donderdag 31 mei 2012

Etappe 80 : Larrasoaina

Zondag, 27 mei 2012 

Vandaag de 1e etappe volledig op Spaanse bodem met bestemming Larrasoaina, een dorp op 28 km afstand. De etappe op zich is heel mooi en afwisselend : door dorpen met huizen in de typische bouwstijl van dit Pyrenese deel van Navarra, weilanden, beukenbos,  nu eens onverharde wegen, dan  weer geasfalteerde wegen en meerdere keren moet via een bruggetje - meestal aangelegd met natuurlijke materialen - een beekje overgestoken worden. En dit alles bij temperaturen van om en bij de 30°C.


'Voor mij doet het hier echt zeer toeristisch aan. Er zijn er veel die hier pas beginnen in feite en dat zie je. Al hun materiaal is splinternieuw en alles is perfect voorbereid. Van thuis tot in Le Puy moest ik zelf mijn weg zoeken. Vanaf Le Puy tot SJPdP was de weg goed aangeduid, maar hier is het gewoon super goed. 't Is gelijk voor schoolkinderen. Je kan dus gans de weg babbelen, want je moet eigenlijk niet opletten. Je kan gewoon niet verloren lopen en als er toch een pelgrim van de route afwijkt, dan komen de mensen die hier wonen direct uit hun huis om duidelijk te maken dat hij/zij de andere kant op moet. Ongelooflijk !'


'We zijn vanmorgen alle 3 samen vertrokken, maar onderweg zijn we Gérard uit het oog verloren. Hij wil goed doorstappen. Isabellen en ik hebben het vandaag rustig aan gedaan, haasten brengt toch niet op want de gîtes gaan hier maar open om 16:30. Er zijn hier ook meer mogelijkheden om onderweg te eten en daar hebben we dan ook wat tijd voor uitgetrokken.'


'Alles is totaal anders hier, niets is gelijk daarvoor.  Eigenlijk kan ik 3 delen onderscheiden : van thuis tot Le Puy waar ik gans alleen liep, van Le Puy tot SJPdP waar je plots een deel van een groep wordt en dan Spanje waar alles weer totaal anders is. De taal, ik versta niets van wat ze zeggen. De mentaliteit, ze zijn veel luidruchtiger en worden rapper kwaad, ze bedoelen het wellicht zo niet, maar als je dat niet gewoon bent, komt het wel zo over. De gewoontes, hier kan je bijvoorbeeld niet op voorhand reserveren in de albergues en refugios, als het vol is dan heb je pech en moet je maar een dorp verder proberen.  Kortom, je hebt geen één herkenningspunt meer en dat voelt raar aan. Daarom val ik nu een beetje terug op het comfort van samen zijn. Anders loop je alleen in een land waar je geen woord verstaat van wat ze zeggen. Ik ben een beetje uit mijn lood geslaan ...'


Als ze in de Albergue aankomen, bereiden Hugo en Isabelle een maaltijd met wat ze nog hebben : een blik bonen in tomatensaus, pasta, spek en chorizo. 'En we kregen nog wat tomaten die een Amerikaan over had. Je moet je behelpen met wat er is en dat is voor iedereen zo, het is geven en nemen, dat is op stap zijn. Na het eten was het kleren wassen en uithangen, nog ne keer wat rondwandelen in het dorp en gaan slapen.'


'Normaal is het morgen een etappe van 16 km naar Pamplona zodat er tijd genoeg is om de stad te bezoeken. Maar ervaring leert dat eens je in de gîte bent, je je toch bezig houdt met praktische dingen en dat het er dan toch niet van komt om de stad nog echt te gaan bezoeken. Vandaar dat we afgesproken hebben om tot Zariquiegui te stappen, 10 km voorbij Pamplona en als we door Pamplona lopen dan meteen de stad te bezoeken.'

dinsdag 29 mei 2012

Etappe 79 : Roncesvalles

Zaterdag, 26 mei 2012 

Van SJPdP via de pas van Cisa naar Roncesvalles : een zware etappe van 26 km waarbij in de eerste 23km 1250m hoogteverschil moet overbrugd worden. SJPdP ligt namelijk op een hoogte van 180m en Pas van Ciza, het hoogste punt tijdens deze etappe, op 1430m. Bijna alle gidsen beschrijven deze etappe als één van de zwaarste op de hele weg naar Compostela, maar wel één van de mooiste.

'Om 5:30 was het gelijk een zottkot in de gîte. Iedereen begon zich plots klaar te maken.  Gérard is altijd een vroege vogel en hij vertrok al voor 7 uur op stap, samen met Philippe die een klein eindje meestapte bij wijze van afscheid.'
Een uur later vertrekt ook Hugo, samen met Isabelle.  En ook Pauline en Jeanine, die enkel afscheid wilden nemen op de weg zelf, stapten nog een heel eind mee. En dan is het zover en laten ze ook SJPdP achter zich. Ze lopen nu in de voetsporen van miljoenen pelgrims en historische figuren voor hen : ze wandelen de Rue de la Citadelle uit, gaan heuvelopwaarts naar de Citadel, passeren de kerk Notre Dame om dan via de Porte d'Espagne de klim over de Spaanse Pyreneeën aan te vatten. 'De afgelopen 2 dagen zijn er ongeveer 300 pelgrims in SJPdP vetrokken. 's Morgens was het een echte sliert van pelgrims, zeker wel 80 man.'

'Het is inderdaad een serieuze etappe, maar - zoals de meeste stappers - vond ik het in feite niet zo zwaar.' Onderweg zijn er enkele plaatsen waar je water kan bijvullen of iets kunt drinken waar ze dan ook gebruik van maken. Isabelle ontmoet er een groepje Duisters waar zij ook een tijdje mee samen stapte op de weg van Le Puy en die ze gisteren tevergeefs had lopen zoeken in SJPdP want na deze etappe keert dit groepje terug huiswaarts. Ze maken van dit toeval (alweer) gebruik hier nog even afscheid te nemen. En Hugo maakt dan op zijn beurt van deze gelegenheid gebruik om weer eens alleen en op zijn eigen tempo verder te gaan. 'Het is opnieuw een heel ander landschap. Hier kom je onderweg geen dorpen tegen, ook geen afsluitingen, de koeien en de paarden lopen hier los op de weg. Als pelgrim moet je daar maar tussen en rond lopen. Af en toe zie je dat een paard even een pelgrim volgt. Die beesten zijn dat duidelijk gewoon.'

En uiteindelijk komt hij aan in Roncesvalles en schrijft hij zich in de Albergue de Roncesvalles, 'een immense gîte met wel 100 bedden. Het is hier enorm georganiseerd. Er zijn 2 grote restaurants waar je in 2 shiften kan gaan eten, om 19:00 en om 20:30. Bij inschrijving in de gîte krijg je dan een bonnetje die je dan in het restaurant moet afgeven. Er staan hier ook gigantische automaten waar je sandwiches, frisdranken en zelfs complete maaltijden kan uithalen. Ge kunt dus kiezen eten uit de automaat of de keuken :-)'

In de namiddag gaat Hugo Roncesvalles wat verkennen. Dit dorpje, met slechts 24 inwoners gelegen in de provincie Navarra, kan bogen op een rijke geschiedenis. Het werd vooral bekend om de Slag van de Roncevaux-pas tussen de Basken en Karel de Grote in 778, waarbij de ridder Roelant strijd leverde en waarop het Roelantslied is gebaseerd. Vandaag de dag is het vooral bekend als bedevaartplaats op de route naar Santiago. Er bevindt zich een augustijner klooster uit de 12de eeuw en een gotische pelgrimskerk. En in die kerk wordt dagelijks een mis gegeven voor de aanwezige pelgrims. Hugo besluit om er naar toe te gaan en verwondert zich over de internationale aanwezigheid : Japanners, Koreanen en vooral veel Engelsen en Amerikanen. De mis wordt geleid door 4 priesters. 'Er was er één die rond liep met allemaal papiertjes en die uitdeelde aan de pelgrims. Ik dacht dat het was met de teksten van de mis. Hij vroeg aan mij 'Français ? Anglais ?' Als ik aangaf dat Anglais ook goed was, gebaarde hij dat ik moest meegaan met hem. Hij wees mij een plaats aan op een bank vooraan in de kerk waar er nog 2 pelgrims zaten.  Bleek dus dat ik een tekstje moest voorlezen tijdens de mis, in het Engels. Godverdikke, dat ik dat weer moet tegenkomen. Ik heb dan maar rap ne keer gekeken naar die tekst, maar 't was gelukkig niet te moeilijk. Ik heb dan maar mijn beste Engels boven gehaald en al bij al viel het nog mee.'


Na de mis is het richting restaurant. En alweer bij toeval en zonder op voorhand af te spreken, ontmoet Hugo er Isabelle en Gérard. 'Het is voor alle 3 aanpassen, iedereen moet wennen en loopt gelijk wat verloren. Alles wat we al gewoon waren is weg, het zijn hier andere gewoontes, een andere taal, andere pelgrims ... We hebben ook maar half en half afgesproken voor morgen. Ik moet nog mijn draai vinden ....'

Die nacht slaapt Hugo op een grote slaapzaal die ingedeeld is in compartimenten van 4 en heeft er gezelschap van een Japanner, een Koreaan en een Duitser.

Etappe 78 : Saint-Jean-Pied-de-Port

Vrijdag, 25 mei 2012 

Vandaag stapt Hugo naar Saint-Jean-Pied-de-Port (verder SJPdP), wat letterlijk 'Sint-Jan aan de voet van de bergpas' betekent. Een belangrijke mijlpaal op zijn pelgrimstocht waarmee hij zijn lange tocht doorheen Frankrijk afsluit. De 24 km van Ostobat naar SJPdP legt hij samen af met Isabelle. Ze doen het rustig aan en praten veel onderweg. Rond 14:15 wandelen ze via de Porte de Saint-Jacques de stad SJPdP , gelegen aan de voet van de Pyreneeën, binnen. 'Daar zijn geen woorden voor. Alles is weer anders. Ik was van plan om een SMS te sturen - zoals eerder in Reims, Vézelay en Le Puy - zo van 'ik wandel nu SJPdP binnen', maar het is er door alle indrukken gewoon niet van gekomen. SJPdP is zo authentiek dat je het met niets kunt vergelijken.  Het is hier echt druk. Je ziet nieuwkomers die hier starten, pelgrims die hier stoppen en met gemengde gevoelens afscheid nemen en moeten loslaten. En dan degene die doorgaan en hoopvol en wat onwennig uitkijken naar het Spaanse avontuur.' 

Hugo overnacht in 'l'Auberge du pèlerin' in de Rue de la Citadelle, de belangrijkste straat in het oude centrum met de ene pelgrimsherberg naast de andere. Voor de rest wordt het een drukke namiddag : postpakket afhalen, het gebruikte en nu onnodige geworden kaartmateriaal terugsturen, foto-kaart kopen, eten kopen voor morgen onderweg, geld afhalen, kaartjes kopen en versturen, ... 'En intussen kom je de één en de ander tegen die je kent van op de weg van Le Puy en waar je dan ne keer mee babbelt, want wellicht zie je die mensen nooit meer terug.'
'Je hebt mekaar zo kort gekend, maar blijkbaar is het zo krachtig geweest dat je bijna in mekaars armen zou vliegen als je mekaar hier weer tegenkomt. Tja, je hebt sommige mensen 2 of 3 weken niet gezien en toch moet je vaststellen dat je mekaar vrij goed kent. Het zijn mensen waar je geen verleden en geen toekomst mee hebt en daardoor wordt alles veel intenser. En als je mekaar dan tegenkomt, is het bijna een ontlading.'

Zoals afgesproken gaan ze 's avonds samen met hun groepje eten in een Auberge : Gérard, Philippe, Isabelle, Pauline, Jeanine en Hugo . Er zijn veel ingehouden emoties, die rustig gedragen worden. 'Onderweg worden verbindingen gemaakt en nu moet je loslaten. Het is eigenlijk een voortdurend spel van 'verbinden' en 'loslaten'.'

'Ik heb besloten om toch geen rustdag te nemen in SJPdP. Ik zit nu in het ritme en wil niet stilvallen. Ik vraag me zelfs af wat ik hier nog een dag zou moeten doen. Want dit is geen gewone stad, het is een doorgangssluis en dat voel je. Bovendien zijn we maar met 3 van ons groepje die doorgaan en het is goed om nu wat voor mekaar te zorgen, zeker met de oversteek van de Pyreneeën. Eigenlijk ben ik zodanig curieus dat ik niet kan wachten.'

'Het is één van de mooiste tijden in mijn leven, ook op emotioneel gebied. Het is een periode waarin ik het meest leer over 'mensen', maar ook over mezelf. De fouten of hetgene waar je altijd opnieuw tegen aanloopt in je leven, worden hier duidelijk. De Weg is echt een meester-leraar.'

zondag 27 mei 2012

Etappe 77 : Ostobat

Donderdag, 24 mei 2012

In Ferme Bohoteguia zorgen ze goed voor de pelgrims ' 's Morgens stond er een tafel klaar met allemaal eten zodat je zelf een lunchpakket voor onderweg kon maken. En dit voor een vrij te bepalen bijdrage. Wel handig.'
Rond 8 uur begint Hugo aan de voorlaatste etappe op Franse bodem : van Aroue naar Ostobat, een etappe van 23 km. Aanvankelijk is er veel mist, maar naarmate de dag vordert wordt het steeds warmer. 'Na alle nattigheid van de afgelopen dagen, zie je de regen zo verdampen.' 
'Ik ben vandaag heel content dat ik weer eens alleen ben. Als ik 's morgens aanzet en de vorige etappe met alles wat erbij hoort achter mij laat, kan ik soms emotioneel worden. Het is gelijk een explosie van energie. Dat heeft mij dan echt een boost, ik zou dan beginnen lopen met die rugzak. Ja, dan moet ik er gewoon tegen aan, dan ben ik niet te stoppen.'
Het wordt een heel mooie etappe, waarbij plots een ander landschap opduikt. 'Plots is het hier bergachtig. Het is pas vandaag dat ik zicht heb op de Pyreneeën.' 

Op enige afstand voor Ostobat, in Uhart-Mixe, passeert Hugo aan de stèle Gibraltar, gelegen bovenop de Mont Sauveur en al sinds de Middeleeuwen een oriëntatiepunt voor pelgrims. Nu is het een modern zuilvormig gedenkteken dat op de plaats staat waar 3 van de 4 Franse historische pelgrimsroutes samenkomen : de weg via Tours of Via Turonensis, de weg via Vézelay of de Via Lemovicensis en de weg via Le Puy of de Via Podiensis. De naam 'Gibraltar' heeft niets te maken met de Zuid-Spaanse stad, maar met Xibaltarre of Saint-Sauveur in het Baskisch. 'Ik lag redelijk ver voor op de rest en was er dus alleen. Ik heb daar dan gegeten en gewacht tot er iemand afkwam omdat ik - zoals ik thuis beloofd had - hier een foto wou. Je hebt er een prachtig uitzicht. Na enige tijd kwam er een pelgrim aan uit de weg van Vézelay. Het was een man uit Roeselare die elk jaar 1 week op de camino loopt.' Hij trekt een foto van Hugo bij de stèle en samen stappen ze verder naar Ostobat, waar ze zichzelf trakteren op een pintje.
De gîte waar Hugo logeert, en bij toeval ook de man uit Roeselare, ligt ongeveer 1 km voorbij Ostobat. 'Het is hier allemaal zeer nieuw en hotel-achtig. We zijn hier met ongeveer 40 pelgrims, waaronder ook Isabelle. Ik heb haar al een tijdje niet meer gezien en in de late namiddag kwam ze hier als bij  toeval ook aan.' De namiddag wordt gevuld met wassen, rugzak in orde zetten, wat buiten zitten en babbelen met de één en de ander 'want je komt meer en meer mensen tegen die je kent. Dus het is er niet van gekomen om nog eens terug te stappen naar Ostobat om Maxim en Chantal op te zoeken. Tja, dat is ook de Weg.'
Om 19 uur wordt het avondeten opgediend en dat wordt alweer een speciale ervaring. 'De eigenaar van de gîte is een Bask die Baskische liederen zong. Hij probeerde de groep mee te krijgen en dat ging heel vlot, er was echt ambiance. Er was ook een Japanse aanwezig die fluit speelde en ook zij speelde een paar liederen op haar fluit.'

Morgen is een belangrijke dag, naar Saint-Jean-Pied-de-Port, de laatste bestemming in Frankrijk. 'Het voelt verward aan omdat het een mengelmoes is van dingen die gebeuren. Er zijn er die daar stoppen, andere gaan door, er komen nieuwe bij. En vandaar Spanje binnen en dat is helemaal iets nieuw. We zien wel.'

vrijdag 25 mei 2012

Etappe 76 : Aroue

Woensdag, 23 mei 2012

Hugo stapt vandaag van Navarrenx naar Aroue, een relatief korte etappe van 19 km die hij samen met het gevormde groepje aflegt en waarmee hij 'le Pays Basque' ingaat. Baskenland is een groot gebied aan de westelijke uitlopers van de Pyreneeën dat is opgedeeld in 7 provincies waarvan er vier in Spanje en 3 in Frankrijk liggen. Gelukkig is het vandaag eindelijk droog weer zodat de regenkleren eens in de rugzak kunnen blijven zitten. Ondanks de korte afstand, noemt Hugo deze etappe 'zwaar, omdat het hier al bergachtig wordt en het dus veel klimmen is.' 

In Aroue scheiden hun wegen voor de rest van de week. Terwijl de  groep zich verder laat voeren richting Saint-Palais, gaat Hugo naar de gîte waar hij reserveerde. 'Vanaf dat ik aan de gîte kwam, begon er weer iets nieuw. Want in een groep, zijn er direct bepaalde verhoudingen. En als je alleen ben, valt dat weg en ben je weer op jezelf aangewezen.' De gîte waar hij verblijft is Ferme Bohoteguia (Baskisch voor 'plaats waar er merries zijn), een nog actieve boerderij waar de zoon zich over de boerderij ontfermt en de moeder over de pelgrims. 'Aan de buitenkant zag de gîte er maar aardig uit, heel oud, maar eens binnen was het helemaal anders en was het een gezellige sfeer. Ook de boerin is speciaal. Ze is van weinig woorden, maar ze ziet en doet alles op het juiste moment en ze legt haar pelgrims wel in de watten. Zeer authentiek allemaal.'

Er verblijven ongeveer een 12-tal pelgrims die 's avonds allemaal rond een grote lange tafel gezet worden voor het avondeten. 'Dat was de serieuste menu dat we al gehad hebben. Ongelooflijk wat er daar allemaal op tafel kwam : als aperitief witte wijn met cassis, een voorgerecht van hesperollekes met een groentenpasta, als hoofdgerecht zalm, rijst met curry en rozijnen en een slaatje gevolgd door een nagerecht. En daarbij nog eens wijn à volonté.' Het is een gezellige drukte in de eetkamer. Hugo's tafelgenoten zijn Maxim en Chantal, die hij eerder al eens kort ontmoette in Moissac. Nu is er gelegenheid om eens nader kennis te maken en 'eens serieus te babbelen. Want ge kunt toch moeilijk al die kilometers met een schelp op uw rugzak lopen en over niets praten. Die schelp alleen al is een soort verklaring.' Voor Maxim en zijn vrouw eindigt hun avontuur in Saint-Jean-Pied-de-Port en hun laatste overnachting is morgen in Ostobat. Maxim stelt voor om daar mekaar nog eens op te zoeken om afscheid te nemen.
Tevreden en voldaan over deze mooie dag met alweer nieuwe ervaringen, indrukken en contacten gaat Hugo slapen.


woensdag 23 mei 2012

Etappe 75 : Navarrenx

Dinsdag, 22 mei 2012

Vandaag legt Hugo de 30 km tussen Arthez-en-Béarn en Navarrenx alleen af. 'Het weer was gelukkig beter dan de voorbije dagen, er was regen maar minder hard. Ik heb toch 15 tot 20 km in mijn regenkledij gelopen, maar het was te doen.'
De etappe op zich is redelijk zwaar, 'de 2e helft was voortdurend stijgen. 't Zweet droop van mijn gezicht. 't Was goed dat ik de topoguide van Philippe mee had. Dat weet ik nu ook dat je met 1:50000-kaarten beter uit de voeten kunt.'  Onderweg komt hij Gérard en Philippe tegen die zich vandaag met een busje laten vervoeren, 'ze moesten nog iemand ophalen aan een gîte en ze passeerden mij. Ik heb daar met hen een glas gedronken en na een half uurke ben ik weer op weg vertrokken.'

Na ruim 6 uren stappen, wandelt hij Navarrenx binnen, de eerste versterkte stad in Frankrijk gelegen op de grens met Frans Baskenland. De rivier Gave d'Oloron stroomt langs Navarrenx en is bekend om de vele zalm die er in zit. Jaarlijks worden er in Navarrenx dan ook wereldkampioenschappen zalmvissen gehouden.
'Ik was scheel van de honger en ben eerst gaan eten, een lekkere pelgrimsmaaltijd voor slechts 11€. Hoe dichter bij de Spaanse grens, hoe goedkoper het blijkbaar wordt.' Dan is het richting gîte d'étap communal, installeren, douchen, wassen en alles te drogen leggen of hangen 'en 't is niet altijd evident om nog een plaatsje te vinden op de radiator als iedereen zijn kleren wil drogen. Mijn gerief gaat zeker niet droog zijn tegen morgen, maar goed, we trekken onzen plan wel.' In Navarrenx ontmoet hij opnieuw de pelgrims die nu al een tijdje zijn pad kruisen. Ze gaan nog eens naar het centrum en drinken er samen iets. ' 't Is ongelooflijk hoe dat allemaal gaat, een rare mengelmoes van contacten. Eerst ben je een inconnu en plots door iedereen gekend. Zo zit je soms ergens met andere pelgrims die je niet kent, maar dan komen er binnen die u kennen én iemand van de andere groep omdat zij daar eerder al eens mee samen liepen. En op den duur kent iedereen iedereen.'  's Avonds leggen ze met hun groepje van 6 opnieuw geld uit om samen eten te kopen en klaar te maken. Het wordt een Baskengerecht : varkensvlees met een speciaal piment die het een specifieke en zachte smaak geeft.

Omdat de rest van de groep de etappes tot Saint-Jean-Pied-de-Port anders indelen en regelen, zal Hugo na de etappe van morgen alleen verder gaan. Vrijdagavond zien ze mekaar daar dan weer in een gîte waar ze nu al samen een overnachting reserveerden. 'Er zijn er die daar stoppen, één dame neemt de kustroute naar Santiago, ik neem er een rustdag. Dus daar scheiden onze wegen en bepaalde mensen willen daar afscheid nemen. Zonder dat je het weet of doorhebt, begin je u aan bepaalde mensen te hechten. En als je er dan bij stilstaat dat al die verschillende mensen daar dan uit elkaar gaan, jah, dat is toch wel iets. Toch ben ik blij dat ik binnenkort weer 2 dagen alleen op pad ben, om tot rust te komen en weer mezelf te kunnen zijn. Een groep heeft zeker zijn voordelen, maar vraagt tegelijk ook aandacht.'

maandag 21 mei 2012

Etappe 74 : Arthez-de-Béarn

Maandag, 21 mei 2012

Rond 7:30 uur vertrekt Hugo samen met Gérard, de Zwitser, en Philippe, de Fransman, op stap richting Arthez-de-Béarn voor een etappe van 30 km. De andere 3 pelgrims die zouden meegaan, zijn ofwel ziek of nemen een rustdag. 'Voor hen is een rustdag zich laten vervoeren naar het eindpunt van de voorziene etappe. Maar sommige zijn echt ziek en zien af, want je mag een dag stappen in de gietende regen niet onderschatten.' Aanvankelijk valt het weer redelijk mee, een zachte temperatuur en lichte regen, 'maar na een uur is het opnieuw beginnen regenen en waaien en het heeft niet meer gestopt. 't Was nog erger dan gisteren.'  De GR-paden zijn één en al slijk en ze doen er dan ook langer over dan anders. 'Vandaag hebben we onderweg heel veel mensen zien opgegeven door het stormweer. Ze laten dan een taxi komen of doen autostop om toch maar uit de regen te zijn. We hebben het nog lopen zeggen onderweg : il était une fois un Suisse, un Français et un Belge .... . Maar we hebben doorgebeten en we zijn er alle 3 geraakt.'
Door op de kaart te lopen, kunnen ze de etappe toch wel 4 km inkorten en na 7 uren komen ze aan de gîte d'étap communal in Arthez-de-Béarn. 'Het eerste wat je dan doet, is de inhoud van je rugzak inspecteren en kijken wat het overleeft heeft. En dan is het douchen, wassen en drogen geblazen. Gelukkig is er hier een droogkast.' 'En demi-pension betekent hier dat de plaatselijke restauranthouder het eten naar de gîte brengt. Voor 11€ heb ik hier fantastisch goed gegeten : een verse groentesoep (met aardappelen en veel groenten), een voorgerecht met paté en perfect vers stokbrood, een stoofpot met kipfilet en als dessert yoghurt met vruchtensiroop.'


'Ik zie het aankomen dat bij velen de mentale weerstand naar beneden gaat. In zo een weer is het natuurlijk afzien. Ik weet niet wat het nog is, maar Saint-Jean-Pied-de-Port is natuurlijk een belangrijke mijlpaal. En voor de Fransen betekent dat ook dat ze hun land moeten verlaten, misschien speelt dat bijn hen ook wel mee. Ik zie nu bij velen hetzelfde gebeuren als ik zelf meegemaakt heb : bleinen, hart en longen die niet mee willen. Dat duurt wel 700 km vooraleer je daar allemaal over bent, maar je mag er gewoon niet te lang bij stilstaan en gewoon voortdoen.'
Gezien er voor morgen alweer regen voorspelt wordt, beslissen ook Gérard en Philippe om morgen niet te starten en een rustdag te nemen. En toen was er alleen nog de Belg ....
Hugo zal morgen dus alleen stappen naar Navarrenx, 'Philippe heeft me wel zijn topguide meegegeven met kaarten 1:50000, zo kan ik eventueel weer een aantal stukken afsnijden en de etappe wat inkorten. Ze laten zich wel allemaal overbrengen naar Navarrenx en we hebben gereserveerd in dezelfde gîte, dus morgenavond zijn we weer samen ook met de andere 3 die vandaag niet mee stapten.'

'Ik geef toch niet op, hoor. Het gaat natuurlijk niet vanzelf, je moet nog altijd elke stap zelf zetten. Het belangrijkste voor mij zijn mijn voeten en knieën verzorgen en zorgen dat ik mentaal scherp sta. Ik moet mij altijd opnieuw 'instellen' want voor je het weet sluipen kleine ergernissen binnen en glijd je naar beneden. Af en toe een meditatie op het geheel doet wonderen.'

Etappe 73 : Arzacq-Arraziguet

Zondag, 20 mei 2012

'Het heeft gans de nacht water gegoten en ook deze morgen bleef het flink regenen. Aangezien het op de GR allemaal aardewegels zijn, zullen die er na vannacht niet zo goed bij liggen. Dus heb ik een andere route uitgestippeld. In het begin en op het einde ga ik wel de GR volgen, maar daartussen ga ik via de gewone weg. Ik denk dat ik de etappe zo kan inkorten van 34 naar ongeveer 28 km.'

Hugo vertrekt als laatste iets na 8 uur. Door de regen wordt de etappe behoorlijk zwaar. 'Het heeft gans de dag water gegoten. En dan mag je het beste regenmateriaal meehebben, maar nat word je. De regenhoes over mijn rugzak houdt wel veel tegen, maar op den duur loopt de regen er langs de zijkant af en raakt zo vanbinnen toch alles nat.  Ik was nat tot op mijn rug.' Doordat hij op zijn kaartmateriaal kan terugvallen, schiet hij toch flink op en komt hij al vroeg aan in Arzacq-Arraziguet en begeeft hij zich naar le Centre d'Accueil communal, waar hij een overnachting reserveerde. 'Als ik daar binnen ging, botste ik gelijk tegen iets en zei in een reflex "Oeps", maar het was niet erg. Er zat daar nog een man in de ontvangstruimte en die zei direct "Gij zijt een Vlaming". Hij zal mijn vragende blik wel gezien hebben en voegde er direct aan toe dat er maar 1 soort is die "Oeps" gebruikt en dat dat Vlamingen zijn.' De man blijkt een Brusselaar te zijn.
Op de kamer begint Hugo direct te wassen en vooral te drogen 'want alles is als nat. 't Zal niet evident zijn om tegen morgen alles droog te krijgen.'

Een uurtje later arriveert ook de rest van de groep waar Hugo gisteren mee overnachtte en als bij wonder liggen ze ook vandaag allemaal op dezelfde kamer. ' 't Is heel raar, soms moet je gelijk samen zijn met mensen en kom je mekaar als vanzelf tegen, maar dan is dat plots weer voorbij en dan kom je mekaar weer een hele tijd niet tegen. Je zit in een flow, gelijk of je in een rivier zit en als je meegaat met de stroom normaliseert alles zich.'
Als ze mekaar terugzien is het gespreksonderwerp natuurlijk de houding van de uitbaters van l'Hospitalet van gisteren, die blijkbaar een bepaalde eigen visie en definitie van 'pelgrim zijn' hebben en die nogal dominant opleggen aan hun gasten. 'Ze waren er allemaal niet over te spreken. Ze beklaagden het hun dat ze daar gebleven zijn en zagen in dat ze beter mijn voorbeeld gevolgd hadden. Ja, het is een kenmerk van een pelgrim dat alles altijd goed is en dat je dankbaar bent voor hetgeen je krijgt. Je verwacht het dan ook niet dat je grof behandeld wordt. Je bent dan echt verbouwereerd als het gebeurt en dat is wat zij gisteren tegenkwamen en dat is natuurlijk geen fijn gevoel.' 
Nadat iedereen zijn spullen te drogen heeft gehangen, gaan ze nog iets drinken in een bar in de buurt van de gîte communal, waar ze 's avonds samen eten : canard met 'je raadt het nooit : pasta'.

We hebben besloten om morgen samen te stappen naar Arthez-de-Béarn. 'Er is hier nog één die wat kaartmateriaal bij heeft en samen met dat van mij, moeten we er uit geraken om de etappe wat in te korten, want voor morgen voorspellen ze alweer flink wat regen.'

's Avonds krijgt Hugo nog een SMS van Marc (die hij in Reims ontmoette). 'Hij zit nu al in Saint-Jean-Pied-de-Port en neemt er een rustdag.'

zondag 20 mei 2012

Etappe 72 : Aire-sur-l'Adour

Zaterdag, 19 mei 2012

Tijdens deze etappe van Nogaro naar Aire-sur-l'Adour verlaat Hugo de regio Midi-Pyrénées en gaat hij de Aquitaine binnen. 'De GR kronkelde overdreven, ik heb een stuk afgesneden door langs de gewone baan te lopen. Via de GR was het vandaag 30 km en ik denk dat ik er ongeveer 24 km van gemaakt heb.'


'Gisteren hadden we allemaal gereserveerd in gîte Hospitalet Saint-Jacques in Aire-sur-l'Adour, een gîte waar de eigenaars, die zelf al meerdere keren naar Santiago stapten, alleen maar pelgrims ontvangen die zélf hun rugzak dragen en die een credential (geloofsbrief) en stempelboekje kunnen voorleggen. Zij doen dus duidelijk niet mee aan de commercie van het rugzakkenvervoer. Het is ongelooflijk hoeveel firma's hier actief zijn. Voor 8€ kan je je rugzak meegeven en wordt die afgezet aan de gîte die jij opgeeft. OK, sommige pelgrims hebben last aan hun rug, maar ik zie er toch ook die het zichzelf zo wel gemakkelijk maken. Ze lopen dan overdag met zo een klein rugzakje met enkel hun proviand in, maar volgens mij is de geest van het pelgrim-zijn dan toch wel weg.'
Hugo komt al vroeg in Aire-sur-l'Adour aan en 'er staat daar toch wel een frietkraam ! Ik heb niet getwijfeld en er echt van genoten. Want veel aardappelen, laat staan frietjes, heb ik hier nog niet gezien.'  Verder is het wachten tot 13:30 vooraleer de gîte opengaat. Hij gaat dan nog maar eens naar het centrum en wandelt er eens de kerk van Sainte-Quitterie binnen, genoemd naar een katholieke prinses die in de 4e eeuw weigerde te trouwen met een niet-katholieke vorst. Ze werd daarom onthoofd en op de plaats waar dat gebeurde, ontsprong een bron. Ze zou vervolgens haar hoofd zelf een heuvel opgedragen hebben en ook daar ontsprong een bron. Maar terug naar de realiteit en de gîte, waar intussen nog 2 voor Hugo bekende pelgrims zijn aangekomen.
Het is nog even voor 13:30, maar pelgrims die reserveerden krijgen normaal gezien een toegangscode. Hugo onbekend, maar de Zwitserse Gérard beweert dit wel te hebben en tikt zijn code in, maar helaas gaat de deur niet open. Ze proberen nog wel een keer of 5, maar ze horen alleen gepiep en geen deur die opengaat. Intussen is het slechts enkele minuten voor 13:30 en Hugo stelt voor om te bellen aan het poortje naast de deur. Er komt een man opendoen die nogal streng en kort informeert of ze gereserveerd hebben. 'Eens we binnen waren, zag ik direct dat die man zich had zitten opjagen. Hij was over zijn toeren en had het er duidelijk lastig mee dat hij voor 13:30 gestoord werd. Ja, hij maakte van zijnen tram en zei wel verschillende keren dat zij ook nog een leven hadden. Intussen waren wij onze schoenen aan het uitdoen en kalmeerde hij even. Maar als Gérard vroeg waar we onze rugzakken mochten zetten, was dit alweer niet naar zijn zin. Toen hij liet vallen dat hij nog niet wist of hij Gérard wel accueil zou geven, heb ik mijn conclusies getrokken. Ik heb mijn schoenen weer aangedaan en heel rustig en beleefd gevraagd aan zijn vrouw om de deur open te doen zodat ik kon vertrekken. Ze was natuurlijk verbaasd, maar ze lieten mij toch gaan. Ik ben blij dat ik die situatie kunnen negeren heb.' 
Hugo stapt dan naar het centrum en dankzij zijn Miam Miam Dodo-gids vindt hij al snel een andere overnachtingsplaats, gîte Hotel de la Paix, een oud hotelgebouw midden in het centrum. Hij krijgt een bed op de dortoir (of slaapzaal) waar hij de enige gast is. 'Ik voel me hier op mijn gemak en ben blij met mijn besluit.' Hij installeert zich en gaat boodschappen doen zodat hij 's avonds zijn eigen potje kan koken. In het centrum komt hij een aantal pelgrims tegen die hij kent en die overnachten in l'Hospitalet. 'Ze hadden via Gérard al gehoord dat ik er vertrokken was.'
Terug in Hotel de la paix maakt hij zijn avondeten klaar (aardappelen uit een bokaal, braadworst en tomaten). En wat later op de avond krijgt hij in zijn slaapvertrek gezelschap van de 2 pelgrims met trekkar die hij in Nogaro voor het eerst ontmoette. 'Ze hebben die kar, die veel te zwaar beladen is, vandaag over gans die GR meegesleurd en onderweg nog een platte band gehad ook. 't Is echt de moeite om hen te zien.'

'Ik ga vroeg slapen vandaag, want morgen is het een lange etappe van 34 km die in mijn gids gecategoriseerd staat als 'zwaar' en daar wil ik mij mentaal wat op voorbereiden.'

zaterdag 19 mei 2012

Etappe 71 : Nogaro

Vrijdag, 18 mei 2012 

SMS om 9:45 :
Vandaag een dag van recuup en contemplatie. Enkel 20 km te gaan. Durf geen standpunten meer in te nemen over de Camino. Enkel ontzag en nederigheid is gepast voor deze meesterleraar. De pelgrimsuitroep dekt de volledige grootheid. Ultreai! E sus eia! Deus adjuva nos!

Halverwege deze korte etappe passeert Hugo het dorp Manciet en ziet er voor het eerst een arena waar stierengevechten gehouden worden. 'Je ziet en voelt duidelijk dat Spanje nadert.' 

In Nogaro wandelt hij rechtstreeks naar de gîte communal, die in een soort industrieterrein ligt, een heel eind buiten het centrum. Ze zijn er met 6 pelgrims, die Hugo allemaal al kent van onderweg. 'We hebben beslist om samen te koken. We hebben elk 5€ uitgelegd en een paar zijn boodschappen gaan doen in den Aldi, hier vlak tegen. En hier bij de accueil kan je wijn kopen, ze tappen dan uit een kratje een fles vol voor 1,80€. Philippe, een jonge Fransman, zag het zitten om voor chef-kok te spelen. Hij maakte fajita, een soort wraps met kip en veel groenten. Lekker, en we hadden zelfs nog een stuk taart als dessert.'
'Net als we wilden eten, kwamen er nog 2 pelgrims toe, 2 oudere mannen die samen op stap zijn met zo een zelfgemaakt karretje. Echt twee speciale typen, een beetje hippies après la lettre ... Dus hebben we meteen 2 borden bijgezet. Het was heel gezellig aan tafel.'
Ook aan de tafelgesprekken merk je dat Spanje dichter komt. 'Nog 1 week en we zitten in Spanje. Het begint te leven dat uitkijken naar Spanje.' Er wordt al gesproken over de 1e etappe naar Roncevalles, die niet te onderschatten is want je moet er 1250m stijgen over een afstand van 26 km. 

s' Avonds wandelt Hugo nog eens naar het centrum van Nogaro en beschrijft het als 'niets om over naar huis te schrijven.' Op de terugweg springt hij nog eens binnen in de Aldi om eten te kopen voor morgen onderweg.

'We slapen vannacht allemaal samen in een 8-hoekige kamer, de bedden staan allemaal tegen de muur met het voeteneinde naar binnen en in het midden van de kamer staat een tafel. Speciaal.'  Om 21 uur ligt iedereen al in bed, behalve Hugo dan. 'Er zijn er al die morgen om 6 uur gaan vertrekken, want het is dan een lange etappe 30 km. Ik heb dat nog maar één keer gedaan zo vroeg vertrekken en eigenlijk gaat dat beter dan om 8 uur te vertrekken. Gans uw systeem wordt wakker samen met de natuur en dat is een speciale ervaring.'

Etappe 70 : Eauze

Donderdag, 17 mei 2012

Hugo vertrekt al om 7:15 uur uit Condom want vandaag staat een flinke etappe van 33 km op het programma. Het is ideaal wandelweer, een beetje wind en niet te warm 'Zo'n 23 à 25°, dus niet meer zo snikheet als de afgelopen dagen. Ideaal gewoon.'
Hij wandelt door de streek van de Armagnac en dat is te zien in het landschap aan de vele 'Armagnac'-gaarden. Het is een rustige etappe, 'want er zijn er niet veel die naar Eauze stappen, de meeste splitsen de etappes van vandaag (33 km) en morgen (20 km) in 2 keer 28 km. Soms kwam ik uren aan een stuk niemand tegen.  Ik was in feite van plan om het op mijn gemak te doen, maar ik heb alweer flink doorgestapt. Tja, ik voel mij daar goed bij als ik wat moet aanleunen tegen mijn grenzen. Ik heb het al uitgeprobeerd om het trager te doen, maar ik word daar moe van van dat slenteren.'

Om 14:15 uur komt hij aan in Eauze, in gîte 'Chez Nadine'. Alweer een aangename en speciale ervaring. Nadine en haar echtgenoot vangen al jaren pelgrims op en doen dat op hun eigen manier. 'Ze ontvangen je bij hen thuis en je bent als het ware een stuk van de familie. Ze ontvangen - elke avond - maximum 8 pelgrims omdat ze er écht willen zijn voor hun gasten. Ze willen dat heel bewust op die manier doen. Ik heb een kamer voor mij alleen met een opgemaakt 2-persoonsbed. Dat heb ik nog niet tegengekomen. En als je vuile was hebt, mag je die gewoon voor de wasmachine leggen. Zij steekt die dan in de machine en hangt het dan op aan de wasdraad. Dat is hier eigenlijk meer een bed and breakfast dan een gîte.' Ook het avondeten is heel verzorgd. ' We zaten samen met de gastheer en gastvrouw aan een grote gedekte tafel in de keuken. Eerst lieten ze ons proeven van een typisch aperitief van de streek. Daarna volgde een zeer verzorgde maaltijd. Je wordt echt als gast behandeld. Achteraf haalde de gastheer ook nog een fles Armagnac uit van 47°. Hij wist daar heel veel over te vertellen en dat was wel eens interessant.'
'Het waren allemaal nieuwe mensen voor mij, de meesten kenden mekaar al van onderweg. Ze spreken hier zo al meer dialect en als ze rap praten, kan ik het niet altijd volgen, soms is dat wel wat vermoeiend. Maar ik heb er enorm van genoten.'

Voor het slapengaan drukt Hugo nog eens zijn waardering uit voor de aanpak van Nadine en haar echtgenoot. Zij vinden dit echter normaal.  Ze willen pelgrims bewust goed verzorgen omdat ze weten dat er achter elke pelgrim een verhaal zit en uit ervaring weten ze dat dit soms intrieste verhalen zijn. 'Hun subtiliteit heeft me enorm getroffen. Er gewoon zijn, de groep verzorgen en nooit vragen stellen, maar er toch 'zijn' als er iemand een luisterend oor wil.  En het is waar, elke pelgrim is op stap met zijn verhaal, maar het zit soms zo diep dat er niet kan over gesproken worden.' 

vrijdag 18 mei 2012

Etappe 69 : Condom

Woensdag, 16 mei 2012 

Hugo vertrekt rond 8 uur in Lectoure op weg naar Condom, een etappe van 27 kilometer. Het is een stralende zomerdag. 'Het is hier droger, zomers en zuiders. Nu komt de natuur in bloei en dat is wel mooi. Het was een mooie en rustige etappe, voor de rest valt er niet veel over te vertellen.'


In Condom overnacht hij in gîte l' Ancien Carmel, een voormalig karmelietenklooster, dat nu gerund wordt door l'Association des Amis de l'Ancien Carmel. Het is een beetje een sociaal project dat mensen helpt reïntegreren in de maatschappij. Samen met andere bewoners, zoals gepensioneerden en kunstenaars, onderhouden ze het grote domein en werken er in de tuinen en boomgaarden waarvan ze de opbrengst gebruiken in de keuken.
'En die sfeer hangt hier wel een beetje, het is alweer anders dan anders.'
Hugo installeert zich en wandelt nog eens naar het centrum van Condom, algauw weer 2 kilometer heen én nog eens 2 terug. 'Ik heb wat rondgelopen in de stad, maar het sprak mij niet zo aan. De kathedraal van Saint-Pierre is het natuurlijk wel de moeite, maar anders is het niet zo speciaal.'  Hij koopt er nog wat eten voor morgen onderweg, 'want nu stop in onderweg ne keer een half uur en neem ik de tijd om te eten.'
's Avonds eet hij in l'Ancien Carmel. 'Raar dat ze hier in Frankrijk zo goed als geen aardappelen eten, meestal is het pasta. Maar er was alweer een goede sfeer. Iedereen is hier gelijk. De ene is misschien wel notaris of directeur en nog een andere boekhouder of verpleger, maar daar maakt hier niet uit, je let er zelfs niet op. Iedereen blijft een zelfstandige entiteit. Hier worden geen spellekes gespeeld en proberen ze je niet onderuit te halen. De chemin harmoniseert. Ge kunt het eigenlijk niet uitleggen, het is nooit juist omschreven want het is altijd groter.'


Etappe 68 : Lectoure

Dinsdag, 15 mei 2012

Met de mooie herinneringen aan het prachtige Saint-Antoine en de goede contacten nog vers in het geheugen, trekt Hugo alweer voorwaarts. Dit keer naar Lectoure, een etappe van 26 kilometer. 'Vandaag heb ik lang alleen gelopen en het rustig aan gedaan.' Onderweg loopt hij een eindje samen met een Franse man die voluit vertelt over zijn professioneel leven. ' 't Was zeer interessant. Hij hield de debieten en waterstanden van rivieren in Frankrijk bij. We hadden het over techniek en politiek. En onze gezamenlijke conclusie was dat als de techniek zodanig snel verandert het niet anders kan dan dat de economie moet crashen.' Als de man een pauze neemt om wat te eten, wandelt Hugo weer in zijn eentje verder.
Na de middag komt hij aan Lectoure, een stad die tijdens de renaissance bekend werd om haar pastel 'le bleu de Lectoure'. Uit de gele bloemen van de wedeplant werd een bleekblauwe pasta gehaald die gebruikt werd om stoffen te verven. En aangezien dit het enige gebied in Frankrijk was dat deze pastelkleur produceerde, ontstond al snel een bloeiend economie.  Vandaag stapt Hugo naar l'Accueil Pèlerin Presbytère, een 'maison paroissal' vlakbij de kathedraal Saint-Gervais et Saint-Protais de Lectoure. Het is een eerder kleinschalige organisatie die gerund wordt door vrijwillige ex-pelgrims. Het is Hugo's eerste verblijfplaats met 'participation libre aux frais',  je bepaalt dus zelf hoeveel je bij vertrek betaalt. Aangezien hij maar vanaf 15 uur op  de kamers kan, laat hij er zijn rugzak achter en gaat hij iets drinken en wat rusten in de binnenstad van Lectoure.
's Avonds geniet hij samen met de andere aanwezige pelgrims van een sober maar overvloedige pelgrimsmaaltijd. Deze keer zijn er wel veel bekende gezichten. 'Er is blijkbaar een groep pelgrims die getrokken is naar spirituele dingen en die gemakkelijker een religieus oord opzoeken en die komen hier dan samen. Er zijn er hier veel die ik kan onder ander Isabelle, Sylvie-Anne en Gerard en nog een paar andere. De meeste waren ook bij Les Filles de Jésus in Vaylats. En hier komen we mekaar weer tegen. Aangezien we mekaar nu al wat beter kennen, was er al snel een leuke sfeer aan tafel.' En ook les hospitalliers dragen daar hun steentje toe bij. Voor het eten delen ze een tekst uit van een lied op de melodie van het Europees volkslied, een tekst bedoeld om te danken voor het eten. En voor het dessert wordt het Ultreia lied ingezet. 'Ja, als je zo met 20 dit lied zingt, dan doet dat wel iets. Je voelt je verbonden, het komt van binnen naar buiten. En iedereen is gelijk, er wordt met iedereen rekening gehouden. Er zit een sterk fundament is de camino.'

Aangezien Isabelle en Sylvie-Anne morgen niet doorstappen naar Condom - zoals Hugo gaat doen - maar naar Le Romieux (het dorpje met de mooie legende van Angéline en haar katten) beseffen ze dat vandaag mogelijks de laatste avond samen is. Ze bedenken dat het toch wel tof zou zijn om alle 3 samen in Finisterre te staan en er hun camino afsluiten. Ze wisselen telefoons uit en beloven mekaar te contacteren al ze in Finisterre zijn.

' 't Is een wonder. Ik kom  hoe dan ook als een ander mens terug. Sommige dagen vallen wel eens wat tegen, maar dan zijn er andere die alle verwachtingen overtreffen. Le chemin is iets speciaals. Iets dat je niet kan grijpen. Je moet het door- en meemaken. Ik kan nu heel goed begrijpen dat mensen dat willen herhalen.'

'Het is ook ongelooflijk hoe een groep pelgrims functioneert. Op de Weg vindt het ego zijn meerdere. Als het ego opspeelt, reageert er gewoon niemand en dan dooft het vanzelf uit. Er is een bepaalde flow of life die iedereen hier volgt. En als er één is die dit niet doet, dan zondigt hij tegen het geheel en corrigeert hij zichzelf wel.'

Etappe 67 : Saint-Antoine

Maandag, 14 mei 2012

Ondanks de oordopjes wordt het 'geen goede nacht, ik denk dat ik maar 4 of 5 uren geslapen heb.' 
Voor Hugo aan de etappe van 30 km naar Saint-Antoine begint, springt hij in Moissac nog eens bij een bakker binnen om wat brood en koeken te kopen voor onderweg. 'De bakkerin keek een beetje raar naar mijn zakje met kleingeld. Want dat kleingeld is dus een probleem, hé, voor een pelgrim, dat weegt nogal en neemt plaats in. Ik bewaar het al een hele tijd in een klein plastic zakje. Omdat ze er zo naar keek, stamelde iets van "Tja, 't is een beetje primitief'". Ze lachte eens en ze gaf mij zo een klein portemonneeke met reclame op van haar bakkerij. Het is dus perfect wat ik nodig heb. Ik was er vree content mee. Iedere keer als ik ga betalen, ga ik aan haar denken. Mijn dag was in elk geval al goed begonnen.'
Met een goed gevoel begint Hugo aan deze nieuwe etappe en hij neemt zich voor om het vandaag trager te doen. 'Ik ga het ritme van de dag volgen'. De GR loopt een heel eind langs de Garonne. 'Een pracht van een wandeling en ongelooflijk goed weer. Alles is hier anders, het klimaat dat echt al zuiders en droger wordt, de natuur, ... Ik voel Spanje dichter komen.' Na een heel eind alleen gewandeld te hebben, komt hij onderweg Isabelle tegen die hij eerder al in Escayrac ontmoette. 'En we zijn aan de praat geraakt. Ongeveer halverwege hebben we even gepauzeerd en iets gedronken in zo'n typische rustpunt voor pelgrims. En ja, daar werd mijn petite histoire une grande historie. Ze was één en al oor. We hebben daar wel een uur gezeten.'
Na 9 uren onderweg te zijn, komt Hugo aan in Saint-Antoine, volgens Hugo één van de prachtigste dorpjes tot nu toe, waar hij overnacht in gîte La Coquille. Tegen de avond en na de dagelijkse was en plas, worden de ongeveer 20 pelgrims die voor demi-pension opteerden, verwacht voor het avondeten. 'Het was even verschieten want er stond een grote tafel volledig gedekt "comme il faut", met een tafelkleed en servetten. Het was dus echt wel in orde. En ook al de rest die volgde was in orde : een creools rijstgerecht met kip en linzen en wijn à volonté. Er was echt overvloed en dat kom je hier niet veel tegen.'
Het zijn alweer allemaal nieuwe gezichten aan tafel. Rondom Hugo zit een jonge Franse dame, haar vriend en zijn of haar vader. Ze wandelen nu samen 200 kilometer in verschillende etappes op deze GR. Wat begon als een voorzichtig gesprek mondt uit in een intense babbel over het waarom van het pelgrimeren, wat het met een mens doet, de symboliek rond Finisterre, emoties, ....
Als de meeste pelgrims de zaal - de term 'restaurant' is hier eigenlijk meer op zijn plaats - verlaten, raken Hugo en zijn tafelgenoten in gesprek met de uitbater van deze gîte. Een man van Creoolse afkomst en 'enen met visie, één die weet met wat hij bezig is en die het dorp Saint-Antoine meer op de kaart wil zetten. Op den duur haalde hij er flessen Armagnac, waar deze streek voor gekend is, bij en liet ons proeven van Armagnac uit de jaren 1969 en 1978. Dat zijn onvergetelijke momenten.'

'Deze dag is zo intens dat ik er rustig moet bij worden. Elke dag is zo anders en dat maakt het zo speciaal. De rijkdom van zo'n dag is niet te schatten. Het is zeer intens en heel bijzonder. Alles wat ik dacht dat het ging zijn, openbaart zich hier voor mij.'

donderdag 17 mei 2012

Etappe 66 : Moissac

Zondag, 13 mei 2012

Hugo stapt vandaag van Lauzerte naar Moissac, een afstand van 30 km, en dat onder alweer een stralende - zelfs hete - zon.
'Op de GR met al die keien moet je voortdurend kijken waar je je voeten zet, dus loop  je in feite gans den tijd naar de grond te kijken.' Hugo beslist dan maar om de laatste 10 kilometer via de grote baan, de D957, af te leggen. 'Langs de gewone weg kan ik veel meer genieten van de omgeving en de natuur.'
Rond 14 uur komt hij aan in gîte l'Ancien Carmel in Moissac, een prachtig oud kloostergebouw op wandelafstand van de beroemde Romaanse abdijkerk Saint-Pierre.
'Het is hier echt heel mooi, er is een patio met zo een mooi aangelegde binnentuin en met rond om rond van die overdekte zuilengangen. Een fijne en speciale sfeer.' Hugo installeert zich, maakt even gebruik van de computer om eens naar deze blog te kijken en trekt dan naar het centrum.
'Moissac is weer één van die typische Franse dorpen, heel stemmig. De kloosterkerk Saint-Pierre is echt imposant en prachtig en ligt op een pleintje met allemaal café's en terrasjes rond. Heel gezellig, hier komen ze zeker samen eens terug.'
Hij installeert zich op één van de terrasje met uitzicht op de kerk Saint-Pierre en kijkt naar spelende kinderen aan de fontein. 'En het leven gaat hier zijn gangetje ...'
Voor de rest is het een heel rustige dag en even na 19 uur gaat hij eten. In een zuilengang naast de tuin staat een heel lange tafel gedekt voor wel 40 gasten. Veel nieuwe gezichten. De meesten zijn Fransen die een weekje of een aantal etappes komen wandelen op deze historische pelgrimsroute. 'Dat is natuurlijk een andere mentaliteit, voor deze mensen is het meer vakantie. Er zijn ook veel koppels of groepen bij en die nemen dan niet zo snel contact met anderen. Maar ja, pelgrim moet je voor u zelf zijn.' Het wordt een gezellige maaltijd zonder diepgaande contacten maar in een prachtig historisch kader.
'Ik ga vroeg slapen vandaag, want vorige nacht heb ik lang wakker gelegen, er ging van alles door mijn hoofd. En vannacht slaap ik op een kamer van 4 waarvan ik uit ervaring weet dat er 2 ronkers tussen zitten. Maar ik heb mij hier vandaag ook van die oordopjes in was gekocht, dus ik zal er niet veel last van hebben.'

'Voortdurend buitel je in nieuwe situaties, da's echt typisch voor de camino.'

Etappe 65 : Lauzerte

Zaterdag, 12 mei 2012

Het ontbijt - met zelf gebakken brood - wordt geserveerd in een bijgebouwtje met keuken.
Deze keer is Luzette er niet bij en zit Hugo enkel met de 2 Franse mede-pelgrims aan tafel.  'Het contact was beter nu dan gisteravond, er was een minder gemaakte sfeer. En dan zie je dat iedereen met zijn eigen verhaal op stap is. Het valt mij toch op dat vooral vrouwen alleen op pelgrimsweg zijn.'

Ze vertrekken alle 3 samen uit Escayrac en gaan op weg naar Lauzerte. 'In het begin liepen we samen, maar op den duur is iedereen zijn eigen gang gegaan. Zo gaat dat, je babbelt wel wat, maar na een tijdje moet je weer alleen zijn. Dat is bij de meeste pelgrims zo.' Gezien de korte etappe beslist Hugo om vandaag toch maar via Montcuq te gaan, 'anders wordt ze nog korter en ik moet toch geld afhalen.' En daar komt hij opnieuw Isabelle en Sylvie-Anne tegen, maar ook andere pelgrims 'je kent de namen niet, maar je herkent mekaar wel. Het is de eerste keer dat ik het mijzelf gun om een koffie te drinken op terras met enkele andere pelgrims. Ik mag mezelf dat ook wel eens gunnen, hé.'  Na deze tussenstop, vertrekt Hugo weer op weg. 'Voor ik het wist, ging ik weer voluit. Ik begin te snappen waarom sommige pelgrims het niet graag hebben als ik hen voorbijsteek. De meeste zijn nog maar pas vertrokken en zien fysiek echt af en dan is het wellicht niet zo leuk als er u enen zo vlotjes voorbijloopt. Vandaag liep ik even bij een vrouw die echt ongelooflijk afziet. Ze heeft al willen opgeven, maar toch doet ze elke dag verder. Na een tijdje met haar gewandeld te hebben, zei ik weer dat ik door ging. Zij begreep dit, maar net voor ons liepen er nog 2 vrouwen en in het passeren zei er één "Haast u maar want op het eind ligt een bonbon". Ik heb daar dan natuurlijk nog een heel eind lopen over nadenken, want dat had ik nog niet meegemaakt op de weg.' Wat later mist Hugo een markering en loopt hij verkeerd, maar hij kan het gelukkig redelijk snel weer herstellen. Even later komt hij bij een rustplaats voor pelgrims. 'Dat kom je hier regelmatig tegen : mensen die langs de weg of in hun tuin een tafel zetten met koffie, thee en koekjes zodat passerende pelgrims even kunnen rusten en iets drinken. Meestal staat er een collectebus waar je naar eigen goeddunken iets kan achterlaten. Maar hier vroegen ze 1€ voor een koffie en 1,60€ voor een koekje.' Net als Hugo daar aankomt, komen de 2 dames van daarjuist ook aan. 'Als ik liet vallen dat ik er dat toch wel over vond om 1,60€ te vragen voor een koekje, kochten ze er één voor mij. Ik had het gevoel dat ook zij nagedacht hadden over de opmerking en dus zand erover en verder.'
Voor de rest verloopt de etappe vlotjes en na de middag is Hugo al in Lauzerte. Hij doet er boodschappen zodat hij vanavond zelf kan koken en een lunchpakket kan maken voor morgen onderweg. 'Ik ben hier naar een bakker geweest. Ongelooflijk ! Als je daar binnenkomt, gewoon een paar planken en that's it. Dat is hier echt een totaal andere mentaliteit, hoe die bakkerij er uitziet is totaal niet belangrijk maar het brood moet wel goed zijn. Bij ons is het net omgekeerd.' Hugo loopt nog enige tijd rond in Lauzerte, een dorpje waar hij een goed gevoel bij heeft. 'Ik moet daar leren mee omgaan dat ik redelijk veel tijd over heb en dat ik even de toerist kan uithangen. Hier begint er echt al een zuiderse sfeer te hangen : de dorpen met veel smalle straatjes en authentieke sfeer, de huizen met al van die rode zuiderse dakpannen, een stralende zon. Dan krijg je natuurlijk al snel een vakantiegevoel. Een heel andere ervaring dan voorheen, met al die regen en wind.' 
De 2 dames van onderweg logeren in dezelfde gîte als die van Hugo en 's avonds is er gelegenheid genoeg om wat bij te praten. Deze dames stappen al voor het 4e jaar op rij 1 week op deze pelgrimsweg. 'Als ik dan vertel dat ik van thuis vertrokken ben, hoor ik altijd veel o's en a's. En ja, eigenlijk ook wel respect. Want er zijn hier bijna geen thuisvertrekkers. De meesten hier stappen maar tot in Moissac of iets verder, er zijn er zelfs weinig die naar Saint-Jean-Pied-de-Port gaan.'


'In het begin zie je fysiek en mentaal echt af, maar na een tijd wen je daar aan. Toch blijf je denken dat je dezelfde moeite moet ervaren om 's avonds het gevoel te hebben van "ik ben er tegen aan geweest". En dat is de reden waarom ik altijd zo rap wil stappen, ik zoek continu mijn grenzen op. Maar de praktijk toont aan dat dat opjagen geen zin heeft, want je kan de etappes toch niet aanpassen.
Ik heb hier vele uren om na te denken en kom tot de vaststelling dat ik met al mijn verwoede pogingen om rapper te gaan, toch ik altijd bij dezelfde mensen uitkom.  En die bepaalde mensen zijn de enige constante op mijn weg. Ik moet dus stoppen met mij te focussen op tijd en ruimte. Het gaat over bewustzijn, over mensen ontmoeten.
Ja, le chemin zit raar in mekaar ...'

maandag 14 mei 2012

Etappe 64 : Escayrac

Vrijdag, 11 mei 2012

De gîte in Cahors is er één om snel te vergeten, 'een score van 3 op tien, echt niet goed, maar eens op stap is dat allemaal snel vergeten.' Iets na 8 uur stapt Hugo over de Lot en laat hij Cahors achter zich. 'En 't was meteen een serieuze klim want ook Cahors ligt in een dal. Als je er uit weg moet, is het direct klimmen geblazen, maar niet zo erg als in Conques. Met die rugzak op je rug moet je wel opletten en weten wat je doet. Eens boven is het uitzicht natuurlijk prachtig.'  De verdere etappe loopt eerder door een vlakte, 'een echte wandeletappe en met minder machtige vergezichten.'

Aanvankelijk was Hugo van plan om naar Lascabanes te stappen, een etappe van 24 km. 'Ik weet niet wat er scheelt met mij, maar eens ik die rugzak aan heb, wil ik vooruit en goed doorstappen.' En daarom is hij van plan om voorbij Lascabanes te stappen en via een variante van de GR 65 naar Montcuq te gaan, volgens zijn gids een mooi dorpje. Het wordt echter een zeer warme dag, tenminste 30°. In Lascabanes, een dorp bekend om de voetwassingen die ze aan de pelgrims geven (helaas alleen maar in de zomermaanden), neemt Hugo een pauze. 'Als het zo warm is, sta je niet te springen voor een etappe van meer of 30 km. Ik zag het dan ook niet zitten om toch een hele eind van de GR af te wijken en naar Montcuq te gaan. Ik ben dan maar beginnen rondbellen om een overnachting te vinden, maar in Lascabanes was alles volzet. Uiteindelijk heb ik een gîte d'etappe gevonden in Escayrac, een piepklein dorpje met slechts 50 inwoners 3 km voorbij Lascabanes.'

Rond 14:00 komt hij aan in Escayrac en zoekt er de gîte 'Chez Luzette'.
Luzette blijkt een kranige en energieke dame van ongeveer 75 jaar oud die al 12 jaar pelgrims in haar huis ontvangt. 'Het is alsof je bij haar logeert. Op de kamer waar ik slaap hangen er foto's van haar ouders aan de muur. En 't is lang geleden dat ik eens een kamer voor mij alleen gehad heb. 't Is weer gelijk vroeger.' Hugo neemt een douche, begint zijn kleren uit te wassen - met waspoeder die Luzette hem bracht - rust wat uit op zijn bed en zit wat in de tuin. 'Ik vroeg aan de gastvrouw of het kerkje open was. Ze had er blijkbaar de sleutel van en gaf die aan mij. 'k Ben er dan maar eens gaan kijken. Weer zo een typisch klein en stemmig kerkje.' In de late namiddag komen er nog 2 Franse dames, Isabelle en Sylvie-Anne, aan die Hugo herkent van onderweg. 'Ze waren echt doodop en gaar van de warmte.'
Hugo belt nog eens naar Monastère des Filles de Jésus in Vaylats om te informeren naar de toestand van Odylle. Daar verneemt hij dat haar been 's anderendaags beter was en dat ze toch vertrokken is. De aanwezige Franse dames wisten daar nog aan toe te voegen dat ze haar naar Cahors zouden gevoerd  hebben om daar een dokter te raadplegen waarna ze inderdaad vertrokken is en kleinere etappes gaat doen. 'Het verwondert mij niet, het is het type die er echt wil geraken.'
's Avonds genieten ze samen met Luzette in haar eetkamer van een eerlijke en lekkere maaltijd : crudité met paté, witte bonen met worst en brood, kaas, een flantaartje en wijn. 'Ik heb lekker gegeten in een heel speciale omgeving. 't Was aangenaam.' Terwijl de dames al gaan slapen, zit Hugo 's avonds nog wat in de tuin en ziet hij Luzette met een stok naar buiten gaan richting kippenhok. 'En even later zie ik haar nu toch rondrennen en met die stok zwaaien. Te lope joeg ze die kippen binnen. Later zei ze dat benauwd is dat de vossen ze anders 's nachts zouden opeten.' 


'Het is niet evident om de etappes te veranderen, want dan kom je in de problemen met de overnachtingen en voorzieningen. Je moet het dan al goed uitzoeken en het wordt dan ook sowieso duurder omdat je dan niet anders kan dan in chambre d'hôtes te gaan. De etappes zoals ze in de ANWB-gids staan, zijn het best. Dus morgen ga ik mezelf dwingen om het op mijn gemak te doen.'

zondag 13 mei 2012

Etappe 63 : Cahors

Donderdag, 10 mei 2012

Al van bij het ontwaken ontvangt Hugo een grote les van een Franse mede-pelrim, 'want lessen worden niet gegeven, maar ontvangen. We sliepen gisteren in Vaylats met 4 op een kamer : een jonge Duitse man, Pierre (de Fransman waar ik in Livinhac samen mee op een kamer sliep) en de Fransman uit Aubrac. Pierre die weet dat hij durft snurken en ook weet dat ik dat weet, vroeg mij voor het slapen om hem wakker te maken 'quand je ronfle'. En enige uren later was het zover. Ik heb enkel keren zijn naam geroepen, maar dat hielp niet. Ik had gelukkig nog mijn wassen oordopjes dus ik kon relatief goed slapen, maar de andere 2 hadden het niet gemakkelijk. 's Morgens vraagt  Pierre meteen na het wakker worden "ik heb toch niet gesnurkt vannacht ?"  En de Fransman uit Aubrac, die er waarschijnlijk een halve nacht door wakker lag en al bezig was zijn rugzak aan het maken, antwoordt heel rustig en zonder opkijken "Nee, Pierre, je hebt niet gesnurkt"  En dat is de juiste reactie, want het heeft geen zin! Dat is nu eenmaal zo in slaapzalen met mensen die doodmoe zijn van het stappen. Voor mij was dat een grote les.'

Tijdens het ontbijt verneemt Hugo dat Odylle vandaag niet vertrekt en in Vaylats blijft. Ze heeft al een tijd last aan haar ene been en wil een dokter raadplegen omdat ze vreest voor tendinitis (of peesonsteking). Ze vraagt Hugo om aan haar te denken als hij in Santiago aankomt. Hugo belooft haar een kaartje te sturen en ze schrijft haar naam en adres op zijn stafkaart, het enige papier dat hij op dat moment bij heeft. 'Ze zal  er misschien zelf niet geraken, maar als ze weet dat er iemand die ze kent het wel kan, is dat ook al iets. Alweer een special moment.'
Het is de hele dag stappen in stralende zon, 'gans de dag wel 30°. Het is ook opvallend dat het hier veel vlakker is. Hier en daar staat een huis, maar voor de rest stap je continu in den blet.'
'Onderweg stak ik een man voorbij die zachtjes liep te zingen. Dat zie je hier wel vaker dat pelgrims zo wat in zichzelf aan het mompelen zijn tijdens het wandelen. Het bleek een Duitser te zijn, zo een echte Heimat-man, eentje die zijn land moeilijk kan loslaten. Ik zei dat ik geen Duist kon, behalve 1 liedje van in het leger en ik begon te zingen "Heute wollen wir marschieren und einen neuen Marsch probieren ..." En hij begon direct mee te zingen. En zo liepen wij daar met ons 2 in Frankrijk een Duits marslied te zingen. Speciaal ! Hij heeft nog een ander marslied gezongen en vroeg mij dan om een Belgisch te zingen, maar ik kon zo niet direct iets bedenken.'
'Ik heb veel trager gestapt dan anders, 'k heb eens niet doorgejaagd. Ik weet ook niet wat mij bezielde de afgelopen dagen. Ik wou persé thuis zijn voor Simon, maar ik begin ook dat al los te laten.' 

6 uren en 26 km later komt Hugo aan in Cahors, de hoofdstad van het departement Lot. Hij wandelt, net zoals al zovele pelgrims al eeuwenlang doen, de stad binnen via de Pont Valentré, een middeleeuwse vestingbrug met 3 torens uit de 14e eeuw die inmiddels uitgegroeid is tot hét symbool van deze historische stad. Hij gaat eerst naar l'accueil pèlerin in de kathedraal Saint-Etienne, waar ze op zijn vraag een overnachting in het centrum reserveren. Hij krijgt het adres en via vele smalle straatjes bereikt hij l'Association pour l'Habitat de Jeunes en Quercy. 'Het eerste wat je doet als je toekomt, is wassen wat er moet gewassen worden en douchen. En daar kruipt toch wel wat tijd in.' Na deze dagtaak trekt hij, samen met een Franse pelgrim die hij al van in Aubrac kent, de stad in. Eerste halte is het postkantoor waar hij zijn postpakket ophaalt en meteen alweer een aantal spullen naar huis stuurt want ja, een pelgrim kan het doen met 1 handdoek in plaats van 2. Vervolgens doet hij boodschappen. 'En ik heb teveel gekocht. Ik wou eerst een slaatje maken met camembert en brood als voorgerecht en daarna een blik linzen met vlees. Maar het voorgerecht was dus meteen hoofdgerecht. Dus ik moet dat blik morgen meenemen.'
'In de keuken had ik nog een aangename ontmoeting met een Italiaan. Hij had me in Conques eens zien lopen met een brood onder mijn arm en was me dan komen vragen waar ik dat gekocht had en nu zit hij hier ook in dezelfde gîte. Die man heeft per fiets al bijna heel de wereld afgereisd : Alaska, Nigeria, Zuid-Afrika, New York en al 2 keer naar Santiago. Omdat hij nu met tendinitis zit, vertrekt hij vannacht per trein naar huis omdat hij een week moet rusten. Maar 't was een speciale conversatie. Ik spreek geen Italiaans en hij geen Frans, dus het was zoeken om mekaar te begrijpen. Gelukkig verstaan we wel alle 2 goed Frans.'
In de late namiddag wandelt hij nog eens door de stad met haar vele gezellige smalle straatjes en neemt de tijd om de kathedraal Saint-Etienne te bezoeken, een monumentaal bouwwerk waar hij naar inmiddels goede gewoonte een kaarsje brandt voor gezin, familie en vrienden in België.

Etappe 62 : Vaylats

Woensdag, 9 mei 2012

Rond 8:30 begint Hugo aan een nieuwe etappe. 'Ik heb al 2 dagen alles gegeven wat ik kan bij wijze van test, maar ik moet voorzichtig zijn met mijn knieën en voeten, dus ik ga vandaag wel ietsje trager lopen. Tussen Cajarc en Limogne-en-Quercy ga ik niet via de GR, maar ga ik langs de gewone weg, de D19. Want ge moogt die GR niet onderschatten met al die keien op de weg. Het zal eens deugd doen om wat plat te lopen.' 
Deze etappe - maar ook de vorige en de volgende - lopen door le Quercy Blanc, het zuidelijk deel van het Parc naturel régional des Causses du Quercy. Dit is een natuurgebied van 176 000 ha in het noorden van de Midi-Pyrénées dat op een kalkhoogvlakte, de Causse, ligt en gekenmerkt wordt door een heuvelachtig landschap waar overal muurtjes van gestapelde stenen (ooit neergelegd door herders die minder stenen in hun weiden wilden) doorheen slingeren. In deze streek komen ook veel grotten, sommige met prehistorische rotstekeningen, en dolmens voor.
'Vandaag was het prachtig weer, gans de dag zon. 't Was alsof de natuur explodeerde. Van de ene dag op de andere zit het hier gelijk vol met krekels.'
In Limogne-en-Quercy gaat Hugo weer de GR op tot hij Vaylats, zijn bestemming van vandaag, bereikt. Hij reserveerde er een slaapplaats in Monastère des Filles de Jésus, een klooster dat in 1821 gesticht werd. 'Ik was blij dat ik daar was. Als ik hier binnen wandelde, voelde ik direct dat het hier goed is.' Het is een prachtig klooster waar de zusters, allemaal al op hoge leeftijd, zich al tientallen jaren over pelgrims ontfermen. 'Je werd hier goed ontvangen, ze hebben volledige aandacht voor u. Er is hier echt een aangename sfeer. Ondanks het feit dat het hier zo groot is - we zijn hier met 36 - is er toch een gemoedelijke sfeer.' Hugo ontmoet er vele pelgrims die hij al kent. Zoals Odylle, de vrouw uit Le Puy die op dezelfde dag als Hugo van daar vertrok en de Fransman waarmee hij in Livinhac een kamer deelde, 'beide aangename mensen waar ik me goed bij voel.' 
Voor het avondeten wandelt Hugo nog eens rond in Vaylats, een heel klein dorp. 'Er is enkel een bakker die tegelijk ook épicerie is, en natuurlijk is er ook nog een kerk. Heel mooi en redelijk groot voor zo een klein dorp.'  Om 19 uur wordt het avondeten opgediend en zien de zusters er op toe dat de ruim 30 pelgrims genoeg te eten krijgen. 'Het was een heel sober maal, maar genoeg. Eerst was er soep, wel uit een pakje, maar hier is dat allemaal plezierig. En daarna een bonen-ratatouille-schotel met een soort cordon blue. En terwijl we aan het eten zijn, komen ze iedereen persoonlijk en oprecht vragen of je genoeg hebt. Ze zijn hier echt zeer gastvrij.'
Terwijl we bellen hoor ik op de achtergrond het gezang van het Ultreai-lied. 'Er is hier een gemeenschappelijke ruimte en er liggen daar kaartjes met de tekst op van het pelgrimslied. Een groepje Duitse pelgrims heeft die kaartjes ontdekt en zijn nu samen het Ultreai-lied aan het zingen.'

'Ik merk dat die religieuze gebouwen waar een serene en rustige sfeer aanwezig is, mij ook rust geven. Onderweg ga ik in die kleine dorpjes wel eens een kerk binnen en dat heeft altijd iets. Dikwijls zijn dat kerkjes uit de 12e of 13e eeuw. Het is allemaal zo beladen met geschiedenis, maar toch is alles hier zichzelf gebleven. Er zijn hier nooit andere invloeden geweest, het is Frans en punt uit. Die fundamentele Franse sfeer is met niets te vergelijken. Dat moet je echt ervaren.'

'Het is hier vandaag het andere uiterste van gisteren, die gîte in Cajarc was echt een zottekot waar iedereen voor het zijne schermde. Dat ligt mij hier veel meer, 't is echter. 't Is wellicht de combinatie van de zon en de sfeer hier die mij nu vrolijker stemmen.

donderdag 10 mei 2012

Etappe 61 : Cajarc

Dinsdag, 8 mei 2012

Omdat verschillende pelgrims al vroeg willen vertrekken, is de gastvrouw van de gîte Saint-Joseph & Saint-Louis bereid om het ontbijt al om 6:30 uur te serveren. Ook Hugo behoort tot deze vroege vogels en iets na 7 uur is hij al op stap. Hij houdt er meteen flink de pas, op naar Cajarc ruim 30 km verder. Het belooft alweer een mooie etappe te worden want de GR-route tussen Faycelles en Carjac behoort volledig tot het Werelderfgoed.


'En 't is waar ook ! Alweer machtige vergezichten.'  Alleen het weer valt wat tegen. 'Het regende in vlagen, maar altijd zachtjes. In het begin stopte ik iedere keer om mijn regenjas aan te doen, maar op de duur heb ik het opgegeven. Het was toch warm en het regende nooit lang en na 10 minuten was mijn t-shirt alweer droog. 't Was wel een raar zicht, de meeste pelgrims liepen in hun fel gekleurde poncho's en ik in mijn Odlo met korte mouwen.'

Iets na 13 uur komt Hugo al aan in Cajarc. Na een drankje in de plaatselijke café en wat rondslenteren in het dorp, begeeft hij zich naar de gîte communal die pas om 15 uur haar deuren opent. Omdat hij op voorhand reserveerde, krijgt hij een bed toegewezen op een kamer van 4 op de 1e verdieping. Het is een ruime gîte en het is er al snel een drukte van aankomende pelgrims. 'Ik voelde direct dat er hier een andere sfeer is. Er hangt hier een bepaalde onrust, het is hier ook veel ruimer, zo staan er in de inkomhal zeker wel 20 paar wandelschoenen. Het is hier precies wat wanordelijk, iedereen is bezig met het plaatsje die hij moet bemachtigen en dat heeft een bepaalde spanning.' 
'Ik kreeg van een vrouw op de kamer een paar oordopjes uit was van Quies, dat zouden goede zijn die al het geluid buiten houden. Ik ben eens benieuwd want er ligt een man op onze kamer waar ik al eerder bij sliep en die 's nachts wat decibels kan produceren.'



Aangezien het een feestdag is in Frankrijk, zijn alle winkels gesloten en zit er niets anders op dan iets klaar te maken met wat Hugo nog bij zich heeft : het laatste beetje pasta, een pakje bacon en wat couscous dat hij van een andere pelgrim krijgt.
Hij wandelt nog eens rond in Cajarc en bezoekt de kerk. ' 't Was precies een spookkot, zo donker en overladen met beelden. Het was zo met van die beweegspots gericht op 1 beeld en telkens je verder stapte, ging er een andere spot aan voor een ander beeld. Ook daar was het maar een rare sfeer. Ik was eerlijk gezegd wat gedegouteerd van die overdreven plaaster-aanbidding.'

'Vandaag is een off-day. Ik heb vandaag vollen bak gegeven en mijn lichaam protesteert een beetje. Vandaag was een test voor mijn benen. Ik moet nu zoeken naar een nieuw evenwicht.'

dinsdag 8 mei 2012

Etappe 60 : Figeac

Maandag, 7 mei 2012

Na een karig ontbijt, start Hugo iets na achten aan een etappe van 25 km richting Figeac.

'Het was een verschrikkelijk mooie etappe met ongelooflijke vergezichten en machtige landschappen. Je ziet de dorpen al van ver liggen op de flanken van de heuvels.'  Onderweg komt hij regelmatig andere pelgrims tegen, waaronder de Fransman waar hij gisteren mee op een kamer sliep. 'Als ik iemand voorbijsteek, wandel ik eerst wat samen en praten we wat en na een tijdje ga ik dan weer alleen verder. Maar zo ben ik vandaag wel 2 keer verkeerd gelopen, maar gelukkig niet zo erg.'


Rond 14:00 komt hij aan in Figeac in de gîte d'étap 'Saint-Joseph et Saint-Louis', een recente gîte in een oud huis dat ze nog gedeeltelijk in orde aan het zetten zijn. 'Maar die mensen doen enorm hun best. De vrouw des huizes doet echt moeite om het de pelgrims naar hun zin te maken, ze steekt er echt haar eigen in en dat is wel tof. Ik betaal hier 15€ voor een overnachting, inclusief een laken tegen de punaises (of bedwantsen). In elke gîte krijg je sowieso een deken, maar voor een laken moet je meestal 4€ bijbetalen. De meeste doen dat natuurlijk niet en slapen dan in hun slaapzak of lakenzak, waardoor die beestjes zich gemakkelijker kunnen verspreiden. Dus wel slim gezien dat ze dat hier in de prijs verrekenen, zodat de slaapzakken niet moeten uitgehaald worden.'  

Hugo loopt nog wat rond in Figeac, in de Middeleeuwen een zeer florerende stad en nu de op één na grootste gemeente in het departement Lot. Er is veel bewaard gebleven van de oude bebouwing zodat er nog veel oude monumenten zijn. Figeac is tevens de geboortestad van Jean-François Champollion of de man die de steen van Rosetta met Egyptische hiërogliefen ontcijferde. 'Het was er juist kermis vandaag, dus ik heb niet veel gezien van het oude Figeac, maar ik heb wel een Franse hamburger kunnen eten op de kermis. Zalig !'  Hij koopt nog een wegwerpfototoestel , zodat hij toch nog  wat foto's kan trekken voor hij in Cahors zijn postpakket met de oplader gaat ophalen. Verder doet hij nog een poging om in l'église Saint-Sauveur een stempel op te halen, maar tevergeefs. Hij vraagt er dan maar één bij zijn terugkomst in de gîte. 'Daar hadden ze nog geen eigen stempel, maar de eigenares maakte op de plaats van de stempel een tekeningetje. 'k Vond dat vree tof.'
Om wat op zijn budget te letten, beslist Hugo om 's avonds niet in de gîte te eten, maar de eigenares nodigt hem toch uit aan tafel. 'Ze kon het gelijk niet verkroppen. Ik was mijn schoenen al aan het aandoen om naar buiten te gaan als ze bij kwam om te zeggen dat ik toch mee kon aanschuiven aan tafel. Ze dacht waarschijnlijk dat ik niet genoeg geld bij me had of zo. En 'k ben echt blij dat ik  dat toch gedaan heb. Het hele menu was klaargemaakt met streekproducten en met groenten en vlees van boerderijen van mensen die ze kent. Ze was er fier op en terecht ook. Het eten dat we hier gekregen hebben, is niet te vergelijken met dat van gisteren. Het hangt enorm af van gîte tot gîte, maar ge weet het dus niet op voorhand. Dat is nogal wat, hoor, aan tafel : alle types van mensen, alle leeftijden en nationaliteiten samen. Soms zijn er wel eens meningsverschillen, maar dat gaat altijd rap voorbij. 'k Heb er van genoten vanavond.'

Hugo heeft besloten om toch niet via Rocamadour te gaan, 'want Santiago is mijn doel. Ik heb het er niet voor over om voor Rocamadour 2 dagen langer onderweg te zijn. Ik heb momenteel enorm veel energie en daarom wil ik de volgende dagen eens experimenteren met wat meer kilometers te doen want ik zou toch willen proberen om thuis te zijn tegen de proclamatie van Simon eind juni. Ik heb de volgende dagen zo gepland dat ik altijd minstens 30 km doe en zo zou ik tussen Figeac en Lauzerte al 1 etappe uitsparen. De eerste etappes zullen misschien wel lastig zijn en mijn lichaam zal zich weer moeten aanpassen, maar ik wil het eens uittesten. We zien wel wat het geeft.'

zondag 6 mei 2012

Etappe 59 : Livinhac-le-Haut

Zondag, 6 mei 2012

Na een rustige - trouwens snurkloze - nacht en een typisch Frans ontbijt, vertrekt Hugo rond 8 uur aan een nieuwe etappe van 24 km met Livinhac-le-Haut als bestemming. 'Aangezien Conques in een dal gelegen is, was het vrijwel onmiddellijk klimmen geblazen.  En nog geen klein beetje. 't Was een klein uurke constant trekken om voortuit te geraken, maar 't was wel prachtig. Het kwam goed van pas dat ik al heel wat kilometers in mijn benen heb. In het begin was het mooi open weer en ben ik soms echt blijven staan om de prachtige vergezichten op te nemen. De natuur is hier machtig en adembenemend. 't Is een pracht van een etappe !'




Onderweg begint het helaas te regenen. ' 't Was zo af en toe een flinke regenbui. Dus telkens stoppen om regenjas- en broek aan te trekken en een half uur later weer alles uit doen.' Dit scenario herhaalt zich meerdere keren tijdens deze etappe.

Na de middag komt Hugo aan in de gîte communal van Livinhac-le-Haut. 'Ik heb lang getwijfeld, maar dan uiteindelijk toch maar half pension genomen. 't Is zondag en dan is het niet evident om nog iets te kunnen kopen.' Tegen de avond krijgt hij op zijn kamer gezelschap van een sympathieke Fransman. Het gespreksonderwerp is natuurlijk het pas bekende resultaat van de Franse presidentsverkiezingen. Om 19:00 gaan ze samen eten : crudité, rijst met blinde vinken, dessert en wijn. 'Simpel en goed'

'We zijn hier nu maar met 2 pelgrims in de gîte, helemaal anders dan in Conques. De meeste stappers die ik al tegenkwam gaan niet naar Compostela, ze doen gewoon enkele etappes en velen daarvan eindigen blijkbaar in Conques. Als die horen dat ik al van Gent kom en op weg ben naar Compostela, hebben ze daar echt wel respect.  Ja, soms zelfs bewondering.'


Rustdag in Conques

Zaterdag, 5 mei 2012

Het slapen in een slaapzaal met 12 bedden blijkt geen lachertje en al zeker niet als er 2 harde snurkers tussen zitten. ' 't Was gewoon niet te doen! Snurken is iets dat altijd terug komt op de weg. Ik heb het al veel meegemaakt, maar vannacht was het ongehoord. Ik ben mij echt lastig beginnen maken en op den duur heb ik mijn matras en slaapzak gepakt en mij op de gang gaan leggen. Ik was dan wel van het lawaai af, maar echt comfortabel was het ook niet. Eigenlijk moet iemand die zo een kabaal maakt op een kamer apart liggen. Het kan toch niet zijn dat er 's morgens 2 goed uitgeslapen zijn en dat de andere 10 daar met zakken onder hun ogen staan.'  Tijdens het ontbijt, komt één van de nachtelijke ronkers - een Waal die Hugo al eerder ontmoette en waar het niet meteen mee klikte - aan Hugo vragen waarom hij in de gang lag. 'Ik heb het maar zo gelaten en sec meegedeeld dat ik geen zin had om naar een snurkconcert te luisteren. Maar 'k ben wel blij dat hij vandaag vertrekt ...'

Om 9:30 gaat Hugo naar zijn afspraak met frère Cyril, een jonge, dynamische priester waar hij een aangenaam en diepgaand gesprek mee heeft. Het volgende anderhalfuur worden vele levensvragen en onderwerpen besproken, zoals onder andere de diepgaande bijnadoodervaring en de bijhorende vraag wat hij er verder moet mee doen. Maar ook de mogelijke verschillen tussen het ware christendom en de huidige katholieke leer komen aan bod.  En vooral dan de onbereikbare adoratie die het katholicisme in stand houdt, 'de arme zondaars' die we toch niet zijn, de idee dat de geschriften van de apostelen te veel doorspekt zijn met toen gangbare culturele invloeden, ... ' t Was wel de moeite, dat gesprekje. Ik heb een ton of twee van mijn pakske overgeheveld naar frère Cyril. En hij heeft meteen ook iets om over na te denken :-)'

Hugo is nu zo goed als alleen in de pelgrimsvertrekken, want de meeste pelgrims zijn deze morgen vertrokken en de nieuwe lading komt maar na 14 uur aan. Hij profiteert van deze rust om het gesprek nog even te laten bezinken en om wat gemiste slaap van vannacht in te halen. Vervolgens wandelt hij nog wat rond in het dorp. 'Eigenlijk is het wel een passanten dorp, het is zo klein dat je alles rap gezien hebt. Het centrum is nogal commercieel met heel veel souvenirwinkeltjes, helemaal anders dan de historische pelgrimsfeer in de abdij.'




Tegen de avond gaat hij eten in het centrum, want hij nam (gelukkig) enkel maar de 1e dag half pension. Aangezien hij morgen Conques verlaat, woont hij 's avonds nog de pelgrimszegening bij. En omdat het vandaag niet regent, krijgen de aanwezige pelgrims nu wel tekst en uitleg bij de vele afbeeldingen in het befaamde timpaan van de abdijkerk. Nu alleen nog hopen dat hij vannacht beter kan slapen want vanaf morgen is hij weer op stap richting Figeac, waar hij zal moeten beslissen of hij al dan niet via Rocamadour naar Cahors stapt. Wordt vervolgd ...

                                                             



                                                       






Etappe 58 : Conques

Vrijdag, 4 mei 2012

De opkomende zon laat haar eerste zonnestralen door de openstaande deur van de ontbijtkamer binnenstromen. 'Het was een prachtig kader. En het ontbijt moest niet onder doen voor het maal van gisteravond. Naar Franse normen was dit een zeer goed verzorgd ontbijt. En ik heb er van genoten. C'est un beau matin !'

Een ideale start dus, want vandaag staat toch wel een speciale bestemming op het programma :  Conques. Een klein middeleeuws dorp verborgen in het dal van de vallei van de Lot, omgeven door steile groene hellingen. Conques is al sinds de 12e eeuw één van de belangrijkste pleisterplaatsen langs de weg naar Compostela. En die vooraanstaande positie is te danken aan de aanwezigheid van de overblijfselen van Sainte-Foy, een christelijk meisje dat op 12-jarige leeftijd in 303 de marteldood stierf. (deze relikwieën werden destijds met een list door de abdij van Conques verkregen nadat een abt ze gestolen had uit het klooster van Agen en ze overbracht naar Conques). Maar ook vandaag trekt dit idyllisch middeleeuws dorp vele bezoekers en pelgrims aan. Het feit dat er 2 monumenten als Werelderfgoed zijn opgenomen - de abdijkerk van Sainte-Foy en de bedevaartsbrug over de rivier le Dourdou - is daar allicht niet vreemd aan. Reden genoeg dus om hier morgen een rustdag te nemen.

Het is alweer een mooie etappe met een stralende zon als gezelschap. In Golinhac, eigenlijk de bestemming van gisteren, houdt Hugo even halt bij de gedenkplaat in het dorp, die al sinds mensenheugenis voorbijkomende pelgrims moed wil inspreken met volgende tekst : Camina ô Caminaire, Sul camin de Compostèla, A la fin vetràs l'estèla, Saint-Jaeme enluminaire.








 De volgende 21 km gaan vlot vooruit en plots komt Conques in zicht. 'Vanop de GR 65 zie je Conques al van ver in de diepte liggen, tussen hoge heuvels in een diep dal. Het is echt een mooi zicht als je Conques nadert.'  Hugo komt er na de middag aan en begeeft zich naar 'L'Hôtellerie de l'Abbeye Sainte-Foy', waar hij gisteren één overnachting reserveerde. Aangezien de ontvangst van de pelgrims maar om 14 uur start, maakt hij van de gelegenheid gebruik om Conques te verkennen - 'het is een pittoreske en gegeerd plaatsje, het doet een beetje Durbuy-achtig aan' - en al eens de abdijkerk te bezoeken en 'te voelen'. Tegen 14 uur meldt hij zich aan bij het pelgrimsverblijf van de abdij. 

'Normaal kan je hier maar voor 1 nacht reserveren, maar het was geen probleem, ik kan hier toch 2 nachten blijven. Dus heb ik de gîte die ik voor morgenavond al boekte, afgezegd. Bij de inschrijving vroeg de hospitallero of ik een gesprek met een frère wenste. Blijkbaar is dit een dienst die deze abdij aanbiedt aan pelgrims. Nu ik hier toch ben, kan ik dat toch niet laten passeren. Dus mijn agenda staat al vol : om 18:30 vespers om 19:00 eten, daarna nog een pelgrimsviering en morgen om 9:30 een gesprek met frère Cyril. We zijn benieuwd.



Intussen stromen de andere pelgrims toe en wordt de sfeer rumoeriger want vandaag slaapt Hugo op een 'dortoir' met 12 bedden en er zijn meerdere van die dortoirs in dit etablissement. 'Het is hier altijd voyageren. Hier zie je ook meer groepen, wat het direct wat drukker maakt want ze blijven in hun groep, in hun cocon. Het feit dat het hier zekerder en georganiseerder is, trekt dit natuurlijk aan. Daarvoor was er op mijn pelgrimsweg meer onzekerheid, maar dan kwamen de mensen ook dichter bij elkaar. Ik moet mij daar nog altijd wat aan aanpassen.'

Maar voor hij het weet, is het tijd voor de vespers, waarbij de 'frères' psalmen zingen begeleid door orgelmuziek. Achteraf verneemt Hugo van de organist dat hij onder andere 'The house of the rising sun' speelde. De maaltijd die daarop volgt, is een tegenvaller : 'veel te weinig, hé. Ik zou op den duur denken dat ze het opzettelijk deden omdat je zou leren delen of zo. Ze zetten een schoteltje op tafel en daar moesten we met 8 van eten. De 3 Fransen hadden zoiets van 'wij zijn hier niet van plan om iets voorbij te laten gaan' en die schepten goed op. De 4 Duitsters - die gewend zijn aan goed eten - konden daar gelijk geen weg mee. Op den duur hing er toch een lichte spanning in de lucht. En tegen dat ze met het dessert-kaasschoteltje afkwamen, had ik er genoeg van. Daar doe ik niet aan mee, ik heb dan nog liever niets.'
En dan naar de pelgrimsviering. Omdat Hugo morgen niet vertrekt, vragen ze hem om een tekst in het Nederlands voor te lezen want het is de gewoonte de tekst in de talen van alle aanwezige pelgrims naar voor te brengen. Na het tekstgedeelte, volgt de zegening van de pelgrims en het gezamenlijk zingen van het Pelgrimslied 'Ultreia'. 'Toch wel een speciale belevenis. Na de viering kwam René Sterckx van het Vlaamse Compostela Genootschap bij mij, die nu ook op weg is naar Compostela. Nen echten pelgrim.'  De avond wordt afgesloten met een orgelconcert 'theatraler deze keer en heel mooi.'
Na deze lange dag is Hugo blij dat hij morgen een rustdag heeft, ' 't zal een mijmerdag worden.'


zaterdag 5 mei 2012

Etappe 57 : Massip

Donderdag, 3 mei 2012 

Vandaag is Hugo exact 2 maand onderweg en in die tijd legde hij al 1.250 km af. Dus halverwege,  zowel in afstand als in tijd.
Op deze speciale dag stapt hij naar Massip, 26 kilometer verder. Eigenlijk was het de bedoeling om vandaag naar Golinhac te stappen, nog eens 2 kilometer verder, maar alle gîtes bleken daar volzet. In Frankrijk is het namelijk op 8 mei het "Feest van de overwinning", zoals Wapenstilstand bij ons. De Fransen hebben naar aanleiding daarvan een brugdag op maandag 7 mei en ook zij genieten blijkbaar graag van deze mooie streek tijdens hun lange weekend. 'Ik heb gisteravond dan maar al mijn overnachtingen tot en met 7 mei vastgelegd, zodat ik zeker ben. Ik heb in Massip, een gehucht voor Golinhac nog iets kunnen reserveren. 't Is wel half pension, maar ik had geen andere keuze.'


De zon is alweer van de partij waardoor de natuur zich in al haar pracht en glorie laat bewonderen tijdens het wandelen. 'Ik heb vandaag weer goed doorgegeven, maar ik heb ook genoten van het landschap. Het is hier gewoonweg prachtig, een imposante natuur. Hier is er nog ruimte. Er zaten wel een paar flinke hellingen in deze etappe. Voor sommige pelgrims die pas vertrokken zijn in Le Puy is het afzien.'

Zoals de vorige dagen komt Hugo weer als eerste aan in gîte d'étape "L'Orée du Chemin" in Massip en kan hij rustig douchen en zijn was doen vooraleer de volgende pelgrims ruim een uur later - 'sommigen kapot' - aankomen.
Om 19:00 schuift hij samen met de andere pelgrims mee aan tafel. Ze zijn met een 20-tal uit vele verschillende landen : Italië, Frankrijk, Duitsland, Oostenrijk en uiteraard België. 'Dat is hier van een andere orde dan die gîtes communals. Dit is een gîte om U tegen te zeggen.'  Het wordt een lekkere en stevige maaltijd - crudité, stoofpot met varkensvlees en kastanjes,  dessert en wijn - mét goede contacten én gezellig babbels. Naast Hugo zit een man uit Bayonne 'met een authentiek dialect'. Hij is vroeger al eens naar Compostela gestapt en is nu samen met zijn vrouw op weg naar huis na een paar weken stappen op de GR 65. Als Hugo vertelt dat hij na Compostela nog verder doortrekt naar Finisterre - het échte eindpunt van de pelgrimsroute naar Santiago de Compostela in het Spaanse Galicië - mijmert de man dat hij dit niet deed, maar dat hij dit ooit ook nog wil doen om er - zoals de echte middeleeuwse pelgrims - dan iets van zijn uitrusting te verbranden. Hij belooft Hugo om - als het ooit zover is - er zijn schoenen te verbranden en dan eens aan hem te denken. Op zijn beurt belooft Hugo dat hij aan hem zal denken als hij er zijn T-shirt verbrandt.

' 't Is toch een andere sfeer dan in de gîtes communale waar iedereen zelf zijn potje kookt. Iedereen is er altijd in de weer en er is altijd een bepaalde drukte aanwezig. Het doet eigenlijk wel eens deugd om je voeten onder tafel te kunnen steken.'
Tevreden en voldaan gaat Hugo slapen.