschillen zijn, dus de zwaarte van de etappe viel wel mee. Alleen was het weer snikheet vandaag. In de voormiddag is het nog te doen, maar eens na de middag is het bakken. En aangezien ik geen pet meer heb, was het echt branden. Tijdens het marcheren hebben we Isabelle haar pet gedeeld, elk om beurt een half uur.'  Gelukkig is er in één van de dorpen die ze passeren een soort outdoor-winkel waar Hugo een nieuwe zonnepet kan kopen, 'Er zijn hier niet zoveel winkels, dus heb ik niet getwijfeld. Het was wel 24€, maar ik heb het écht nodig en 't is kwaliteit.'

Ze overnachten in de Albergue Municipal van Nájera. 'Ik slaap op een slaapzaal met 84 bedden. Echt de moeite. Maar het is ongelooflijk hoe gedisciplineerd en respectvol de pelgrims zijn. In het begin dacht ik dat het eerder toeristen waren en geen pelgrims, maar nu zie ik toch andere dingen, er is toch wel iets.' Gezien het warme weer neemt iedereen graag een douche bij aankomst 'en tegen dat het aan mijn beurt was, was het warm water op. Dus heb ik me snel in ijskoud water gewassen, maar vanavond als de meeste al slapen, ga ik mij nog eens uitgebreid douchen.'  Zoals gewoonlijk wast Hugo ook zijn kleren uit. 'De envelop die Aaron mij bij mijn vertrek meegaf met de uitdrukkelijke boodschap "alleen openen als er vermoeidheid heerst", zit nog altijd ongeopend in de zak van mijn broek. Natuurlijk heeft die al zwaar afgezien want hij gaat al 1900 km mee in regen, wind, sneeuw en zon. En door het vele zweten vandaag, was de envelop helemaal doorweekt. Als ik hem uit mijn broekzak haalde, viel hij gewoon open, dus ik kon niet anders dan het lezen. En daar zijn geen woorden voor, 't is duidelijk dat hij de zoon is van zijn vader :-) Ik moest toch even slikken.' 

Aangezien er gisteren nogal wat tijd ging naar het zelf bereiden van een avondmaal, besluiten ze vandaag iets te gaan eten. 'Voor 10€ heb je hier een volledige menu. 't Was in orde.' En zo is er ook nog wat tijd over om nog wat met andere pelgrims, zoals de Japanner en de Koreaan, te praten. Hugo verneemt er dat de man die gisteren het leven liet op de camino inderdaad een pelgrim was van 54 jaar. 'Af en toe zie je onderweg in de berm een kruisje staan waar mensen gestorven zijn.'  

Etappe 84 : Logroño

Donderdag, 31 mei 2012

Vandaag stapt Hugo van Los Arcos in de provincie Navarra naar Logroño, de bruisende hoofdstad van de provincie La Rioja. Ze wandelen tijdens de 28 km lange tocht alweer door een prachtig landschap met machtige vergezichten, 'je ziet voortdurend bergen in de verte'. En aangezien ze in het wijngebied van de Rioja zijn, zien ze op de hellingen veel wijngaarden. Zoals bijna naar gewoonte loopt Hugo 's morgens een hele tijd alleen, luistert naar zijn muziek en laat zijn gedachten en emoties de vrije loop. 'Na een hele eind heb ik dan wat gewacht op Isabelle en ik zag dat ze ook geëmotioneerd was. Ja, dat is zo als je uren alleen bent op de camino. Ze janken hier allemaal wel eens onder de baan.'

Enkel uren later wandelen ze via de Puente de Piedra-brug over de rivier Ebro de stad Logroño binnen. 'Het is de grootste stad die we al zijn tegengekomen. Het staat hier vol met kerken. In feite is het hier nog erger dan in Frankrijk. Hier bouwen ze een kerk en 150m verder nog één. Voortdurend vliegen er ooievaars naar hun nesten op de kerktorens.' Van het grote aantal historische gebouwen en monumenten, zien ze echter niet veel want de gîte municipal ligt zo goed als aan de ingang van het centrum. 'Als ik toekwam, heb ik mij op mijn bed gezet en ik ben gelijk een steen in slaap gevallen. Na een tijdje ben ik dan weer op gang gekomen en mij gaan douchen en mijn kleren gaan uitwassen, want in die hitte zweet je wat af.' Na deze verfrissing en trouw aan zijn voornemen om vanaf vandaag steviger te eten, trekken Hugo en Isabelle de voor hen onbekende stad in op zoek naar een 'mercado' (supermarkt) om inkopen te gaan doen. Een hele tijd later kunnen ze genieten van een bord pasta met lamsvlees, sla en tomaten en natuurlijk een glaasje wijn.

In de loop van de avond merkt Hugo dat hij zijn pet kwijt is, 'als ik toekom in de herberg en mij moet inschrijven, steek ik mijn pet meestal in mijn zak. Waarschijnlijk ben ik het zo verloren. Ik wou aan het onthaal vragen of ze een pet gevonden hadden, maar dat lukte gewoon niet. Het stikt hier van de verschillende nationaliteiten en die aan het onthaal verstaan geen woord Engels of Frans, enkel Spaans. Dat is toch ongelooflijk ! Uiteindelijk heb ik een Spanjaard gevonden die wat Engels kon en hij is het dan gaan vragen. Ik mag morgen voor ik vertrek nog eens gaan kijken of ze iets gevonden hebben, maar ik verwacht er niet veel van. Ik ben het kwijt.'

'Hier ben ik een deel van een groter geheel dat voortdurend in beweging is. Er is zelfs geen tijd om heimwee te hebben.'

zaterdag 2 juni 2012

Etappe 83 : Los Arcos

Woensdag, 30 mei 2012

Vandaag stapt Hugo naar Los Arcos en wil er in Albergue Isaac Santiago overnachten omdat deze gemeentelijke herberg beheerd wordt door vrijwilligers van het Vlaamse Compostela genootschap.

Het wordt een etappe van 32 km met in de namiddag alweer zeker 36°, 'het was gloeiend heet'. Onderweg passeren ze het dorp Irache, waar Hugo graag de toch wel bijzondere pelgrimsbron wil vinden : de wijnfontein van Irache.  Aan het wijnhuis, die de gelijknamige wijn produceert, is er ten behoeve van de pelgrims een kraantje waar niet alleen fris water uitkomt, maar ook rode wijn. 'En we hebben het gevonden, hoe het water smaakt dat weet ik niet, maar de wijn is zeer goed !' 
In een klein dorpje net voorbij Irache wandelen ze een kerkje binnen. 'Blijkbaar hadden de bewoners van het dorp dat snel opgemerkt, want er kwamen een paar vrouwen afgelopen om een lichtje aan te steken zodat we de bezienswaardigheid van deze kerk, een groot kruisbeeld uit de 12e eeuw achter tralies, goed konden zien. En ze blijven wachten tot je weer weg bent, zo bewaken ze hier hun schatten.'

In de namiddag bereiken ze de Vlaamse herberg. 'Als je toekomt, moet je je inschrijven en onder andere invullen waar je vertrokken bent. Ik had natuurlijk Oostakker ingevuld. Als de man achter de balie dit zag, zei hij dat hij het waarschijnlijk verkeerd had uitgelegd en herhaalde nog eens dat ik mijn vertrekpunt moest invullen. Gelukkig kon ik het deze keer in het Vlaams uitleggen. En ze verschieten dan echt wel als ze horen dat je al 1900 km afgelegd heb. Er zijn blijkbaar niet zo veel pelgrims meer die van thuis vertrekken en als ze al uit België vertrekken, dan bereiken ze deze herberg meestal maar in juli.  Als je hier toekomt verwijzen ze u naar een koelkast waar je je een een broodje kan maken. Dat is ook de eerste keer dat ik dat meemaak. Er was stokbrood en gewoon brood, hesp, kaas en sla. Dat was wel even genieten. Terwijl we ons broodje aan het maken waren, kwam de man van de balie ons hun eigen pot mayonaise toestoppen, "neem maar wat je nodig hebt en geef hem dan terug". Niemand anders kreeg die pot te zien, 't was dus gewoon omdat ik Belg ben. Wat zo een klein gebaar kan doen ...' 
Eens geïnstalleerd gaan ze naar het centrum van het dorp om inkopen te doen want vanavond willen ze zelf eten maken, maar gezien de Spaanse siësta zijn de winkels nog gesloten. Dus doen ze maar een terrasje waar Hugo geniet van een 0,5 liter bier 'want van die hitte krijg je echt dorst. En terwijl we daar zaten, zagen we dat ze daar 's avonds ook eten serveerden. De duurste schotel was 7€, dus we moesten niet lang twijfelen en vanavond komen we hier terug.' Terwijl ze daar zaten, hadden ze zicht op de kerk Santa Maria en Isabelle vraagt zich luidop af of ze hier nog een mis zouden geven. 'En nog geen 3 minuten later, zagen we veel volk naar de kerk gaan. We zijn dan maar gevolgd en mee het kerkje binnen gegaan. Wat een verrassing, van binnen was het zeer bombastisch en allemaal in het goud. Heel mooi. Het valt me op dat ook hier alles in het teken van het vrouwelijke staat, die verering van het vrouwelijke komt toch altijd terug. En die Spanjaarden zingen de hele mis door, zelfs terwijl ze om de hostie gaan. Dat geeft wel ambiance, ik vond dat vree tof.' Het was een echte pelgrimsmis, maar er waren echter heel weinig pelgrims aanwezig.
In het dorp van Los Arcos komt er een oud 'ventje' bij Hugo om hem een camino-staf te verkopen.  Hugo besliste thuis al dat hij onderweg en bij de plaatselijke bevolking een pelgrimsstaf wil kopen. 'Maar ik verstond hem gewoon niet. Op den duur heeft hij de prijs gewoon met zijn vingers in mijn hand geschreven. Het was 50€ en dat vond ik nu toch wel veel. Hij was wel mooi en helemaal mooi versierd, hij had er 58 uren werk aan gehad, maar het lag er mij wat te vingerdik op dat het was om te verkopen en ik heb het dus niet gedaan.'


'Vandaag ga ik op tijd gaan slapen, want ik zit nu in een systeem  waar ik mijn hoofd moet vullen met alle soorten indrukken van mensen en gebeurtenissen, maar ik heb nooit tijd om te verwerken. Toch is het onwaarschijnlijk rijk wat ik hier meemaak.'
'Het is zonder enige twijfel de rijkste belevenis van mijn leven. De camino is een zelfregulerend harmonieus systeem. Het is een echte leerschool wat mensen en energie betreft.'

vrijdag 1 juni 2012

Etappe 82 : Lorca

Dinsdag, 29 mei 2012 

Van Cizu Minor naar Puenta la Reina, de volgende bestemming volgens de gids, is het ongeveer 17 km. Iets te weinig voor de inmiddels goed getrainde pelgrims, dus besluiten ze om verder door te steken. Uiteindelijk belanden ze in Lorca en leggen ze, inclusief de omweg via Eunate, een goede 36 km af.

Bij het vertrek in Cizu Minor loopt de route over de Alto del Perdon (wat 'de berg van vergeving' betekent ) en is het dik 2 uren klimmen naar 780m hoogte. Maar eens boven is het een adembenemend uitzicht. Naast de fenomenale vergezichten, staan er vele windmolens die deel uitmaken van één van de grootste windenergiecentrales van Navarra. En uiteraard is het even vertoeven bij het moderne pelgrimsmonument en worden er, zoals op voorhand beloofd aan het thuisfront, enkele foto's genomen. Daarna is het terug afdalen tot in Muruzabal waar Hugo en Isabelle besluiten om een ommetje te maken naar Eunate. 'De vrouw van de gîte van gisteren had ons dat aangeraden. Ze zei dat aangezien wij al gewoon zijn aan het stappen, het voor ons geen probleem zou zijn om wat extra kilometers te doen naar Eunate omdat het echt wel de moeite is. En dat was het ook. Alhoewel er een stroom pelgrims op de weg was, kon je pelgrims die deze omweg van 4 kilometer maakten op je één hand tellen.'  Santa Maria de Eunate is een achthoekige kerkje op een afgelegen plaats met een achthoekige bogengalerij er rond. Men is het er nog steeds niet over eens of dit een tempelierskerk, een dodenkapel of een bedevaartskerk is. In elk geval werd dit pareltje eind de 12de/ begin de 13de eeuw gebouwd. 'Van binnen was het heel mooi, er hing een speciale sfeer en enorm veel energie.'  Ze laten er mekaar de vrijheid om elk op hun manier even te verpozen in deze oase van rust midden in een prachtige natuur.

Daarna is het verder doorstappen naar Puenta la Reina, ofwel 'brug van de koningin' want deze stad dankt haar naam aan een koningin van Navarra die in de 11de eeuw een zesbogige brug liet bouwen om de toenemende stroom van pelgrims de tocht over de rivier de Arga te vergemakkelijken. Tegenwoordig wordt het verkeer via een moderne brug over de Arga om de oude stad heen geleid, maar pelgrims kunnen nog steeds zoals hun middeleeuwse broeders via de oorspronkelijke brug door de oude stad gaan. Puenta la Reina is bovendien de plaats waar de 4 historische pelgrimswegen samenkomen ttz hier komen de wegen van de Col de Cize (de wegen via Tours, Vézelay en Le Puy) samen met de weg van de Col de Somport (de weg vanuit Arles of de Via Tolosana) om samen verder te gaan als één weg naar Santioago. Op een kruispunt even voor Puenta la Reina gedenkt een bronzen standbeeld van een pelgrim dit gegeven.
Het eerstvolgende dorp, Maneru, vonden ze nog te dicht en ze besluiten om nog even verder te stappen naar het volgende dorp, Cirauqui, maar helaas zijn daar alle gîtes volzet. Dus nog een uurtje verder stappen naar Rio Salado, maar ook daar is alles volzet. 'Gelukkig heeft er iemand voor ons gereserveerd in het volgende dorp 6 km verder zodat we nu zeker waren dat we geen vruchteloze inspanning leverden. Want we zaten er eerlijk gezegd wat door. Het is hier in de namiddag zeker boven de 35° en dat mat af.' 
En zo komen ze iets na 19 uur aan in 'La bodega del camino' in Lorca. Gelukkig kunnen ze er een pelgrim maaltijd bestellen en hoeven ze niet zelf te koken. 'Als voorgerecht wat het pasta met tomatensaus, als hoofdgerecht een kippenbil met bonen en frieten - die we echter niet op ons bord lagen - en als dessert een ijsje. Dat is dus veel te weinig. Ik moet beter kunnen eten, vanaf morgen ga ik daar iets aan doen.'

'Het is hier een allegaartje van nationaliteiten : Denen, Engelsen, Zuid-Afrikanen, Koreanen, Japanners, .. Ik heb zitten babbelen met een Japanner over de tsunami. Hij vertelde ook dat je in Japan een boeddhistische bedevaart kunt doen, op 1200km kom je langs 88 tempels. En van de Koreaan leerde ik dat zij de camino hier echt uit geloofsovertuiging doen. In Korea zijn er heel wat christenen en hebben ze geen mogelijkheid om een bedevaart te doen, vandaar dat ze naar hier komen. Dat zijn nogal gesprekken, hoor, je moet al doen wat je kunt om mekaar te verstaan.'