zondag 15 april 2012

Etappe 38 : Le Donjon

Vrijdag, 13 april 2012

Het terug alleen zijn en het weerzien van familie en vrienden, missen duidelijk hun effect niet. De emotionele rekening wordt vandaag gepresenteerd ...
'In Saligny ben ik van pure miserie het kerkje binnen gestapt, er was daar toch niemand. Ik heb nooit gedacht dat ik daar zou binnen stappen om mijn nood te klagen. Ik weet dat het tijdelijk is, maar ja, ik moet hierdoor'. 
'Op den duur stel je in vraag wat je aan het doen bent. Hier word je je bewust van wat wel telt en wat niet en kom je tot de conclusie dat we te veel aandacht geven aan wat niet telt. Hier word je voortdurend geconfronteerd met enerzijds de essentie en anderzijds hetgeen waar je mee worstelt. En plots is het daar en slaat het toe, gelijk een raket. Het is alles in één keer tegelijk beseffen. En dat is wel de moeite.'
'Er zit veel meer achter dan dat ik al wist, en ik begin een flauw vermoeden te krijgen wat die blik in de ogen van mensen die het al deden, wil zeggen : het gaat over kapot zijn van loslaten.' 


Hugo vertelt ook dat er al sinds Sébourg tijdens het stappen steeds een deuntje in zijn hoofd opkomt, etappe na etappe. 'Het is nu al lang geleden, maar terwijl ik in dat kerkje zat was het er weer'. Het is het liedje 'Ce n'est rien' van Julien Clerc uit de jaren zeventig. Enig opzoekwerk doet concluderen dat de tekst wel toepasselijk is :

Ce n'est rien
Tu le sais bien
Le temps passe
Ce n'est rien
...
Il y a mille coquilles de noix
Sur ton chemin
Qui coulent et c'est très bien
...
Et soudain
Il y a mille sirènes de joie
Sur ton chemin
Qui résonnent et c'est très bien
...
Ce n'est rien
Tu le sais bien
Le temps passe
Ce n'est rien
...

Na een lang telefoongesprek, is de moraal terug op peil en is het duidelijk dat 'ik mijn focus op het einddoel moet houden en dat ik mij onder de baan niet moet laten afleiden door van alles en nog wat.'


'Ik ben dan verder gestapt en plots zag ik van ver een hond afkomen. Hij kwam vollen bak recht op mij af. Ik wist direct dat dit één was die kwam om aan te vallen en niet om gewoon eens zijn territorium af te bakenen. Ik zag dat hij niet ging stoppen. Ik ben dan ook maar gestopt en er beginnen naar toe gaan, al roepend, grommend en vloekend. En als hij enige meters voor mij was, heeft hij zijn remmen toegestaan en heeft hij mij op enige afstand nog wat staan aankijken. Ik bleef maar grommen en lawaai maken en uiteindelijk hij heeft hem omgedraaid en is weer weg gelopen. Dat was wel even schrikken.'

Voor de rest verloopt de etappe vlot en in de namiddag komt Hugo aan in Le Donjon.
Zoals gisteren geregeld, begeeft hij zich naar het enige hotel dat er is. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden 'Nouvel Hotel', is het 'een oud gebouw, maar wel proper.'
Intussen heeft hij contact gehad met de familie Pauwels, die op de terugweg zijn van Spanje naar huis en hem even komen opzoeken. Aanvankelijk heeft Hugo wat schrik 'weer moeilijk om los te laten en hen naar huis te zien vertrekken.' Maar het is net het tegenovergestelde. Hugo geniet van het samen zijn met Guy, Karin en de kinderen Bram en Dries. Ze verblijven in hetzelfde hotel en gaan 's avonds samen eten. Op de kamer bellen ze via de ipad en skype naar het thuisfront. Een aangename en leuke avond.

Samenzijn met de familie Pauwels

Intussen krijgt Hugo ook een sms van Marc, die enkele etappes voorligt om hem te waarschuwen dat hij de etappe via de Col des Supeyres niet alleen mag doen. Er ligt namelijk veel sneeuw en de markeringen van de GR zijn daarom niet meer zichtbaar. Marc spreekt zelfs van 'l' enfer blanc'. Er ligt een moeilijk gebied in het vooruitzicht en de weersvoorspellingen zijn ook niet zo positief. 'Ik zal dus goed moeten plannen en voorbereiden en mij informeren omtrent het weer.'


Geen opmerkingen:

Een reactie posten